De genezingen van de Heer in een plaatsje bij Bethlehem

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 24 / 248 »»
[1] DE HEER DES HUIZES, een rechtschapen Romein die ook heel goed Hebreeuws sprak, zei: 'Ja, beste mensen, ik ben heus erg blij met zo'n groot aantal gasten, maar er doet zich in mijn grote en rijk van. alles voorziene herberg een waar MALUM OMEN * (* Een slecht teken, in de zin van ongeluk.) voor. Al acht dagen lang liggen namelijk mijn brave vrouw, die in de keuken vrijwel onmisbaar is, en ook mijn twee oudste dochters, die al even bruikbaar zijn, met hoge koorts in bed. Griekse noch Joodse dokters kunnen hen helpen en daarom ziet het er nu voor mijn keuken erg slecht uit. Brood en wijn heb ik wel, maar andere gerechten zijn zelfs voor mij nu heel moeilijk te krijgen!'
[2] LAZARUS, die de waard reeds lang kende, zei: 'Maak je maar niet druk over je huiselijke perikelen; je huis is nu een groot geluk te beurt gevallen! Kijk, de grote wondergenezer is hier bij ons, over wie je van reizigers uit Galilea al veel gehoord zult hebben! Vraag het Hem, dan zal het direct beter gaan met je zieken!' ..
[3] DE WAARD vroeg: 'Wie is het? Ik heb reeds meermalen ongelofelijke dingen over hem gehoord!'
[4] LAZARUS zei: 'Hij staat naast mij!'
[5] Toen de waard dat hoorde, viel hij letterlijk voor Mij neer en smeekte Mij om zijn drie zieken te helpen; want hij geloofde vast, wat Lazarus hem vertelde~
[6] Maar IK zei tegen hem: 'Sta op en ga heen; want je zieken zijn al helemaal beter, laat hen maar een goede maaltijd voor ons klaarmaken!'
[7] Vlug stond de waard op en haastte zich naar de ZIEKEN, die heel opgewekt tegen hem zeiden: 'Kijk eens, we zijn ineens zo gezond als nooit tevoren! Als je wilt, staan we op en gaan in de keuken aan de slag! ,
[8] DE WAARD zei: 'Doe dat; want ik weet dat jullie volkomen gezond zijn! De rest vertel ik nog wel!'
[9] Maar de vrouwen vroegen toch aan de waard om hen vlug te zeggen wie hun grote weldoener was, dan konden zij naar hem toegaan om hem eerst heel hartelijk te bedanken.
[10] De waard zei echter, dat hij met ruim vijftig gasten was gekomen en dat ze allemaal vóór alles een goed middagmaal wensten. Hoewel het nu al bijna het vijfde uur na de middag was, kon hij hun niets anders geven dan brood, wijn en zout. Daarom moesten zij hun dankbaarheid voor de grote weldoener vooral in de keuken tonen, voor het andere zou er ook na de maaltijd nog tijd genoeg zijn. ..
[11] Dat maakte indruk, en de kokkinnen waren snel als de wind in de keuken, en de vele bedienden moesten direct allerlei opdrachten uitvoeren om de drie in de keuken met man en macht te helpen. Vervolgens kwam de waard opgewekt de grote gelagkamer binnen en dankte Mij met tranen in zijn ogen voor de grote genade die hem bewezen was, zoals hij dat uitdrukte.
[12] Maar IK zei tegen hem: 'Maak er geen ophef van; jij bent geholpen en meer is niet nodig! ,
[13] Daarop zei DE WAARD: 'O meester en vriend, er is beslist nog meer nodig! Ten eerste sta ik duidelijk bij u in de schuld, en ten tweede moet ik nu openlijk bekennen dat ik u voor meer aanzie dan voor alleen maar een mens! En daarom zou het zeker volgens de goede orde zijn om zo'n waarlijk Godmens een offer te brengen! ,
[14] IK zei: 'Dat is allemaal niet nodig! Ik ben nu slechts een mens zoals ieder ander van vlees en bloed;je zult nog wel vroeg genoeg meer daarover horen! Maar wees nu opgewekt en vrolijk, zoals wij allen! ,
[15] Daar was de waard erg blij om en hij haalde bekers.. en bracht ons meteen de allerbeste wijn uit zijn kelder, die hij gewoonlijk alleen maar de hoogste Romeinen voorzette als zij door deze streek reisden - wat langs deze belangrijke heerbaan bepaald niet zelden voorkwam.
[16] Onze Judas greep meteen naar een beker en dronk hem met grote teugen bijna tot op de bodem leeg. Dat zagen de andere leerlingen en zij vroegen hem, wie dan wel het meeste recht had om het eerst van de beste wijn van de waard te proeven.
[17] Daarop antwoordde hij (JUDAS ISKARIOT): 'Ik had een ontzettende dorst en de vorige wijn vond ik niet goed genoeg; maar als het niet juist is, dan zal Hij mij er wel attent op maken, daarover hoeven jullie mij niets te verwijten!'
[18] Maar IK keek om en zei tegen de leerlingen: 'Laat hem; want hem verbeteren staat gelijk met het met alle geweld wit willen wassen van een Moor!'
[19] Toen Judas dat hoorde, schaamde hij zich, ging naar buiten en verdween, zodat wij hem daarna drie dagen lang met meer te zien kregen. Hij zocht echter een andere herberg op, waar hij voor eigen rekening introk; want hij zag altijd kans onderweg heimelijk wat geld te verdienen.
[20] Allen waren blij dat hij weg was, en wij brachten bij de waard, die ons goed verzorgde, nog acht volle dagen door, en Ik genas in deze plaats nog een aantal zieken.
[21] Toen echter al gauw daarna de aanloop van mensen te groot werd, gingen wij 's morgens vroeg op weg naar een andere streek, waar wij eveneens weer goed onderdak kregen en de zieken genazen. Daar moesten ook de leerlingen, Judas uitgezonderd, bij de zieken de handen opleggen, en het ging met allen bij wie de leerlingen de handen oplegden, beter. Zelf deed Ik daar weinig tekenen, maar Ik onderhield mij met Lazarus, die nog altijd bij ons was, en met de andere waard.
[22] Ondertussen kwamen wij weer in Bethanië bij Lazarus en bij onze waard. En beiden vonden thuis alles tot in de puntjes geregeld, hoewel zij bijna vier weken lang met Mij rondgetrokken waren. Bij de waard bleven we weer acht dagen en daarna weer bij Lazarus, die veel plezier beleefde aan de arbeiders die hij in Bethlehem had aangenomen en die in zijn dienst niets te kort kwamen.
[23] Toen de genezen mensen Mij zagen, vielen zij van dankbaarheid letterlijk voor Mij op hun knieën en wilden Mij echt aanbidden, want zij waren reeds van Martha en Maria te weten gekomen wie Ik eigenlijk was.
[24] Maar IK zei tegen hen: 'Zwijg voorlopig! Binnenkort zal er nog een tijd komen dat ook jullie kunnen spreken!'
[25] Daarop gingen zij vlug staan, beloofden te zwijgen en begonnen meteen aan het werk dat hun opgedragen was.
«« 24 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.