[2] Wel, dat gaf bijna tot het vallen van de nacht aan beide kanten aanleiding tot heel wat verhalen en verbazing. Alleen het binnengebrachte avondeten bracht de tongen wat tot rust en de burgers uit de stad gingen de een na de ander weg, zodat wij met meer rust van de maaltijd konden gemeten.
[3] Pas toen wij klaar waren met eten, kwam Judas Iskariot binnen en hij keek onderzoekend rond of de maaltijd pas begonnen was of al geëindigd. Hij zag echter het laatste en berustte gewillig in zijn lot. Jored wilde nog wat voor hem klaar laten maken, maar judas Iskariot wilde dat niet en vroeg hem slechts om wat brood en wijn, dat hij ook meteen kreeg.
[4] Maar onze Thomas kon toch niet nalaten een opmerking te plaatsen omdat hij door Mij wist, dat Judas Iskariot zich in het nieuwe dorp duchtig te goed gedaan had aan de daar aanwezige wonderwijn. Ditmaal deed Judas Iskariot echter net of hij Thomas helemaal niet gehoord had, maar hij ging toch, nadat hij een flinke beker wijn leeggedronken had, naar buiten, en wij zagen hem deze nacht niet terug. Buiten had hij een burger aangetroffen die met hem sprak over de gebeurtenissen van deze dag en hem toen ook mee naar huis nam, waar hem een goede en rijkelijke avondmaaltijd ten deel viel.
[5] Toen wij echter nog zo aan tafel zaten, kwamen de vrouwen 'en kinderen en andere dienaren van de vijf priesters om te kijken wat er met hen gebeurd was, omdat zij zich de hele middag op geen van de plaatsen hadden laten zien waar hun familieleden gewoonlijk heengingen.
[6] Ook spraken de vrouwen een ernstig woordje over hoe het nu verder moest, omdat nu alles verwoest was wat anders bij hun dienst hoorde.
[7] Maar DE PRIESTERS berispten hen ernstig over die vragen, en zeiden: 'Wij -en niet jullie -waren de priesters van de menselijke, oude, onverbeterlijke blindheid en gruwelijkste domheid! ! Wij kennen nu iets anders en zullen daar ook rotsvast bij blijven. Maar als de nietswaardige, oude, valse goden ons voor onze nutteloze dienst gevoed en onderhouden hebben, dan zal de enige, ware, almachtige God ons ook wel onderhouden wanneer wij allen nu Hem alleen waarachtig dienen! -En vraag ons nu verder niets meer; morgen is er ook nog een dag waarop jullie vrouwelijke, domme nieuwsgierigheid bevredigd kan worden! ,
[8] Ook deze goede, ernstige berisping van de vijf priesters voor hun familie had een goede uitwerking; zij zwegen en gingen heel geduldig weer naar huis.
[9] Daarna werden nog veel goede dingen besproken, en DE TWINTIG NIEUWE LEERLINGEN zeiden onder elkaar: ' O, was het hier maar Jeruzalem, wat een zalig leven zou daar dan zijn! Maar als in Jeruzalem zou gebeuren wat hier vandaag allemaal gebeurd is, dan zou dat de tempeldienaren nog erger opwinden, en geen van ons zou zijn leven nog een uur zeker zijn. En moeten dan dáár de kinderen Gods wonen, en zijn er hier alleen maar duistere en lichtloze heidenen?! Praat ons niet meer over kinderen Gods in Jeruzalem! Hier zijn nu de ware kinderen Gods -en in Jeruzalem de kinderen van satan!'
[10] IK zei: 'Nou, nou, wind je niet teveel op! Jullie hebben wel juist geoordeeld, maar daar is het hier niet de goede plaats voor. Praat dus liever over iets anders!'
«« 100 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.