[2] Er was eens een heer die arbeiders voor zijn wijngaard huurde. Zij kwamen 's morgens en de heer werd het met hen eens over een stuiver per dag. En om twaalf uur ging hij naar een plaats waar hij nog mensen zonder werk aantrof en zei: 'Waarom zijn jullie niet aan het werk? Ga naar mijn wijnberg, dan geef ik jullie waar je recht op hebt! ' En zij gingen daarheen en werkten. Maar tegen de avond zag de heer van de wijnberg nog een aantal werklui werkeloos staan. En hij ging erheen en zei tegen hen: 'Waarom staan jullie de hele dag niets te doen?' En zij antwoordden: 'Heer, niemand heeft ons gehuurd!' Toen zei de heer tegen hen: 'Wel, gaan jullie dan ook naar mijn wijngaard, en werk dit ene, laatste uur van de dag, dan zal ik jullie ook nog geven waar je recht op hebt!' Toen gingen zij heen en werkten nog vol ijver het laatste uur van de dag.
[3] 's Avonds riep de heer eerst de arbeiders die vanaf de ochtend gewerkt hadden, en gaf ieder de afgesproken stuiver. Toen riep hij degenen die slechts een halve dag gewerkt hadden, en gaf ook ieder een stuiver. Daarna riep hij degenen die slechts een uur gewerkt hadden, en gaf ook ieder een stuiver.
[4] Toen zeiden degenen die de hele dag gewerkt hadden: 'Heer, waarom geeft u degenen die maar een uur gewerkt hebben hetzelfde als ons, die toch de hele dag moeite en hitte hebben doorstaan?' Toen zei de heer: 'Wat gaat het jullie aan als ik goed en barmhartig ben? Ben ik soms onrechtvaardig als ik uit goede wil ook de laatsten hetzelfde geef als jullie? Waren wij het dan niet over een stuiver eens geworden? Jullie hebben zelf niet meer gevraagd! En als ik jullie nu geef watje gevraagd hebt, wat willen jullie dan nog meer van mij? Ben ik dan niet heer over mijn eigen vermogen, waarmee ik kan doen wat mij goeddunkt?!' Daar hadden de eerste arbeiders geen antwoord op, en zij waren tevreden met hun dagloon.
[5] En Ik zeg jullie allen ook, dat Mijn Vader , die in Mij is, bij jullie hetzelfde zal doen, -en dan zullen ook de eersten de laatsten en de laatsten de eersten zijn.
[6] De wijnstokken in de wijnberg stellen de oorspronkelijke mensen van deze aarde voor, die bewerkt moeten worden. Zij hebben geen dienstverband met Mij, maar zij moeten bewerkt worden om een goede vrucht op te brengen voor God de Heer .
[7] Alle profeten zijn echter, zoals jullie nu hier, wat betreft hun ziel niet afkomstig van deze aarde, maar zij zijn van boven aangestelde werkers, en hebben eerst een degelijk contract met Mij afgesloten ten aanzien van het verkrijgen van het kindschap van God, dat slechts op deze aarde mogelijk is.
[8] Alle grote profeten vanaf het begin tot op heden, jullie meegerekend, die een grote openbaring ontvingen, zijn de eerst gehuurde werkers voor de wijnberg van de Heer.
[9] De kleine profeten, die slechts een halve dienst moeten verrichten, namelijk het instandhouden van de eens gegeven grote openbaring, zijn degenen die in Mijn naam na jullie zullen komen, die ook wel zelfbepaalde kleine openbaringen ontvangen en daarmee voorspellingen doen, maar de kracht en macht die Ik jullie geven zal, niet zullen bezitten. Zij zullen ook hetzelfde loon ontvangen, omdat hun geloof sterker moet zijn; want omdat zij niet zien wat jullie nu allemaal zien en meemaken, zal hun meer uit vrije wil voortkomende geloof hun ook als een grotere levensverdienste aangerekend worden. Wanneer zij dus hetzelfde loon zullen krijgen als jullie, bedenk dan dat zij het moeilijker hadden om te geloven wat nu tot heil van alle schepselen gebeurt, omdat zij niet zoals jullie getuigen van dat alles zijn geweest.
[10] Tenslotte zullen er nog heel veellater nogmaals, vlak voor een groot gericht, zieners gewekt en toegelaten worden, die de korte, grote inspanning op moeten brengen om de zeer onzuiver geworden leer te zuiveren, opdat deze behouden en niet door de meer verlicht denkende mensheid als oud priesterbedrog verworpen wordt. Deze derde groep arbeiders in Mijn wijnberg zullen niet door grote wonderdaden, maar alleen door het zuivere woord en de Schrift werken, zonder een andere opvallende openbaring te krijgen dan slechts het innerlijke, levende woord in het gevoel en in de gedachten van hun hart, en zij zullen vol zijn van helder, verstandig geloof en zo, zonder wonderen, de verdorde mensenwijnstokken in Mijn wijngaard oprichten, en dan van Mij ook hetzelfde loon krijgen dat jullie als arbeiders voor een hele dag zullen krijgen; want het zal voor hen veel moeilijker zijn om vast en zonder twijfel datgene te geloven wat meer dan duizend jaar vóór hen hier is gebeurd.
[11] Ook al liggen dus de grote openbaringen behoorlijk ver uit elkaar, toch zorgt God er steeds voor dat er altijd meteen weer nieuw gewekte zieners onder de mensen komen zodra de lessen van de grote openbaring enigszins onzuiver beginnen te worden, en dat gebeurt op zo'n manier, dat daarbij de vrije wil van geen enkel mens enige dwang ondervindt. Want de grote openbaringen worden juist steeds lange tijd na elkaar gegeven om ervoor te zorgen dat de vrije wil van de mensen zo min mogelijk wordt aangetast.
[12] Wanneer uiteindelijk de wereld de mensen weer te ver van hun geestelijke baan heeft doen afwijken, blijft er natuurlijk niets anders over d.an over te gaan tot een grote openbaring, die echter altijd een gericht met zich meebrengt, omdat de openbaring zelf een treurig gericht voor de mensen is. Want zolang je het dode hout niet aansteekt, zal het niet branden; maar het vuur ontsteekt het. En kijk wat het vuur voor het hout is, dat is een grote openbaring voor de mensen. Begrijpen jullie dat nu?'
«« 176 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.