De reden van het ongeloof van de tempeldienaren

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 203 / 248 »»
[1] Ook wij aten en dronken, en de Romeinen deden hetzelfde en spraken onder elkaar veel over Mij; zij konden echter niet zo goed begrijpen hoe en waarom Ik, met Mijn goddelijke kracht en macht, voor dat handjevol joden uit de tempel had kunnen vluchten.
[2] IK zei tegen Agricola: 'je vergist je als je denkt dat Ik eventueel uit angst voor de joden gevlucht ben! Maar Ik wist waarom Ik het deed. Het ging er voornamelijk om, dat het volk Mij herkende en dat het ook de slechte, ongelovige, zelfzuchtige joden beter leerde kennen dan eerder ooit het geval was. Daarom vergreep het zich later ook aan hen, en bezorgde hun een ovatie die zij hun leven lang niet meer zullen vergeten. Waarom had Ik Mij aan die boosaardige mensen moeten vergrijpen, terwijl ik toch van te voren wist wat hen wachtte zodra Ik uit de tempel zou gaan? Er zitten hier wel zeventig getuigen die heel goed weten hoe het de woedende joden na Mijn vertrek is vergaan.'
[3] DE ROMEIN zei: 'Luister, goddelijke Meester, wij als Romeinen, hebben slechts een beperkte kennis van de godsdienst der joden, en toch geloven wij dat U waarachtig de aan de joden beloofde Messias bent! Waarom geloven dan nu juist de joden dat niet, die met uw godsdienst toch beslist het meest vertrouwd zijn? Wat voor reden hebben zij om dat niet te geloven, terwijl zij toch zien dat vele anderen het wel geloven?'
[4] IK zei: 'Dat doet hun zelfzucht, hun onbegrensde hoogmoed en hun eveneens onbegrensde heerszucht. Naar hun idee moet de Messias met een alle begrip te boven gaande hemelse pracht onder donder en bliksem, uit de hemelen neerdalen, Zijn intrek in de tempel nemen en de hogepriesters, Farizeeën en schriftgeleerden bekleden met alle macht en alle luister, de Romeinen het land uitjagen, en de tempeldienaren aan Zijn zijde met alle macht en gezag uitrusten, zodat zij dan weldra over de hele wereld zouden kunnen heersen.
[5] Omdat Ik echter op een heel andere wijze, die reeds voor de schepping van deze wereld precies vastgesteld was, uiterst armoedig en behoeftig op deze wereld gekomen ben, daarom geloven deze blinden niet dat Ik de Beloofde ben, en zij haten Mij omdat zij wel inzien dat door Mij al hun aanzien en al hun macht binnenkort verloren gaat.
[6] Het volk leert hen nu pas goed kennen en heeft geen eerbied meer voor hen, wat zij heel goed merken, en zij proberen daarom steeds of zij Mij doden kunnen. Als jullie daar eens goed over nadenken, zullen jullie wel inzien waarom de priesters niet in Mij geloven.
[7] Er zijn echter ook al een aantal priesters naar Mij overgegaan, omdat zij beseft hebben dat Ik echt de Messias ben, en die zitten hier aan Mijn tafel in Griekse kledij en trekken als Mijn leerlingen nu al meer dan een half jaar met Mij rond en zijn getuige van heel veel van Mijn onderricht en daden. Vraag het hun, dan zullen zij jullie alles vertellen!
[8] En deze twaalf, die hier het dichtst bij Mij zitten, zijn vanaf het begin van Mijn optreden bij Mij geweest, en weten vrijwel alles wat Ik onderwezen en wat Ik tot heil van alle mensen gedaan heb. Ook met hen kunnen jullie spreken, en zij zullen niets voor jullie verborgen houden. Maar nu eten en drinken wij; later zullen we dan verder spreken!'
[9] Met deze uitleg waren de Romeinen heel tevreden en AGRICOLA zei: 'Priestervolk behoort toch overal bij Pluto! Men zou het helemaal af moeten schaffen en alleen Uw waarachtige, zuivere goddelijke leer aan alle mensen verkondigen!'
«« 203 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.