Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 57 / 276 »»
[1] Nu spoort Raphaƫl Roclus aan om eerst voor de kostbare klomp goud te zorgen, die hij hem cadeau doet.
[2] ROCLUS zegt een beetje boos geworden: 'Vriend, als ik op het punt sta het hoogste goed van de mensen te zoeken, dan laat ik het gevaarlijke vuil van deze wereld met rust! Heb je dat begrepen, jonge vriend, je dreigt nu toch wel een beetje eigenwijs te worden?! Ik kan je werkelijk verzekeren dat ik deze vuiligheid met geen vinger meer aan zal raken en je kunt het voor je eigen plezier weer veranderen in hetgeen het vroeger was!
[3] Denk je soms dat ik begerig ben naar goud, omdat ik een Griek en een Esseen ben? Wel, dan vergis je je deerlijk! Ten eerste bezit ik thuis als aards erfgoed honderd keer meer van dit gele vuil der aarde dan deze ongemakkelijke klomp groot is en daarom heb ik dit vers gebakken goud niet nodig, en ten tweede is mijn hart er nog nooit aan gehecht geweest; want als ik ooit begerig was geweest naar aardse goederen, dan had ik vast nooit zo'n scherp verstand kunnen ontwikkelen, dat, ook al kan het, het Allerhoogste zelf niet begrijpen, toch een hulpmiddel is op de weg daarheen, en ook daarom alleen al duizend maal meer waarde heeft dan honderdduizend van zulke goudklompen.
[4] Wel weet ik nu dat de mens bij het puur met het verstand zoeken naar de hoogste geestelijke zaken van het leven, ook al is dat verstand nog zo zuiver en scherp, er nooit helemaal zal komen; maar als dit licht van de ziel volledig ontbreekt, zal de mens het nog moeilijker hebben om bij de hogere, dieper liggende waarheden van het leven te komen! Als de mens een goed ontwikkeld verstand heeft, dan is hij volgens mij al een flink eind op weg naar de eeuwige en onvergankelijke levenswaarheid die van God komt, en dat is vanuit dit gezichtspunt bekeken zeker ook al van zeer hoge waarde, en het is daarom helemaal niet juist dat jij, jonge vriend, zo plagend over mijn scherpzinnigheid spreekt!
[5] Kijk, in de afgebrande stad dwalen nog heel wat mensen rond over wier scherpe verstand jij je zeker nooit zou beklagen; waarom komen ze dan niet hier naar toe, deze schapen en lammeren, om de diepere waarheden v~n ~et leven te zoeken? Ze zijn hier allemaal komen kijken en hebben dit nieuwe wonderbaarlijke huis vast ook ontdekt; maar dat is hen om het even!
[6] Wat kan de belangstelling wekken van een mens als hij helemaal niet in staat is om te denken? Ik zeg: Helemaal niets, behalve dat zijn misschien hongerige maag ijverig achter wat eten aan zal lopen, dat hem zal verzadigen! Zet deze steeds hongerige menselijke lastdieren een maaltijd voor en verricht naast hen de grootste wonderen, -dan zullen deze verstandsloze mensen gulzig eten en niet in het minst oog hebben voor jouw wonderen! En als ze hun maag hebben gevuld, worden ze traag en slaperig en zullen weer geen oog hebben voor je wonderen! Zoiets valt alleen het ontwikkelde verstand op en het begint te denken en allerlei vergelijkingen te maken en heeft geen rust tot het de een of andere verklaring van het wonder te pakken heeft!
[7] Maar als dit onweerlegbaar zo is, waarom maak je dan voortdurend bitse opmerkingen over mijn scherpe verstand? Kijk, ondanks al je wonderbaarlijke kracht heb je het wat dit betreft toch wel heel erg mis!
[8] Als ik een God waarachtig wil leren kennen dan moet ik daarbij, en wel op de eerste plaats, ook denken en dan pas voelen! Wat moet anders een beter en geestelijk gevoel in mijn hart opwekken als ik als een os ben zonder verstand? Jij zei me dat ik de goddelijke Nazarener alleen met mijn scherpe verstand moest zoeken en vinden; en dat zal ik ook doen om je te laten zien, dat een goed verstand ook ergens goed voor is! Kort en goed, het is uitstekend, ik ben je heel veel dank verschuldigd en ik mag je echt heel graag -want je hebt mij een echte God leren kennen en mij daardoor een onmetelijke schat gegeven, waartegen hele goudbergen niet opwegen -; maar datje nog steeds vervelende opmerkingen maakt over mijn verstand bevalt me niet aan jou!
[9] Want zelfs de hoogste wijsheid van een God moet het met me eens zijn, dat het verstand voor de mens vanwege de zelfkennis en hoofdzakelijk vanwege de daaruit voortvloeiende kennis van God even noodzakelijk is, als de ogen voor hem nodig zijn om te kunnen zien! Ik weet wel dat een mens met zijn verstand, ook al is dit nog zo wakker en helder, eindeloos veel niet kan en zal begrijpen van wat de goddelijke, hoogste wijsheid allemaal heeft verordend, wat haar deed ontstaan, en wat er allemaal is en gebeurt; maar zonder een zekere scherpzinnigheid, die in staat is om te onderzoeken en te onderscheiden, begrijpt de mens helemaal nooit iets!
[10] Men zegt, dat alleen het geloof een licht is voor de mens! O, lieve hemel, wat is dan een geloof zonder verstand? Het is de wiegewijsheid van onmondige kinderen die naar de maan reiken omdat ze mogelijk denken dat het een rond stuk honingbrood is! Er zijn werkelijk volwassen mensen op deze goede aarde die de maan voor een in de lucht zwevend stuk brood houden, dat iedere maand door de paradijsvogels wordt opgegeten, maar dan meteen weer opnieuw begint te groeien! Ja, vriend, zeg me, wat heb jij, wat heb ik en wat heeft een God nu aan zo'n geloof? Is het dan niet beter en waardiger voor de menselijke en goddelijke geest in de mens om na te denken en in de loop van de tijd te ontdekken, dat de maan toch iets anders moet zijn dan een stuk brood waarvan de paradijsvogels kunnen eten?
[11] Mijn principe is: Alles onderzoeken en daarvan het goede, en hetgeen in ieder geval het dichtst bij de waarheid komt, zolang behouden tot men hierover een beter en sterker licht ergens vandaan heeft gekregen. Immers, in een pikdonkere nacht is een lichtwormpje beter dan helemaal geen licht; en daarom is het lichtvonkje van de ziel -verstand genaamd -immers ook beter dan totaal duister bijgeloof, waarin in de verste verte geen waarschijnlijkheid is te ontdekken!
[12] Gesteld, dat ik een volstrekte waarheid, die mij verteld is, moet geloven zonder mij ook maar in het minst ervan te kunnen overtuigen dat het werkelijk een waarheid is, omdat het verstand en de ervaring die daarvoor nodig zijn ontbreken. Wat is zo'n geloof dan anders dan het blindste bijgeloof? Want wat voor nut heeft de geloofde waarheid voor mij als ik die niet begrijp, ja mij helemaal niet overtuigen kan of het een waarheid is? Waar zou goud nu goed voor zijn, als het verstand van een mens het niet zou kunnen onderscheiden van ander, gewoon, waardeloos metaal? Als een mens dus iets gelooft dan moet hij het toch met een beetje verstand geloven, anders maakt het voor hem immers niet uit of iets leugen of waarheid is!
[13] Als jij mij zegt: 'Ver achter die blauwe bergen ligt een stad die louter uit de kostbaarste edelstenen is opgebouwd, en de mensen die daar wonen zijn allemaal reuzen!', dan zal ik jou, als ik blind en dom genoeg ben, op je woord geloven en dan zal dat zelfs een onwrikbare waarheid voor me zijn; maar als er dan iemand anders komt die tegen mij zegt: 'Zeg, achter die blauwe bergen ligt helemaal geen stad, en er zijn al helemaal geen mensen die zo groot zijn als reuzen!', wat zal ik als dom onwetend mens zonder verstand dan doen? Ik zal vasthouden aan wat ik het eerst gehoord heb, ofschoon het een pure leugen is, en ik zal met brutale spot de waarheid van de tweede afwijzen! Kan dit echter een hoogst wijze God om het even zijn?
[14] Als de Nazarener een God is vol van de hoogste wijsheid, waaraan ik nu niet meer twijfel, omdat ik dat met mijn verstand inzie, dan zou het toch wel dom van hem zijn als hij de mensen zou leren om de leugen en het onware daarvan te onderkennen, maar daarentegen het licht van de waarheid en het goede daarvan zonder enig kritisch verstand aan te nemen!
[15] Je ziet dus datje me wat dit betreft niet kunt overtuigen, ook niet al doe je duizend wonderen; maak daarom in het vervolg geen grapjes meer over mijn verstand, maar laat het in zijn waarde; wijs me dus maar aan waar de goddelijke Nazarener zich nu bevindt, opdat ik op passende wijze voor hem neer kan knielen en hem ook kan aanbidden!"
«« 57 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.