[2] IK zei: 'Daar ben Ik het helemaal mee eens, want iemand die zelf iets, hoe erg ook, voor zichzelf wil ondergaan, geschiedt in eeuwigheid geen onrecht. Ik was daar al vaak en wilde hen onder Mijn beschermende vleugels verzamelen zoals een hen haar kuikens; maar tot op heden was alle moeite vergeefs, en daarom zijn zij helemaal zelf schuldig aan alle tegenspoed die hen zal overkomen.
[3] Toch zal Ik niet ophouden met het geven van allerlei lessen en strenge vermaningen, om toch nog sommigen van hen te kunnen redden. En wat Ik nu Zelf doe, zullen jullie na Mij nog gemakkelijker doen, omdat het laatste en grootste teken dat Ik in Jeruzalem verricht, jullie daartoe in staat zal stellen. Wie jullie zal horen, zal ook Mij horen -omdat jullie alleen zullen spreken wat Mijn geest je in de mond zal leggen -, en hij zal geholpen worden. Degenen echter die in hun oude kwaad zullen volharden, zullen ook de vruchten daarvan oogsten.
[4] Moet Ik soms, omdat zowel water als vuur voor een mens dodelijk zijn wanneer hij ofwel in een diep water valt of bij een grote brand door het vuur gegrepen wordt, geen water en geen vuur meer op aarde laten bestaan? O, zeker niet! Een mens heeft daarvoor zijn verstand en kracht en vrije wil. Zowel van water als van vuur kent hij de goede en de kwade eigenschappen. Beide moet hij met verstand gebruiken en dan zullen beide elementen hem van dienst zijn; wanneer hij echter moedwillig of uit grote onvoorzichtigheid in een diep water valt of in een kalkoven springt, draagt hij er duidelijk -vrijwillig of vaker nog onvrijwillig -zelf schuld aan dat hij daarbij zijn aardse leven verliest. Iemand die werkelijk verstandig en voorzichtig en wijs is, zal zo'n ongeluk niet gauw overkomen -en degenen die volgens Mijn leer zullen leven, al helemaal niet!'
[5] EEN JOODSE GRIEK zei: 'Heer, maar overal is het menselijk verstand met al zijn voorzichtigheid toch niet voldoende! Neem eens het volgende voorbeeld: Stel dat ik voor dringende zaken per schip over zee naar Rome moet. Midden op zee begint het echter te stormen. Het schip lijdt schipbreuk op een onderzeese rots en vergaat met man en muis. Wiens schuld is dan mijn ongeluk? Mijn schuld zeker niet, en van de kapitein van het schip ook niet; want hoe kon hij weten dat die storm zo plotseling op zou steken, en hoe had ik dat dan kunnen weten?'
[6] IK zei: 'Mijn vriend, als zoiets gebeurt, is dat heel zeker om goede redenen een toelating van boven, en het is te vergelijken met iemand die aan een bepaalde ziekte overlijdt omdat de ziekte kwaadaardig en ongeneeslijk is. Want geen mens op de hele aarde blijft in zijn aardse lichaam, en daarom kan een mens dus ook zowel in het water als in het vuur helemaal zonder schuld zijn leven verliezen. Ik geloof dat we daar geen woorden meer aan hoeven te verspillen. En dus gaan we nu over op iets anders dat veel belangrijker is!
«« 155 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.