De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 126 / 229 »»
[1] Ik zei: 'Niets is gemakkelijker dan dat, en wel omdat er namelijk, zoals Ik je eerder heb laten zien, bij de mensen allerlei verschillen moeten zijn, zodat men elkaar nodig heeft en men elkaar op verschillende manieren kan dienen.
[2] Als alle mensen even ijverig waren en ook dezelfde talenten zouden hebben, dan zouden zij elkaar al gauw helemaal niet meer nodig hebben; daarom hebben reeds kinderen van ‚‚n en hetzelfde ouderpaar verschillende talenten en verschillende begaafdheden. De opvoeder moet deze echter goed kunnen beoordelen en de kinderen dan ook in overeenstemming met hun talenten en begaafdheden onderricht geven, dan zullen zij allemaal naar het juiste doel geleid worden.
[3] Maar als jij ondanks de verschillende talenten en begaafdheden van je kinderen wilt dat ze bijvoorbeeld allemaal kleermaker of wever worden, dan zul je natuurlijk alleen maar bij diegenen echte vlijt en ijver bespeuren, die ook talent hebben voor hetgeen ze leren. Die er weinig of helemaal geen talent voor hebben, zullen er ook weinig ijver voor tonen. Zulke kinderen zullen ook weinig goeds voor het welzijn van hun medemensen presteren, wanneer ze later zelfstandige mensen worden, omdat zij zonder het juiste talent het moeizaam geleerde nooit zo grondig kunnen beheersen als degenen die er reeds vanaf hun geboorte de juiste aanleg voor hadden.
[4] Dus de oorzaak van het feit dat het ene kind ijveriger is dan het andere, ligt begrijpelijkerwijs voornamelijk bij de ouders en andere leraren van de jeugd. De wijnstok brengt de druif en de vijgenboom de vijg als vrucht voort, en beide vruchten smaken zoet; maar als je de vijgenboom net zo behandelt als de wijnstok, zal hij weinig vrucht dragen, en als je de wijnstok zo ongesnoeid laat doorgroeien als de vijgenboom, dan zal de wijnstok al gauw verkommeren en weinig druiven opleveren. Heb je dat goed begrepen?'
[5] Hierop zei de magi‰r: 'O Heer, ik dank U voor deze belangrijke en zelfs heerlijke uitleg! Ja, zo kan een mens pas beseffen hoe blind en dom hij bij al zijn vermeende wijsheid is! Wat beeldt menig wereldse wijze zich toch in, terwijl hij uiteindelijk door de bomen het bos niet meer ziet! Als een mens zijn ogen maar een beetje wilde opendoen, ligt het zo voor de hand! leder kind heeft duidelijk een andere gestalte; de een is vaak groter dan de ander, de een is ruwer, een ander heel fijn en teer, en zo zijn er alleen al uiterlijk bij de kinderen van ‚‚n en hetzelfde ouderpaar heel grote verschillen. Wat een verschillen zullen er dan innerlijk wel niet zijn?
[6] Zouden de uiterlijke kenmerken voor een denkend mens niet voldoende moeten zijn om aan de hand van de daarin aanwezige verschillen ook de verschillen af te leiden van de in de mens aanwezige talenten en bekwaamheden, zodat een wijs leraar en meester de mens op zijn talenten zou kunnen wijzen en hem met raad en daad behulpzaam zou kunnen zijn om de aanwezige talenten op een edele en succesvolle wijze te ontwikkelen? 0 nee, dat is voor de blinde wijze, zoals ik er zelf ‚‚n was en nog ben, beslist niet voldoende! Hij wil de mensen allemaal gelijk hebben; ze moeten allemaal denken en handelen zoals hij en gewillig lasten dragen waar ze geen kracht voor hebben, en zo worden van de mensen in plaats van wijzen, niet zelden narren gemaakt, die noch zichzelf, noch iemand anders van nut kunnen zijn. Voor deze les dank ik U, o Heer, nogmaals uit de diepst van mijn hart; want deze zullen we het eerst op onze eigen kinderen vruchtbaar toepassen..
[7] Daarop zei Agricola: 'Ja, het is werkelijk een gouden les, die ook wij Romeinen ons ten nutte zullen maken, en ik al heel in het bijzonder; want ten eerste heb ik zelfkinderen, en ten tweede zullen de jonge mensen die ik van hier mee naar Rome neem, zo opgevoed worden als hun talenten mij dat zullen aangeven. Natuurlijk moet er bij allen een zekere zelfde basisvorming voorafgaan, zoals: lezen van de Schriften, schrijven en rekenen, en ook het leren van de talen die in het hele Romeinse rijk door de mensen gesproken worden; want zonder deze noodzakelijke kennis is er van een mens met veel te maken. Vervolgens moet ieder mens overeenkomstig zijn grootste talent gevormd worden. - Heer, is dat juist?'
[8] Ik zei: Zeker, want alle mensen moeten eerst kunnen lopen, met hun handen kunnen grijpen, met hun ogen kunnen zien en met hun oren kunnen horen, voor zij in staat zijn praktische bezigheden te verrichten. En zo moet de mens ook de doorjou genoemde voorkennis hebben, om met behulp daarvan gemakkelijker tot de ware levenswijsheid te kunnen komen. Maar daarbij moet er toch wel op worden toegezien dat de mensen deze voorkennis en het leren daarvan niet tot hoofdzaak maken, en zich niet hun leven lang bezig houden met het bestuderen van geschriften en talen, en daarbij de innerlijke vorming, die de geest in de mens wekt, vergeten; want daarin is tenslotte toch enkel en alleen de hele waarde van het leven gelegen. Want wat zou een mens er aan hebben als hij alle geschriften van de wereld kon schrijven en begrijpen en alle menselijke talen zou kunnen spreken, maar schade zou lijden aan zijn ziel?!
[9] Zoek daarom v¢¢r alles Gods rijk op aarde, zoek het in je, - en met het Gods rijk in je, zal je ook al het andere gegeven worden; maar zonder het rijk van God heeft de mens -ook al bezat hij alle schatten der aarde en had hij de kennis van alle.wereldse wijzen -zo veel als niets.
[10] Wie Gods rijk in zijn hart bezit, heeft alles. Hij heeft de hoogste en diepste wetenschappen in zich, en het eeuwige leven en de kracht en macht daarvan, en dat is toch zeker meer dan alles wat de mensen op deze wereld ooit als groot en meest waardevol hebben erkend.
[11] Jullie zullen je er morgen in Emmas allemaal van overtuigen, wat het betekent om een volmaakt mens te zijn. Ik zeg jullie: E‚n waarachtig volmaakt mens kan meer dan alle andere onvolmaakte mensen op de hele aarde.
[12] Streven jullie er daarom vooral naar om volmaakte mensen te worden! Als jullie dat zijn, dan ben je alles en heb je alles.
[13] Maar Ik zeg jullie ook, dat het bereiken van het rijk van God nu geweld vereist. Wie het willen bezitten, moeten het met kracht letterlijk naar zich toetrekken; wie dat niet zullen doen, zullen het ook moeilijk reeds hier op aarde volledig tot hun levend bezit kunnen maken..
«« 126 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.