De genezing van de kreupele dochter van de waard

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 262 / 276 »»
[1] DE WAARD zei: 'Als niets u onmogelijk is dan moet u ook in staat zijn om een zeer ziek mens gezond te maken?'
[2] IK zei: "O ja, heb je iemand?"
[3] DE WAARD zei: 'Ja, helaas, - een van mijn liefste dochters; - maar zij zal moeilijke te helpen zijn! Ze is nu twintig jaar oud en was een monter en vlijtig kind. Ze ging een jaar geleden met deze oudste en sterkste zoon van mij naar Nahim om zout te halen. op de terugweg, gleed ze daar uit waar het 't steilst is en viel meer dan vijf manshoogten diep op een uitspringende rots en brak door de val haar.handen en voeten. Meer dan driekwart jaar leed ze de ergste pijnen; na die tijd werd de pijn weliswaar minder, maar ze verschrompelde wel en werd dermate kreupel dat ze haar bed nooit meer heeft kunnen verlaten. Meester der meesters, als u in staat bent om deze dochter van mij te genezen, zou ik bijna gaan geloven, dat u nagenoeg geen ding meer onmogelijk is!"
[4] IK zei: "Breng haar hier'
[5] DE WAARD zei tegen de sterke broers van het zieke zusje: 'Ga naar haar vertrek en breng haar met bed en al hierheen! "
[6] De broers gingen onmiddellijk en brachten hun arme en werkelijk zeer zieke zusje en zetten haar voor Mij neer.
[7] IK keek de arme zieke aan en zei tegen haar: 'Dochter, zou je weer zo gezond willen zijn als je een jaar geleden nog was?'
[8] Met zwakke stem sprak DE ZIEKE: 'Ja, dat zou een grote weldaad voor mij zijn; maar geen heiland kan mij meer genezen, - alleen God de Almachtige is zoiets mogelijk!"
[9] IK zei: 'Als je dit dan denkt en gelooft, sta dan nu op en wandel, en geef God de eer'
[10] Op dat moment werd het meisje weer zo gezond alsof haar nooit iets gemankeerd had.
[11] Toen de waard en allen die in het huis waren dit zagen, maakte een diep ontzag zich van hen meester en allen waren bijna sprakeloos van verbazing. Pas na een poos zei DE WAARD met een eerbiedig verwonderde stem: 'Nee, dat ligt niet meer binnen het bereik van wat iemand op deze aarde zou kunnen leren, al is hij nog zo intelligent en getalenteerd, maar dit is een uiterst zeldzame gave en genade van God. Wij moeten daarom gemeenschappelijk onze hoogste lof richten tot God, de enige Heer, dat Hij een mens op aarde weer eens voor het veelvoudige heil van de mensen zo'n puur goddelijke kracht, macht en zo'n vermogen heeft gegeven als in het grijze verleden alleen de grote profeten hebben bezeten!
[12] Maar nu begrijp ik ook de eerste begroeting van onze dierbare wonderbaarlijke gast: 'Vrede zij met je!' en 'Gods rijk is nabij gekomen!' Luister, mijn huisgenoten, dit is een hoogst bijzondere lieveling van God, een nieuwe, grote profeet! Hem moeten wij hoog vereren omwille van God en we moeten naar hem luisteren!"
[13] Hierop richtte DE WAARD zich tot Mij en zei: 'Verheven vriend en meester aller meesters, ik heb geen woorden waarmee ik mijn gevoel van dankbaarheid jegens God en u, zijn waarachtige grote profeet, ook maar enigszins kan uitdrukken! O, vergeef me als ik me in het begin van ons samenzijn onbetamelijk tegenover u heb uitgedrukt! Maar nu u zich toch hebt voorgenomen om een tijd bij ons te blijven, zal ik mijn uiterste best doen om mij tegenover u en uw leerlingen zo dankbaar mogelijk te betonen.
[14] O, u hebt me mijn liefste kind teruggegeven en dat is meer dan wanneer u mij alle rijken van de wereld gegeven zou hebben! Daarom komt u, na God, van mij ook de grootste dankbaarheid toe!'
[15] IK zei: 'Wees nu rustig, Barnabe, en zie datje dochter Eliza iets te eten krijgt; want ze is nu volkomen gezond en moet nu ook volwaardig eten en drinken, opdat ze weer geheel op krachten komt!"
[16] Dit gebeurde en HET GENEZEN MEISJE stond van haar bed op, trok snel het hoogstnodige aan, liep toen snel naar Mij toe, pakte haastig Mijn hand en drukte die met tranen van dankbaarheid tegen haar mooie mond en haar hart, en zei toen snikkend van dankbaarheid en grote, zalige vreugde: 'O, waarachtig almachtige vriend en meester! Daar u alles mogelijk is, zal het u ook niet onmogelijk zijn om in mijn hart te kijken; daar zult u in het gloeiendste liefdesschrift de dank geschreven vinden die ik u eeuwig verschuldigd zal zijn!"
[17] IK zei: 'Blijf in deze liefde, zij zal je veel zegen brengen! Maar ga nu aan onze tafel zitten, eet en drink en wees blij! En als je weer naar Nahim gaat, moetje niet zo huppelen als een gazelle, maar heel bescheiden op het enigszins gevaarlijke voetpad lopen, dan zul je niet meer een dergelijke schade aan je lichaam oplopen! Zorg datje het onthoudt, Mijn overigens allerliefste dochter Eliza! Ga nu zitten, wees rustig, en eet en drink!"
«« 262 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.