[2] LAZARUS, die met ons meegegaan was, zei: 'Heer, zie toch eens, zoveel arme mensen! En wat zien ze er toch beklagenswaardig uit!'
[3] Daarop zei IK: 'Velen onder hen zijn door de Farizeeën in deze ellende en armoede gestort; daarom wordt toegelaten dat zij nu bedelen. Straffen, verdriet, ergernis en verkropte woede en toorn hebben er tenslotte zulke gebrekkige mensen van gemaakt. Ik ben nu juist hierheen gekomen om hen lichamelijk te helpen, opdat zij in het vervolg toch hun brood met hun handen kunnen verdienen.'
[4] Enigen vroegen ons om een aalmoes.
[5] Maar IK zei tegen hen: 'Zouden jullie niet liever met je eigen handen je brood willen verdienen, dan hier zo ellendig te zitten bedelen?'
[6] Toen zeiden ALLEN: 'O Heer, wie u moge zijn, dat zouden wij duizend maal liever doen als we maar, zoals vroeger, gezond waren! Maar kijk eens naar onze voeten en handen en oordeel dan zelf eens of wij soms tot werken in staat zijn!'
[7] IK zei: 'Ja, dat zie Ik wel; Ik wilde daarmee echter alleen maar vragen of jullie niet liever helemaal gezond zouden willen worden en dan liever zouden werken, dan hier zo ellendig te moeten bedelen!'
[8] Daarop zeiden ALLEN: 'O man, als dat mogelijk zou zijn, dan zouden we meteen opstaan en op weg gaan om werk en brood .te zoeken! ,
[9] IK zei: 'Jullie weten toch dat het vandaag .sabbat is en dat het dan misschien niet zo te pas komt om jullie van je vele, oude kwalen te genezen!'
[10] DE ARME MENSEN zeiden: Heer, wij zijn goed voorgelichte Joden, maar er is ons niets van bekend dat Mozes of welke andere profeet dan ook ooit verboden heeft op de sabbat een goede daad te verrichten! Als men op de sabbat zelfs een ziek dier mag helpen zonder daardoor de sabbat te ontheiligen, waarom zou men dan een mens met mogen helpen als hij nog te helpen is?! En waarom hollen de Farizeeën, als ze tevens geneesheer zijn, ook op de sabbat naar de rijke zieken?! Die zouden toch, wel het best moeten weten of zij daardoor de sabbat ontheiligen of niet! .
[11] IK zei tegen hen: 'Jullie antwoord is erg goed, en nu wil Ik en zeg: Wordt allen helemaal gezond!'
[12] Toen zagen zij dat hun gebrekkige ledematen weer helemaal recht en gezond waren en een van hen, die zijn rechterhand vanaf de elleboog miste, kreeg ook deze hand terug. Dat was voor de genezen mensen toch wel iets te wonderbaarlijk. Daarom vroeg er een, wie Ik wel.was, dat mijn woord kon wat de kunde van iedere geneesheer te boven ging.
[13] IK zei: 'Dat zullen jullie nog wel eens te weten komen, -maar sta nu op, en ga heen en zoek werk en brood! '
[14] Nu zei LAZARUS tegen hen: 'Mochten jullie nergens werk vinden, ga dan naar Bethanië; de heer van het grote landgoed heeft werk voor honderden!'
[15] Allen stonden daarna op, bedankten en gingen weg.
[16] Datzelfde teken werd ook bij. de andere zes poorten van de stad verricht, want de oude stad van David had zeven poorten, waaronder drie grote en vier kleine. Bij de laatste, grote poort werden wij echter door drie passerende Farizeeën aangehouden en terechtgewezen, omdat het met paste zoiets op een sabbat te doen.
[17] Maar DE GENEZEN MENSEN kwamen snel overeind en zelden dreigend: 'Tien jaar lang bivakkeerden wij, ellendigen, voor de poorten en nog nooit heeft een van jullie ons gevraagd wat ons mankeerde, en nog minder heeft een van jullie ons ooit een aalmoes gegeven, - en willen jullie nu deze echte wondergenezer terechtwijzen omdat hij ons weer onze gezonde en ten dele zelfs ontbrekende ledematen teruggaf?! .
[18] Heeft Mozes dan niet geboden ook op de sabbat zelfs een ziek beest te helpen?! Hoeveel meer zal het dan wel geboden zijn om op de sabbat een lijdend mens te helpen?! Maak nu dat je wegkomt - anders zullen Wij jullie Mozes beter leren verstaan en begrijpen!
[19] De drie zagen wel in dat het niet zo erg raadzaam was een verdere discussie met de genezen mensen aan te gaan, en zij maakten dat ze wegkwamen. De genezen mensen spraken hun dank uit en gingen toen ook vlug naar Bethanië, nadat Lazarus hen eerst een aalmoes had gegeven. En zo kreeg Lazarus, die allang arbeiders te kort kwam op zijn uitgebreide bezittingen, ook ongeveer honderdtwintig arbeiders, die hij heel goed kon gebruiken en waarmee hij niet het gevaar liep dat zij, zoals al vaak het geval was geweest, door de tempelpriesters bij hem weggelokt konden worden.
[20] Wij verwijderden ons ook snel en gingen naar een ander plaatsje, dat ongeveer twee uur van Bethlehem vandaan lag en merendeels door Grieken en Romeinen bewoond werd. Daar zochten wij een goede herberg en gingen naar binnen.
«« 23 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.