De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 145 / 229 »»
[1] De man uit Opper-Egypte zei: 'Kijk, ik ben nog in de hoogste mate een volmaakt natuurmens en bezit nog die gaven die God ons gaf, waardoor de mens als het sluitstuk en volmaaktste deel van de hele schepping de eigenlijke heer wordt van de hele natuur, van haar geesten en elementen, en ik ben tot veel in staat. Ik ken alles wat menselijk, dierlijk, plantaardig en mineraal is op de hele aarde, van het ontstaan ervan tot aan de toekomstige totale vernietiging, en ik ken zelfs al jullie morele, godsdienstige en staatkundige omstandigheden en ik versta ook alle talen, zelfs die van de dieren, zonder dat ik die ooit uit enig geschrift geleerd heb; want dat alles leerde mij mijn geest die mij door God gegeven werd, reeds in mijn negentiende jaar.
[2] Zodoende kan ik jullie zeggen, dat jullie zelf jullie Mozes allang volkomen aan de kant hebben gezet, en omdat jullie zo graag over jullie medemensen heersen en een sterke neiging hebben naar traagheid, luxe, hoererij en echtbreuk, voor jullie zelf wetten hebben gemaakt, wanneer je je medemensen kwelt en pijnigt. Jullie leggen hun ondraaglijke lasten op, die je zelf voor geen goud van de wereld met een vinger aanraakt omdat je in jezelf niet meer in een God gelooft. Want als jullie nog in een God zouden geloven, zoals eens jullie stamvader Abraham geloofd heeft, dan hadden jullie de wetten die God aan Mozes gegeven heeft, beslist niet vernietigd en verdraaid. Dan hadden jullie de profeten die God onder jullie heeft opgewekt om jullie steeds te laten weten hoe ver je van Zijn wegen afgeweken bent, niet met stenen gedood.
[3] Nu is waarlijk de grootste en voor jullie ook laatste profeet precies in die tijd opgestaan die door jullie profeten voorspeld werd. Hij leert de waarheid en laatje zien dat jullie, tengevolge van je grote en grove zonden tegen de wil van God, geen kinderen van God meer zijn, maar kinderen van de duivel. Dat vervult jullie heel begrijpelijk met toorn en woede tegen Hem en jullie proberen Hem daarom te vangen en te doden.
[4] Ik, als wijze die niet van hier afkomstig is, zeg jullie dat jullie dat plan, doordat Hij het toelaat, ook nog tot uitvoering kunnen brengen en dat ook zullen doen, omdat jullie wil door en door boosaardig is. Maar jullie zullen slechts Zijn lichaam voor drie dagen vernietigen; Zijn eeuwige, almachtige Geest kunnen jullie niet samen met het lichaam vernietigen en die geest zal Hem binnen drie dagen opwekken. Degenen die in Hem geloofd hebben zijn te benijden; maar duizendvoudig te beklagen zijn jullie, boosaardige huichelaars, bedriegers en onderdrukkers van de mensen! Met jullie zal gebeuren wat eergisteren nacht aan het firmament getoond werd! - Hebben jullie me begrepen?' .
[5] Met een boos gezicht zei de Farizeeër: 'Hoe durf jij, een vreemdeling, ons zoiets in het gezicht te zeggen?! Ken je onze macht? Weetje ondanks je alwetendheid niets over onze macht?'
[6] De man uit Opper-Egypte zei: 'Ik zei jullie dit juist, omdat ik de volslagen nietigheid van jullie macht en de volledige waarheid van de mijne, die voor duizendmaal duizend soldaten niet zou beven, maar al te duidelijk en te goed ken! Ik zei jullie alleen maar de waarheid. Waarom willen jullie die tot jullie heil, waar nog steeds een mogelijkheid voor bestaat, niet horen? Omdat jullie geen kinderen van God meer zijn, maar kinderen van jullie hoogst eigen duivel! Daarom ergert je nu wat ik jullie gezegd heb, en daarom willen jullie Gods heilige man ook doden! Geloof maar, maar dat ik werkelijk niet bang ben voor jullie van kwaadheid gloeiende gezichten; een teken dat ik zal doen zal jullie meteen de reden daarvan duidelijk maken! Zien jullie daar hoog in de lucht die reuzenadelaars rondzweven?'
[7] De Farizeeën en ook de Levieten keken omhoog en zagen daar twaalf van die gevreesde reuzenadelaars, en een Farizeeër zei: 'En wat hebben die dieren te betekenen?'
[8] De Egyptenaar zei: 'Deze dieren heb ik juist hierheen geroepen om jullie te laten zien dat een volmaakt mens heer is over de hele natuur. Ik roep ze nu ook dadelijk naar beneden, zodat jullie hen van dichtbij beter zult kunnen bekijken!'
[9] Daarop maakte de Egyptenaar met zijn rechterhand slechts één beweging en de reuzenadelaars schoten pijlsnel naar beneden en omringden de tempeldienaren. Die schrokken geweldig en vroegen de Egyptenaar dan ook om de dieren, die zich heel wild en woest gedroegen, te bevelen hun geen kwaad te doen! ' .
[10] De Egyptenaar zei: 'Zijn jullie voor deze dieren al zo geweldig bang? Hoe komt het dan dat jullie niet bang zijn voor Hem die jullie zoeken en die oneindig veel meer kan dan ik?
[11] Kijk eens hoe ontzettend blind, dom en onnozel jullie zijn en daardoor ook uiterst boos en wraakzuchtig! Een echt wijs man is dat nooit; hij zal de dwazen hun slechte streken wel ten strengste verbieden en hen pas door een gericht tuchtigen, wanneer zij al zo verstokt, boos en kwaadaardig zijn geworden dat er geen kans op verbetering bestaat, zoals bij Jullie, dienaren van de tempel, volledig het geval is. Wat zou mij kunnen gebeuren als Ik jullie door deze dieren, die mij volkomen gehoorzamen, liet verscheuren? Ik zeg je: niet het geringste!
[12] Jullie denken weliswaar dat ik met jullie vieren wel gauw klaar zou zijn -maar wat zou er gebeuren als een gewapend leger mij zou omringen en met scherpe pijlen op mij zou schieten? Dan zou ik met dat hele leger doen wat ik nu, om jullie een bewijs te leveren, alleen door mijn wil enkele ogenblikken met jullie zal doen en nu al gedaan heb! Probeer nu eens weg te gaan, of je handen te gebruiken! Alleen jullie tong laat ik de volle vrijheid, maar verder lijken jullie op de zoutpilaar, waarin Lots vrouw door haar ongehoorzaamheid veranderde'.
[13] Toen probeerden de vier mannen hun voeten van de grond te krijgen en hun handen te bewegen, wat echter onmogelijk was. Daarom smeekten zij de Egyptenaar om hen uit deze benarde toestand te bevrijden; want zij waren van plan hun instelling te veranderen.
[14] De Egyptenaar zei: 'Dat zullen jullie wel niet doen; maar ik laat jullie toch vrij!'
[15] Toen konden zij hun voeten en handen weer vrij bewegen, en de ene Farizeeër zei: 'Als je zo'n onbegrijpelijke macht bezit zou je toch al lang één van de machtigste heersers over de hele wereld kunnen zijn. Wie zou je kunnen weerstaan?'
[16] De Egyptenaar zei: 'Ik ben geen blinde wereldse dwaas, zoals jullie; mij is alles gelegen aan de ware erkenning van de enige ware God, aan Zijn levende genade en liefde, en aan het juiste erkennen van de heilige wil van de eeuwige Vader en ik wil mij daar strikt aan houden, -en zie, dat is oneindig veel meer dan alle schatten op aarde!
[17] Als jullie, zogenaamde priesters, datzelfde ook doen, dan zouden jullie daar meer aan hebben dan aan al jullie vele goud en zilver en al jullie edelstenen.
[18] Zolang jullie vroegere koning Salomo niet op een gouden troon zat en in gouden vertrekken woonde, was hij wijs, en door zijn wil bezat hij een grote macht; maar toen hij later met de glans van het goud omgeven was, verloor hij zijn wijsheid en macht en Gods grote genade. Wat had de zwakkeling dan aan zijn onmetelijke wereldse schatten, toen hij tenslotte zelfs aan het bestaan van God begon te twijfelen?!
[19] Maar Salomo was in zijn laatste tijd, met al zijn twijfels toch nog veel beter dan jullie nu zijn. Zijn begeerte naar pracht en ook zijn grote zucht naar vrouwen hebben Salomo het misnoegen van de Heer bezorgd, omdat Salomo Hem negeerde, hoewel Hij hem tweemaal verschenen was, met hem gesproken had en hem waarschuwde, om nooit van Zijn wegen af te dwalen. Het gevolg daarvan was dat zijn grote rijk verdeeld werd en aan zijn zoon slechts het kleine gebied rondom Jeruzalem werd toebedeeld; en zelfs deze genade viel Salomo alleen maar ten deel vanwege zijn vader David. Maar jullie zal helemaal geen genade meer ten deel vallen, jullie zullen ondergaan in de poel van jullie ontelbaar vele zonden en jullie totale onverbeterlijkheid!'
«« 145 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.