[2] IK zei: 'Een ander wel, -maar dit niet! De wind van vanmorgen heeft het zo ver hierheen gevoerd; maar een andere wind zal het wel weer terugdrijven. Dat is nu juist het schip met die slechte mensen uit Jeruzalem, die Mij moeten vangen en doden. Maar nu bevinden zij zich in Mijn gevangenschap en zullen nog een paar dagen en nachten daarin moeten blijven, - dan moet een wind hen naar de kust achter Tiberias drijven en ze verlossen van hun kwelling. Daarop zullen zij helemaal ontnuchterd naar huis gaan en Mij niet zo gauw meer achtervolgen en naar het leven staan. Kijk, de wind is al bij hen en drijft het schip van deze oevers weg! Maar laten we ons daar niet verder in verdiepen; in huis wacht heel iets anders op ons! Laten we daarom in onze herberg gaan!'
[3] De waard en iedereen was erg nieuwsgierig naar wat er dan daar voor nieuws voor ons zou zijn, en we gingen daarom heel snel het huis binnen. En kijk, de oudste dochter van de waard lag nagenoeg dood op een bed en droop van het water. Zij was alleen naar de grote visvijver gegaan om een paar van de edelvissen voor ons avondmaal te halen; maar zij kon de grote, sterke dieren niet de baas en werd door een vis die heftig opsprong, in het diepe water geworpen. Op haar geroep kwamen weliswaar meteen redders aangelopen; maar zij konden haar met de beste wil niet vlug genoeg uit het water krijgen, en het gevolg daarvan was dat zij dood uit het water gehaald werd. Dat dit grote ontzetting in het hele huis teweeg bracht en men meteen iemand naar de stad stuurde om een dokter te halen, die ook meteen kwam en alle moeite deed om het verdronken meisje weer tot leven te brengen, behoeft nauwelijks vermeld te worden. Maar ondanks alle tranen van haar moeder en de andere broers en zusters, en ondanks alle moeite van de dokter, gaf de drenkelinge geen teken van leven meer .
[4] Toen werd ook onze WAARD bang, en hij wendde zich smekend tot Mij en zei: 'Heer, ik weet nu, dat alle dingen U mogelijk zijn!'
[5] IK viel hem in de rede en zei: 'Zeg nu niets; Ik wil hier geen opzien baren! De dokter, die ook een Farizeeƫr is, zal spoedig zijn conclusie trekken en zeggen: 'Mijn moeite is bij deze drenkelinge volkomen vergeefs, want zij is onherroepelijk dood. ' Betaal hem dan snel voor zijn moeite, dan zal hij daarna ook meteen hier verdwijnen; Ik zal dan wel onder vier ogen het Mijne voor je doen. Maar als Ik Mijn handen op het verdronken meisje zal leggen, mag er buiten ons niemand in de kamer zijn, - ook je vrouw en je andere kinderen niet.'
[6] Spoedig daarop verklaarde de dokter dat de dochter helaas gestorven was. Maar ze moesten haar toch in verwarmde doeken wikkelen; misschien zou ze binnen enige uren toch nog ontwaken. Dat zei hij echter alleen maar om de ouders nog enige troost te geven. De waard betaalde de dokter, die ook direct met een vrolijk gezicht vertrok en beloofde, dat hij terstond zelf de klaagvrouwen zou laten komen. De waard zei echter, dat hij daarmee nog tot morgen moest wachten; als het nodig was, zou hij zelf 's morgens wel naar hem toekomen. Daarop ging de dokter weg.
[7] En toen de kamer vrijgemaakt was van alle overbodige mensen, ging IK naar de drenkelinge, legde haar Mijn hand op en zei: 'Dochter, sta op uitje slaap!'
[8] En op datzelfde ogenblik richtte de dochter zich in bed op en vroeg meteen, wat er nu met haar gebeurd was. Zij wist wel dat ze in het water gevallen was, maar hoe zij nu in dit bed was gekomen wist zij beslist niet.
[9] IK zei daarop tegen haar: 'Kijk, lichamelijk was je helemaal dood; maar Ik, die Zelf het leven ben, heb je nu het leven teruggegeven. Gebruik echter in het vervolg je verstand en doe alleen maar werk waarvoor je krachten toereikend zijn, omdat je anders weer iets dergelijks zou kunnen overkomen. Vlijt is bij een mens altijd te prijzen; wanneer hij echter zijn krachten ,overschat, is hij niet meer te prijzen, maar erg dwaas. Onthoud dat en zeg het ook tegen je moeder en je broers en zusters, die overigens erg braaf zijn! Maar sta nu op en laatje aan je moeder zien en je broers en zusters die nog heel erg om je treuren, en zorg nu voor ons avondmaal!'
[10] Daarop stond de dochter snel op van het bed, dankte Mij voor die grote genade en ging toen meteen de kamer uit naar haar moeder en broers en zusters, die zich toen allen van louter vreugde geen raad wisten.
[11] DE DOCHTER verklaarde echter luid: 'De grote meester uit Nazareth heeft dat aan mij gedaan, maar hij zei ook dat we voor hem daarom nu meteen een goed avondmaal moeten klaarmaken, -dus laten we dat dan ook gelijk doen!'
[12] Toen stak iedereen de handen uit de mouwen en al gauw stond er een overvloedige maaltijd voor ons. De waard kon van louter dankbaarheid bijna geen woord uitbrengen.
[13] DE NIEUWE LEERLINGEN bekwamen ook bijna niet van hun verbazing over dit teken en zeiden: 'Dat zou zeker de hele tempel bekeren!'
[14] Maar IK zei: 'Een nog groter teken van gelijke aard zal de tempeldienaren juist dermate over Mij verbitteren, dat zij dan alles in het werk zullen stellen om Mij te doden. Meer behoef Ik jullie heus niet te zeggen! -Laten we er niet verder over praten, maar in plaats daarvan nu opgewekt eten en drinken wat er voor ons staat! ,
[15] Daarop aten en dronken de leerlingen en hielden zich bezig met allerlei verhalen over hun belevenissen en ervaringen.
«« 73 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.