De nachtelijke storm tijdens het onweer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 12 / 248 »»
[1] Toen stak er een geweldige, harde wind op, en in het oosten stegen donkere wolken op die met een rode gloed overgoten waren. Dit verschijnsel viel allen des te meer op, omdat het hier tot de grote zeldzaamheden behoorde. Er waren nu ook al bliksemschichten zichtbaar die in alle richtingen door het dichte wolkendek schoten en men hoorde ook een ver, maar geweldig rollen van de donder.
[2] Het werd allen wat angstig te moede, en LAZARUS zei tegen Mij: 'Heer, kijk eens wat een geweldig onweer! Het lijkt precies in onze richting te komen! Wat zou U er van denken als we misschien toch maar liever naar binnen zouden gaan; want zulke nachtelijke onweersbuien zijn vaak heel gevaarlijk!'
[3] IK zei: 'Rustig maar, Lazarus; want zonder Mijn wil zou dit onweer niet komen! Maar waarom Ik het laat komen, zul je later wel merken.'
[4] Daarop werd Lazarus rustig; maar toen het onweer steeds dichter en dichter bij ons kwam, begonnen de joden wat angstig te worden en heimelijk aan de leerlingen te vragen of Ik dan helemaal niet bang was voor het zware, snel naderende onweer.
[5] DE LEERLINGEN zeiden echter: 'Hij is ook Heer over de stormen en het onweer, en alle elementen moeten aan Zijn wil gehoorzamen, daarom hoeven wij in Zijn tegenwoordigheid voor geen onweer bang te zijn.'
[6] De joden reageerden goed op deze opbeurende woorden en werden rustiger. Maar DE TWINTIG JOODSE PRIESTERS werden buitengewoon onrustig en bang, vooral toen de bliksemschichten elkaar keer op keer met luid geknetter opvolgden. Zij stonden op, kwamen naar Mij toe en zeiden: 'Heer, aan Wie alle dingen mogelijk zijn, roep dit verschrikkelijke onweer toch een halt toe, anders loopt het met ons allen slecht af, want het is een gevaarlijk onweer! Zo hebben we er in ons hele leven maar drie meegemaakt, en er zijn toen ook laat op de avond veel mensen en dieren bij om het leven gekomen. Toentertijd heeft het, net zoals nu, bliksemschichten en donderslagen geregend, en wie getroffen werd, was ook meteen een kind des doods. Alleen zij die in de stevig gebouwde huizen een goed heenkomen zochten, bleven in leven. Bijzonder hevig was het zware onweer twintig jaar geleden in Damascus. Wie toen buiten was, kon met moeite zijn leven redden. Daarom zou het misschien ook hier beter zijn als wij toch naar binnen zouden gaan; want het kan ons hier allen bijzonder slecht vergaan als het erge onweer boven ons komt. Ook de wind wordt nu al zo hevig datje hem nauwelijks nog kunt verdragen!'
[7] IK zei: 'Houd op, want ook tijdens dit onweer zullen jullie Gods kracht en de macht in de Mensenzoon leren kennen!'
[8] Nauwelijks had Ik dat gezegd of het onweer hing al, ver naar alle kanten uitgestrekt, precies boven ons hoofd en onophoudelijk schoten er ontelbare bliksemschichten uit het dichte wolkendek. Meerdere sloegen er om ons heen met luid geknetter in de heuvel.
[9] Toen begonnen DE JODEN luidkeels te roepen: 'O Heer, help ons, anders zijn wij allemaal verloren!'
[10] Maar IK zei: 'Is er dan al iemand door de bliksem getroffen, dat jullie zo hard roepen?! Degenen, die bij Mij zijn, dreigt geen gevaar. Leer echter nu de macht van de Vader in de Zoon kennen; want dit onweer is ook een gericht en het staat onder Mijn gezag! Ik heb het opgeroepen en kan het ook weer laten verdwijnen, wanneer en hoe Ik maar wil. Maar voor jullie, twintig priesters, is het een symbool van jullie gemoed; want precies zo en nog erger dan het er nu boven ons uitziet, heeft het er nauwelijks drie uur geleden in jullie hart uitgezien.
[11] Maar -geloof Mij -het is gemakkelijker voor Mij dit onweer te bevelen om samen met de harde stormwind op te houden, dan jullie hart met zijn kwade hartstochten te bevelen! Om jullie innerlijke onweer de baas te worden waren veel woorden en grote tekenen nodig, maar voor dit kwade, geweldige onweer is slechts één woord nodig en dan is het er niet meer!
[12] Maar zoals na het verdrijven van jullie innerlijke, kwade onweer Mijn genade voor jullie begon te lichten, zo zal ook hier na het verdrijven van dit kwade onweer Mijn genade symbolisch aan het uitspansel zichtbaar worden. Zie eens, er is al een groot aantal bliksemschichten uit de dichte en naar alle kanten uitgestrekte wolkenmassa's geschoten, maar dat aantal is nog lang niet gelijk aan dat van jullie zonden! Daaraan kunnen jullie nu opnieuw zien, hoe het met jullie gesteld was! Ik zou het onweer nog een vol uur moeten laten voortduren om het aantal bliksemschichten gelijk te laten worden aan dat van jullie zonden; maar dat zou voor jullie innerlijk verder geen waarde hebben, en daarom laten wij dus dit onweer, dat jullie allen nu al erg bang maakt, verdwijnen! En daarom gebied Ik je, monster, om uiteen te vallen en te verdwijnen! Amen."
[13] Op dat ogenblik verstomden zowel onweer als stormwind, de wolken losten op, de sterren begonnen weer in hun oude pracht en majesteit te schitteren, en recht boven ons straalde een grote ster, die niemand kende.
«« 12 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.