De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 78 / 276 »»
[1] (DE HEER:) 'En dat de hoogste zaligheid van het leven inderdaad gelegen is in het bezit van de volkomen ongebonden wilsvrijheid en de steeds succesvolle, daadwerkelijke werkzaamheid daarvan, daar leveren alle zelfzuchtige en heerszuchtige mensen reeds op deze aarde het krachtigste bewijs van!
[2] Menigeen geeft immers graag al zijn bezittingen op om maar een beetje macht te hebben! Wie haat bijvoorbeeld kroon, troon en scepter, vooral als hij zichzelf omhoog kan werken!?
[3] Maar waarom hebben deze drie effectieve heersers dan zo'n onuitsprekelijke waarde in de ogen van de mensen? Het antwoord ligt voor de hand, en in de aard van de zaak. Omdat hij, die op de troon zit, temidden van miljoenen mensen in de wereld volkomen vrij en doeltreffend van zijn wil gebruik mag en kan maken!
[4] En na degene die op de troon zit, wordt dan ook iedereen bovenmatig gelukkig die door de heerser een ambt krijgt aangeboden waarin hij, al is het maar in naam van de heerser, ook een kleine heerser kan spelen, en zijn naar vrijheid dorstende wil iets meer lucht kan geven. Hij onderdrukt weliswaar zo goed hij kan zijn oorspronkelijke vrije wil, en maakt in plaats daarvan de wil van zijn heerser geheel tot de zijne, ook al is hij het daar vaak niet mee eens; maar dat doet hij allemaal om ook maar een beetje mee te kunnen heersen, en om zijn wil enigszins te kunnen laten gelden. Want bij bijzonder hooggeplaatste staatsbeambten is er immers altijd wel een keer gelegenheid om van de geheel eigen vrije wil gebruik te maken. en dat is voor de mens op deze aarde al een allerhoogste zaligheid.
[5] Maar wat is deze vergeleken met de zaligheid, die voor de gehele oneindigheid en eeuwigheid voort zal komen en moet komen uit de eenwording van de hier altijd uiterst beperkte menselijke wil met de wil van God?!
[6] Maar voordat zoiets kan gebeuren moet de menselijke wil, dat zul je zelf inzien, een serieuze ontwikkeling doormaken en op een hoogst wijze manier door alle stadia van het leven geleid worden, want anders zou het zeker erg gevaarlijk zijn om de vrije wil van de mens uit te rusten met een doeltreffende machtsvolkomenheid!
[7] Maar om de wil van de mens daartoe bekwaam te maken, moet men er naar toe werken dat de mens zich geheel vrijwillig op de wegen van het licht begeeft, en hierop zolang met alle liefde en wereldse zelfverloochening voortgaat tot hij door eigen werkzaamheid en volkomen zelfbestemming het juiste doel heeft bereikt.
[8] Maar daartoe is noch een uiterlijke noch een innerlijke dwang bevorderlijk, die allebei een gericht zijn en waardoor nooit de geest van een mens in zijn wil vrij kan worden. En zolang hij dat niet kan, kan er ook nooit sprake zijn van een vereniging van zijn wil met de volkomen vrije wil in God!
[9] Daarom moeten de mensen eerst alleen door zeer wijs onderricht tot ware kennis van zichzelf en van het enig ware Godswezen gebracht worden, en dat met alle mogelijke goedheid, geduld en de grootste zachtmoedigheid; alleen hardnekkige, weerbarstige karakters, bij wie op de achtergrond een op zichzelf vrijwel geheel zinloze boze moedwil en een waar duivels leedvermaak schuilt, moeten door een werelds uiterlijke straf en gericht op de knieƫn gedwongen worden, maar niet te snel door een wonder dat wordt verricht om hen te straffen.
[10] Want men moet nooit over het hoofd zien, dat degene die bestraft moet worden, ook een mens is, die eveneens tot een juist gebruik van zijn vrije wil gebracht moet worden, en dat het heel goed mogelijk is dat een arglistige en wraakzuchtige demon hem op een of andere manier beheerst, en op die manier van de anders misschien heel onschuldige mens een waar monster maakt!
[11] Daarom moet iedere overdreven ijver, zelfs als het om iets goeds gaat, zolang in toom worden gehouden tot hij de bescheiden rijpheid heeft verkregen die alles rustig en liefdevol overwegend en verstandig berekenend, onverdroten en gestaag tracht aan te wenden met de haar ter beschikking staande middelen, en wel voortdurend rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsfasen en omstandigheden van het levend object dat zij moet behandelen.
[12] Dat jullie instituut, zoals het nu nog is, zeker niet Mijn goedkeuring weg kan dragen, zul je nu wel geheel en al inzien! Maar al zou het op nog honderd slechtere principes gebaseerd zijn dan nu het geval is, dan zou het even onverstandig zijn om het plotseling verdacht te maken en te vernietigen, als wanneer men nu Jeruzalem of het nog vele malen ergere heidense Rome in een oogwenk van de aarde zou verwijderen.
[13] Probeer zodoende van nu af aan om stukje bij beetje, al naar gelang de dingen zich als het ware vanzelf aandienen, al het verkeerde uit jullie instituut te verwijderen, dan zal het instituut en het volk dat er aan gehecht is, langzaam aan gezond worden overeenkomstig de volle waarheid! Zou je nu echter met je medebroeders meteen alles overhoop willen halen, dan zouden de vele medewerkers van het instituut jou voor waanzinnig en bijgelovig verklaren en op alle mogelijke manieren proberen om je onschadelijk te maken voor het instituut, dat volgens hen uiterst doelmatig is ingericht; en daardoor zou jou iedere gelegenheid ontnomen worden om heel geleidelijk aan en ongemerkt al het verkeerde uit het instituut te verwijderen en te vervangen door de volle waarheid "
«« 78 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.