[2] IK zei: 'Luister! Bescheidenheid is een mooie deugd en men kan de mensen deze deugd alleen maar zeer aanbevelen; maar wanneer men te bescheiden is, is dat niet zelden onverstandig, omdat men door een te grote bescheidenheid zijn naaste ertoe brengt zijn kwaliteiten, al zijn die nog zo goed, te overschatten en men hem zelfs hoogmoedig maakt, wat niet bepaald goed, maar in tegendeel erg verkeerd is. Bij Mij kan dat tegenover jullie natuurlijk nooit het geval zijn, maar bij andere mensen waar jullie mee te maken hebben heel gemakkelijk.
[3] Zie, de vaak te grote bescheidenheid van de overigens heel eerlijke mensen tegenover degenen met bijzondere talenten en kwaliteiten, en de aan deze daarom te royaal geschonken bewondering en verering, heeft van hen koningen en tenslotte hoogmoedige tirannen gemaakt, alsook zeer hoogmoedige priesters! Daarom moeten jullie ook wat de deugden zoals deemoed, zachtmoedigheid en bescheidenheid betreft, altijd de gulden middenweg in acht nemen, want anders zullen jullie, ook al ben je nu nog zo vrij, in de loop der tijd in jullie midden zelf zulke mensen kweken die jullie dan met alle hardheid zullen behandelen, en dan zouden jullie zuchten onder hun zware last.
[4] Ik weet wel dat Mijn daden en Mijn woorden jullie de moed hebben ontnomen om in Mijn bijzijn iets te zeggen; maar dit is toch niet zo belangrijk als het feit dat jullie in je hart geloven dat Ik degene ben die uit God door de mond van de profeten beloofd werd, eerst aan de joden en door hen aan alle volkeren der aarde.
[5] Wanneer jullie dit echt intens geloven en inderdaad Mijn leer en Mijn eenvoudige geboden in acht nemen, dan zullen jullie ook Mijn geest opnemen en door deze nog grotere werken doen dan Ik nu voor jullie heb gedaan; want wanneer jullie kinderen van één en dezelfde Vader in de hemel zijn, zijn jullie ook erfgenamen van Zijn volkomenheden, waartoe jullie - geroepen zijn. Jullie kunnen dan ook handelen en daden verrichten, waartoe deze leerlingen van Mij nu ook reeds in staat zijn indien het nodig zou zijn. Nu jullie dit weten, kunnen jullie ook zonder vrees en verlegenheid tegen Mij evenals tegen deze leerlingen spreken.
[6] Want als dat nooit zou kunnen, dan had Ik zeker geen leerlingen bij Me opdat deze even volkomen zullen zijn als de Vader in de hemel en in Mij volkomen is; want Ik heb toch zeker geen mens nodig als dienaar omdat Ikzelf alle mensen dienen kan en dat ook altijd doe. En als Ik al wezens wilde hebben die Mij zouden dienen, dan hoefde Ik het maar te willen en er stonden in één enkelogenblik talloze scharen van de machtigste engelen tot Mijn beschikking, die Mij op Mijn wenken zouden bedienen. En hieruit kunnen jullie al onfeilbaar de conclusie trekken, dat Ik alleen maar leerlingen tot Mij genomen heb opdat zij van Mij alles zullen leren wat Ikzelf kan, en dat Ik ook om deze zelfde reden naar jullie ben gekomen. - Zeg Me nu, of jullie nu nog niet durven te spreken in Mijn aanwezigheid!"
«« 271 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.