[2] Maar IK zei: 'Wie behoefte aan rust heeft, moet gaan rusten; Ik heb er echter geen behoefte aan en daarom ga Ik nu ook nog niet rusten. Bovendien is het voor het lichaam beslist niet bevorderlijk meteen na een maaltijd te gaan rusten; daarom blijven we nog een paar uurtjes wakker . Maar wie voelt dat hij rust nodig heeft, laat die gaan rusten!'
[3] ALLEN zeiden: 'Nee, nee, o Heer, wij willen met U wakker blijven tot de morgen, als U het wilt! Want wij weten maar al te goed dat bij U alles een innerlijke, onnaspeurbare betekenis heeft, en dus schuilt hier ook beslist wat achter, en dus blijven wij wakker!'
[4] IK zei: 'Jullie hebben gelijk; waak en zorg dat niemand van jullie in verzoeking komt!'
[5] Toen vroegen MIJN EERSTE LEERLINGEN aan Mij: 'Heer, wat kan ons in Uw nabijheid dan wel in verzoeking brengen?! Want wij hebben aan Uw zijde toch al zo veel beleefd, en er heeft ons nog heel weinig ook maar een moment in verzoeking gebracht.'
[6] IK zei: 'O, beroem je daar maar niet op, want de geest van de verzoeking gaat rond als een hongerige, brullende leeuwen probeert de mensen te verslinden! Jullie kunnen niet waakzaam genoeg zijn en niet genoeg letten op ieder zuchtje wind datje o zo licht prikkelt! Als zo'n prikkeling de mens in zijn hart ook maar een haarbreedte aan haar kant gebracht heeft, dan zal het hem heel veel wilskracht kosten om zijn eerdere standpunt te herwinnen. Onthoudt dat allen goed; want zolang de mens in deze wereld leeft, denkt, wil en handelt, weegt zijn vlees zwaarder dan zijn ziel.'
[7] PHILIPPUS zei: 'Dat is maar al te waar, en ik heb dat allemaal heel goed bij mijzelf waargenomen; maar nu ik oud ben, doet geen enkele verzoeking mij nog iets. Ik heb maar één fout en die bestaat uit een soort geloofszwakte die zo nu en dan optreedt, dat wil zeggen, ik geloof eigenlijk wel alles wat U zegt, o Heer, -maar als mijn verstand alles soms niet meteen begrijpt, dan wordt mijn geloof ook zwak, en dan verval ik meteen in allerlei zorgelijke vragen waarop van geen enkele zijde een duidelijk antwoord in mijn hart te vinden is, en dan begin ik al gauw lichte twijfel te voelen. Dat is de enige verzoeking die mij nog steeds zo nu en dan besluipt. Maar U, o Heer, zou mij daar wel van kunnen bevrijden en U zou mij daardoor een zeer gelukkig mens maken!'
[8] IK zei: 'Als Ik dat door de kracht die in Mij woont zou doen, zou je geen vrij mens meer zijn, erg traag worden en al gauw ophouden om je ziel te oefenen in het steeds meer winnen van de ware levenskracht.
[9] Laat dus daarom een ieder zijn last gewillig dragen en zich steeds oefenen in alle goede dingen van het innerlijke leven! Op de juiste tijd zal daardoor ook zijn levensmaat vol worden en dan zal hij pas ware onvergankelijke vreugde hebben over het brood dat hij zo zelf in het zweet van zijn aangezicht verworven heeft.
[10] Stel je eens een heel verwekelijkt mens voor, die vanaf de wieg totaal niets hoefde te doen. Hij at en dronk de beste spijzen, leerde hoogstens alleen maar te praten en droeg behalve zijn kleren nooit enige last. Als zo iemand dan een gewicht van maar enkele ponden over een bepaalde afstand moet dragen, zal hij dat nauwelijks kunnen, omdat hij daarvoor zijn fysieke krachten nooit ook maar in het minst geoefend heeft. Als hij dan toch begint zijn lichamelijke krachten door een langzaam toenemende bezigheid te oefenen, zal hij het binnen enkele jaren ook zover brengen, grotere lasten met gemak op te tillen en te vervoeren. Maar zou hij ook tot deze grotere lichaamskracht gekomen zijn als hij maar steeds de andere mensen voor zich de lasten had laten tillen en dragen?!
[11] En kijk, precies zo ziet het er bij jou met je denkvermogen uit! Je hebt dat vanaf je jeugd veel te weinig geoefend en pas nu op latere leeftijd ben je het wat meer gaan oefenen, en je hoeft je er dus ook niet over te verwonderen dat je nu veel dingen niet zo snel onthoudt en begrijpt als menig ander .
[12] Ik ben echter een goed leraar en leider en Ik draag Mijn leerlingen niet op handen over alle wegen en voetpaden, hoe steil en oneffen ook, maar laat hen zelf lopen opdat ze sterk genoeg worden om voortaan zelfstandig over alle wegen te kunnen gaan, ook de ruwste.
[13] Als iemand echter op een bepaalde weg een hindernis ontmoet die echt te groot is, dan zal Ik hem wellicht en kracht geven om ook die grote hindernis te overwinnen. Maar in de eerste plaats moet elk mens zelf alles doen wat in zijn vermogen ligt; als hij meer nodig heeft, zal hem dat op het juiste moment gegeven worden. -Heb je dat nu goed begrepen?'
[14] PHILIPPUS zei: 'Ja, Heer, dat heb ik nu goed begrepen, en ik zal alle mogelijke moeite doen om in mijn denken en geloven zo sterk mogelijk te worden!'
«« 52 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.