De Heer wekt de gestorven zoon van de tollenaar op

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 83 / 248 »»
[1] Vervolgens ging de tollenaar haastig naar huis en vroeg thuis meteen hoe het met zijn geliefde zoon ging.
[2] DE DRIE DOKTERS zeiden echter tegen hem: 'Heer, het is heel ernstig met uw zoon! Hij is niet meer te redden! Wij hebben vrijwel alles geprobeerd wat onze wetenschap en ervaring ons ingaven, maar het was allemaal vergeefse moeite. Als wij hem nog een uur in leven kunnen houden dan mag dat een groot wonder heten!'
[3] Daarna ging DE TOLLENAAR naar zijn zoon, die reeds stervende was; maar hij zei toch tegen hem: 'Mijn zoon, deze drie dokters zullen je niet helpen, maar er zal straks een andere dokter komen die je zal helpen; want op hem vestig ik al mijn vertrouwen en mijn volle geloof.'
[4] Toen hief DE ZIEKE zijn hoofd op en zei met een gebroken, zwakke stem: 'Ja, de dood zal mij helpen, - maar een dokter niet meer!'
[5] De tranen sprongen DE VADER in de ogen, en hij zei tegen zijn zoon: 'Nee, nee, niet de dood, maar het leven zal je helpen! Want de onbekende dokter die ik heb gesproken en eerder nog nooit heb gezien, wist, dat jij al zevenjaar ziek was, en hij zei ook dat hij je nog zou kunnen helpen ook al zou je al gestorven zijn, en dus geloof ik dan ook vast in zijn woorden.'
[6] Daarop zei de zoon niets meer, en DE DOKTERS zeiden: 'We moeten hem volledig met rust laten, want de minste opwinding doodt hem! Kijk, zijn gezicht heeft al alle tekenen van de dood!'
[7] Het duurde nu nog een half uur, toen zuchtte de zieke nog eenmaal diep en stierf.
[8] Nu zeiden DE DOKTERS: 'Waar is nou uw dokter die uw zoon zou kunnen helpen ook als hij al gestorven zou zijn?!'
[9] Toen kwam IK de kamer van de zieke binnen en zei luid: 'Hier sta Ik en ik ben geen grootspreker zoals jullie, maar wat Ik zeg is de volle en onbedrieglijke waarheid uit de hemelen van God! ,
[10] DE DRIE BOZE DOKTERS zeiden: 'Hier ligt de dode voor u, onbekende praatjesmaker! Help hem, als u dat mogelijk is, dan zullen wij ons tot op de grond voor u buigen en zelf bekennen dat wij niets anders zijn dan pure grootsprekers!'
[11] IK zei: 'Ik heb noch uw buiging en nog minder uw bekentenis nodig, maar Ik doe, wat Ik doe, omdat Ik het zo doen kan en ook zo doen wil! Als Ik echter zeg dat Ik het doen kan, dan matig Ik Mij niets aan, omdat Ik het doe uit Mijn hoogst eigen kracht die in Mij is, en Ik heb daar ook geen ander middel voor nodig dan Mijn eigen, vrije wil; maar u verkondigt aan iedereen dat u de beste meesters in uw kunst bent, - en wat is het resultaat van uw grootsprekerij?
[12] Daar voor u ligt het! De jonge man kreeg wat koorts, - een lepel gebrand zout met zeven lepels wijn zouden hem voor altijd genezen hebben! U kende dit geneesmiddel wel, maar u dacht en zei: 'O, dat is de zoon van een rijk man, die kan die lichte koorts jarenlang houden, dat levert ons dan veel geld op! Als de zoon oud genoeg wordt, zal de koorts hem vanzelf wel verlaten. ' Ik zeg u echter, slechte dokters: De koorts zou . de zoon ook al lang geleden verlaten hebben, maar u hield hem in stand om er aan te verdienen, en u maakte er een slopende koorts van die u nu niet meer genezen kon, en zodoende werd u vanwege uw gemene hebzucht ware moordenaars van deze jonge man!
[13] U noemde Mij een grootspreker en u hebt Mij nooit eerder gezien en gekend; Ik ken u echter allang en zeg als uw 'grootspreker' nu over u de volle waarheid en daardoor heb Ik u uw eigen bekentenis bespaard! Van het feit dat Ik nu over u de waarheid gesproken heb, zal het weer volkomen tot leven wekken van deze gestorven mens het duidelijkste getuigenis geven!'
[14] Toen zeiden DE DRIE DOKTERS, honend glimlachend: 'Nu, dan zijn we beslist van iedere aanklacht vrijgesproken!'
[15] IK zei: 'Dat zal meteen blijken!'
[16] Daarbij liep Ik naar de dode toe en zei: 'Jorabe, sta op uitje slaap en getuig over de grote onbetrouwbaarheid van deze drie, die Mij uitmaakten voor een grootspreker! ,
[17] Ogenblikkelijk stond de dode van zijn bed op en was zo fris en gezond alsof hem nooit iets had gemankeerd. De vader was toen zo blij dat hij niet wist of hij Mij of de hem weergegeven zoon het eerst uit liefde en dankbaarheid aan zijn borst zou drukken.
[18] Maar IK zei tegen hem: 'Wacht daar maar mee; zorg er echter voor dat uw zoon Jorabe wat te eten krijgt en daarna wat wijn!'
[19] Dat werd allemaal snel geregeld, evenals een buitengewone maaltijd voor ons.
«« 83 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.