[2] IK zei: 'Hoe de mens dat wil, hangt merendeels van hemzelf af. De meeste lichamelijke ziekten zijn zelfs een gevolg van allerlei zonden die de mens al vanaf zijn jeugd tot aan zijn oude dag herhaaldelijk, en tenslotte uit een soort gewoonte, heeft begaan. Veel ziekten van de mensen zijn een erfenis van ouders en voorouders aan hun kinderen en kindskinderen, omdat reeds de ouders en voorouders gezondigd hebben. Je kunt God niet de schuld geven als de mensen zichzelf allerlei ziekten, pijn en lijden bezorgen. Wel zou je tegen Mij kunnen zeggen: ' Als een mens meteen door God onderwezen is over wat hij moet doen om binnen de juiste orde op de wereld te leven en te bestaan, en hij handelde en gedroeg zich niet daarnaar, is het duidelijk zijn eigen schuld als hem allerlei lijden overkomt; maar als de mens alles uit de natuur moet leren, en door allerlei akelige en vaak heel nare ervaringen verstandig moet worden, dan is hij niet schuldig aan zijn lijden, en het betreurenswaardigste schepsel op aarde!'
[3] Ja, zeg Ik Zelf, dat zou de mens ook beslist zijn, als het zo was! Dat het echter niet zo is, bewijst de schepping van het eerste mensenpaar in het paradijs, dat vrijwel ononderbroken door God meer dan honderd jaar lang in van alles onderwezen werd. Bovendien wekte God in die eerste mensentijd op deze aarde nog voortdurend zieners en profeten op, die de steeds meer werelds geworden mensen onderwezen en hun de wil van God openbaarden.
[4] Onder zulke omstandigheden kon geen mens beweren dat hij van niemand gehoord zou hebben hoe hij volgens Gods wil moest leven. Maar de mensen cultiveerden hun aardse woonwereld maar al te gauw, bouwden steden, en maakten het ene prachtige bouwwerk na het andere, werden zo op hun wereld verliefd, en vergaten door al die wereldse zaken God, en werden zelfs godloochenaars. Zodra er dan ook een ziener, die door God opgewekt was, naar zulke mensen toekwam, werd hij alleen maar uitgelachen en niemand lette op de betekenis van wat hij zei.
[5] Wel, dat soort mensen moest dan natuurlijk maar door allerlei bittere ervaringen wijs worden, en daaruit moeizaam voor zichzelf een leefregel opstellen. Deze leefregels, zoals je die nu bijvoorbeeld bij veel heidenen vindt, waren echter al voor het grootste deel zonden tegen de ware, goddelijke orde, en daardoor moesten noodzakelijkerwijs allerlei lichamelijke en geestelijke kwalen schering en inslag worden onder de mensen.
[6] Als God dan zo'n mensenziel voor het eeuwige leven wil behouden, moet Hij haar door allerlei lichamelijk lijden daarbij helpen, en wel door zo'n te sterk aan de wereld gehechte ziel door veellijden en pijn meer en meer van de wereld los te maken, om te voorkomen dat deze helemaal naar de materie van de wereld, en dus naar haar dood en gericht, zou worden toegetrokken en opgeslokt. En kijk, dat is nu de reden waarom op aarde de mensen zo vaak en zo veellijden moeten!
[7] Maar. ook wij zullen veel moeten lijden ter wille van de door eigen schuld misvormde mensen. Maar ons lijden zal niet over ons komen omdat wij geen kennis van de zuiver goddelijke levensorde zouden hebben of omdat onze daden daarmee in strijd zouden zijn, maar wij zullen door ons lijden de blinde mensen ziende maken, omdat zij aan ons zullen kunnen zien hoe weinig waarde wij aan het leven van deze wereld hechten en hoe groot de waarde van het leven van de ziel moet zijn om daarvoor alle aardse voordelen af te wijzen. En kijk, daaruit zal dan pas de eigenlijke verlossing van de mensen van de dood naar het leven bestaan! -Maar genoeg over dit alles! Omdat nu het middagmaal helemaal gereed is, gaan we weer naar binnen en aan tafel!'
[8] De joodse Grieken konden echter niet zo goed begrijpen dat ook zij als latere verkondigers van Mijn woord daarvoor nog moesten lijden, ja zelfs hun leven op het spel zouden moeten zetten.
[9] Maar IK sprak de bekende woorden tegen hen: 'Van nu af aan zal ieder die zijn leven liefheeft, het verliezen; wie het echter veracht en loslaat, zal het voor eeuwig behouden!'
[10] Toen zeiden DE JOODSE GRIEKEN: 'Wat betekent dat? Wie kan dat begrijpen?'
[11] IK zei: 'Dit betekent: Wat zou een mens er aan hebben als hij met dit aardse leven de hele wereld zou winnen, maar schade zou lijden aan zijn ziel? Wat kan zo'n mens dan geven om zijn ziel te verlossen? Daarom moet een mens dit lichamelijke leven alleen maar gebruiken om daardoor het eeuwige leven van de ziel te winnen. Als een mens zijn lichamelijke leven met in de eerste plaats daarvoor gebruikt, is het zijn eigen schuld dat hij h.et leven van zijn ziel verspeelt, of het minstens zodanig verzwakt dat de ziel later aan gene zijde vaak een zeer lange tijd nodig heeft om zo ver tot zichzelf in te keren, dat zij in een wat lichter en beter geestesleven over kan gaan. Want zolang een ziel nog met enige liefde aan haar lichamelijke leven en de voordelen daarvan hangt, kan zij in haar geest niet volledig wedergeboren worden; een ziel die echter niet volledig in haar geest wedergeboren is, kan ook al die tijd niet in het ware rijk van God binnen gaan, omdat daarin geen atoom van iets materieels kan bestaan. Nu weten jullie genoeg, laten we dus naar binnen gaan!'
[12] We gingen nu naar binnen en nuttigden het goed toebereide middagmaal en tijdens het eten werd er maar weinig gesproken.
«« 162 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.