De openbaring in Indië

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 107 / 229 »»
[1] Toen zei Agricola tegen Mij: 'Maar Heer en Meester, ik dacht dat Indië een land was van wonderen en hoge beschaving, op de wijze van de oude Egyptenaren, een rijk waar het moet wemelen van kunst en hogere kennis. En nu blijkt, dat daar het absolute tegendeel heerst van wat ik mij van het grote Indië heb voorgesteld! O Heer, wanneer zal dit volk dan wel tot het levenslicht komen?'
[2] Ik zei: 'Ook voor dat volk zal gezorgd worden; maar het is er nu nog lang niet rijp voor. Het gewone volk is echter erg gehoorzaam en ook zeer geduldig en op zijn manier vroom en het heeft een vast geloof. Als men het dit nu af zou nemen, zou men het doden en dat zou slecht zijn voor de ziel van het volk. Het is daarom nu nog raadzaam, Indië niet al te zeer te verlichten vóór de juiste tijd, wel moet het van tijd tot tijd druppelsgewijs gevoed worden en het is ook al gevoed, waarom men daar ook heel speciale wijze mannen en zieners vindt, zoals de eigenlijke joden ze nu niet meer hebben. En deze wijzen en zieners verspreiden ook al een heel goed schemerlicht bij vele mensen. Zonder zo'n schemerlicht zouden deze drie de verre weg hierheen niet gevonden hebben.
[3] Toen Ik in deze wereld in Bethlehem in een schapenstal geboren werd, kwamen uit datzelfde morgenland ook drie wijzen, die Mij als eersten een groet brachten en Mij goud, wierook en mirre offerden, waarna zij weer naar hun land terugkeerden; en enige tijd geleden kwamen zij nogmaals, en deze waard en buurman van Lazarus heeft hen gezien en gehuisvest. Dus daar zijn ook al wijzen, maar niet erg veel!
[4] Bovendien zijn de Indische priesters ten opzichte van wijzen en zieners, die zich wat op de achtergrond houden, nu niet meer zo streng als zij honderd jaar geleden waren en nog heel veel strenger waren drie-, vier-, vijthonderd jaar geleden; want een aantal grote epidemieën, die de zieners voorspeld hadden, waarvan de Indiërs en vooral de groten en machthebbers voor twee derde deel het slachtoffer werden, alsook grote aardbevingen, stormen en overstromingen hebben de priesters en de koningen wat zachter en verdraagzamer gemaakt, hoewel zij in het algemeen nog dezelfde oude grondbeginselen van onverdraagzaamheid en barbaarse straffen aanhouden. En daarom zal het voor dit zinnelijke volk nog lange tijd duren, eer het volledig rijp zal zijn voor een hoger licht.
[5] Rafaël heeft de drie magiërs helemaal volgens Mijn wil bewerkt en hij heeft ze op die wijze ook gauw gewonnen, en dat was goed; maar vóór morgen mogen jullie Mij niet helemaal aan hen bekend maken. -Daar komen Lazarus en Rafaël al terug; ze zullen ons dadelijk voor de avondmaaltijd uitnodigen. Maar daarna zullen we weer hierheen gaan om de schepping te beschouwen.'
[6] Nadat Ik dat gezegd had, was Lazarus al bij Mij en nodigde ons uit voor de avondmaaltijd en Rafaël nam de drie magiërs mee. Toen wij in huis op onze oude plaatsen aan tafel zaten, verbaasden de magiërs zich over de schitterende inrichting van de grote eetzaal, maar nog meer over de speciaal voor hen gedekte tafel, die prachtig was in zijn echt Indische overvloed, en waarop zich de kostbaarste Indische avondspijzen bevonden.
[7] De hoofdmagiër stond op en zei tegen Lazarus: 'Maar edele vriend, waarom al die verkwisting voor ons drieën? Voor dat geld konden vele arme mensen immers jarenlang goed verzorgd worden! Hebben jullie dan geen armen in jullie land en in deze stad?'
[8] Lazarus zei: 'O ja, die hebben we genoeg en ikzelf verzorg er velen! Kijk, aan die lange tafel daar, langs de brede wand van deze zaal, zitten er al minstens zeventig, en op mijn vele andere bezittingen vinden velen een onderdak, passend werk en verzorging! En als er nog meer armen bij mij komen, vinden zij in al mijn huizen een open deur. Wees daarom maar niet bezorgd. over de kleine eer die ik jullie als vreemdelingen bewijs, door Jullie op Jullie eigen wijze te bedlenen! Eet en drink nu naar hartelust!'
[9] Het drietal deed dat toen ook en verwonderde zich uitermate over de buitengewoon goede smaak van de spijzen en de wijn, en ze verzekerden aan één stuk door dat zij zoiets kostelijks nog nooit geproefd hadden.
«« 107 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.