De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 267 / 276 »»
[1] (DE HEER): 'Toen jij en jullie vriendelijke buren naar dit gebied zijn gekomen, hebben jullie hier niets dan stenen en hout aangetroffen. Jullie gingen onmiddellijk aan het werk, verzamelden het beste en meest geschikte, daarna gingen jullie bij jezelf te rade en begonnen ijverig na te denken over de vraag volgens welke regels van de bouwkunst jullie je bij elkaar gezochte materiaal tot een hut of zelfs tot een woonhuis zouden samenstellen.
[2] En toen jullie nog dieper bij jezelf nadachten, kwamen er beelden voor jullie geest. Aan de hand van deze beelden ontwierpen jullie toen spoedig een plan en begonnen het ene huis na het andere volgens dit plan te bouwen en na korte tijd stonden er heel aardige huizen in jullie dal. Als jullie geen geschikt bouwmateriaal gevonden hadden, hadden jullie vanuit je innerlijk verstand ook nooit een geestelijk plan kunnen ontwerpen, dat geschikt was voor dit materiaal; maar omdat jullie dit hebben gevonden, vonden jullie ook spoedig een hierbij passend beeld van een woonhuis; vervolgens voegden jullie het materiaal zo samen, dat het iets totaal anders voorstelde dan wat jullie oorspronkelijk hadden aangetroffen.
[3] Ofschoon het slechts een materieel beeld is, is het toch een begin om iemand een eerste begrip bij te brengen van het overeenkomstige tussen de geheel ruwe materie en datgene wat een geest ervan kan maken. Heeft iemand dat gezien en begrépen, dan gaat het al gemakkelijk verder en dieper, en dan geldt: wie zoekt zal vinden, wie vraagt zal gegeven worden, wie klopt zal worden opengedaan.
[4] Zie, hoe meer mensen op een of ander gebied geestelijk ontwikkeld zijn, des te beter gestructureerd en fraaier zullen ook hun werken en produkten zijn. Waarom is dat zo? Omdat hun ziel al nauwer met hun geest verbonden is. En hoe nauwer en inniger de ziel zich met haar geest verbindt die uit Gods hart komt, des te meer zal zij stijgen in de orde van alle kennis en bewustzijn, en ze zal steeds meer en meer het overeenkomstige ontdekken tussen materie en geest. En dan ziet men ook gemakkelijk in dat iemand die het in de kennis van het overeenkomstige of van de analogieën tussen materie en geest het verst heeft gebracht, daardoor ook de materie het meest dienstbaar 'aan zich moet maken en er het meeste nut van heeft. Meestal zal dat pas het gelukkige geval zijn bij voleindigde, in hun geest wedergeboren zielen aan gene zijde, waar niets hun meer onmogelijk zal zijn. -Zeg Me nu, of je Me al iets beter hebt begrepen!"
[5] DE WAARD zegt: 'Ja, mijn Heer en mijn God in Uzelf, nu begint het enigszins helder te worden! De oude volkeren, zoals bijvoorbeeld de Egyptenaren, moeten zeer goed thuis geweest zijn in de leer der analogieën, want hun werken geven nu nog blijk van een structuur waarvan zich nu in onze tijd bijna geen mens meer een voorstelling kan maken"
[6] IK zeg: 'inderdaad, -want alleen geestelijk inzicht toont de ziel steeds meer structuur, en leert haar beseffen dat ze de verhoudingen moet zoeken tussen materie en wederom materie, en tussen materie en substantie, tussen substantie en ziel, en tussen ziel en geest; en de geest doordringt tenslotte alles en alles moet hem dienen in de hoogst en diepst mogelijke orde. Begrijp je dat?"
[7] DE WAARD zegt: 'Ja, ik begrijp het nu steeds beter en in de loop van de tijd zal ik het hopelijk nog beter begrijpen! Maar nu nog één vraag! Kijk, ik ken toch de Schrift; ik heb daarin vaak over engelen Gods gelezen die pure geesten zouden zijn! Zijn dat soms de geesten die zich met onze zielen moeten verenigen om deze volledig gelijk aan God te maken?"
[8] IK zei: 'Voor een heel klein deel soms wel, wanneer Mijn ordening hen daar om heel bijzondere redenen voor bestemt; maar zoiets gebeurt altijd maar hoogst zelden. Maar wat vaker gebeurt en ook in de toekomst nog vaker zal gebeuren is, dat ook heel veel engelen de weg van het vlees zo zullen doormaken als Ikzelf deze nu doormaak als de hoogste geest van God, opdat zij dan ware kinderen van God kunnen worden.
[9] En dan zullen zij hiervoor zelf een geschikte, nog nooit geïncarneerde ziel kiezen en deze in het vlees van een zuivere moeder leggen; en dan zullen ze zorgen voor het verder groeien en voor de juiste levensontwikkeling volgens hun licht en hun kracht, opdat zo'n ziel krachtig genoeg wordt voor de eeuwige eenwording met hen.
[10] Wel, dat zul je nu nog wel niet kunnen vatten; maar er zal nog een tijd komen dat je ook zulke geheime hemelse zaken zult begrijpen. Maar nu kunnen we naar huis afdalen; want kijk, een van je buren is een klein ongelukje overkomen, en we moeten daarheen gaan om de zaak weer in orde te maken!"
[11] De waard was het daar helemaal mee eens, daarom gingen we en waren al gauw ter plaatse.
«« 267 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.