De drie graden van innerlijke levensvervolmaking

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 155 / 229 »»
[1] Ik zei: 'Beloven is veel gemakkelijker, dan het beloofde te doen! Jullie zijn nog te veel gehecht aan de wereld en aan jullie grote schatten, waaraan veel bloed van weduwen en wezen kleeft, en dat schept voor wereldse mensen altijd een vrijwel onoverbrugbare kloof
[2] Maar zoals bij God alle dingen mogelijk zijn, is het ook voor de meest verstokte wereldse mens en zondaar mogelijk, zich snel en doeltreffend te veranderen als hij oprecht, in het volle geloof en vertrouwen op God, doet wat de goddelijke wijsheid hem aanraadt. Hij moet dan aan zichzelf door een rigoureuze ommekeer van zijn wil een echt wonder verrichten, en wel door een totale zelfverloochening van al zijn vroegere zwakheden, gewoonten, lusten en slechte neigingen, die uit de ongegiste en erg onzuivere natuurgeesten van zijn lichaam in zijn ziel opstijgen en deze verontreinigen en mismaken.
[3] Tel nu eens op hoeveel verschillende hartstochten jullie wel hebben! Neem een ernstig besluit, die allemaal te overwinnen en Mij dan na te volgen! Als jullie dat kunnen, dan kunnen jullie ook al gauw de innerlijke levensvervolmaking bereiken; maar als je dat niet kunt, is het heel moeilijk.'
[4] De Farizeeën zeiden: 'Wat ernstige wil betreft, daar ontbreekt het bij ons niet aan; want als we toch ernstige wil te over hadden om te zondigen, waarom zouden we die dan niet kunnen hebben om het goede te doen?'
[5] Ik zei: 'Ja, ja, dat is niet zo slecht geredeneerd! Maar de wil om te zondigen vindt in de mens altijd veel steun, en wel in de prikkels en neigingen van zijn lichaam; maar voor de wil om het goede te doen vindt hij in zijn lichaam helemaal geen steun, die vindt hij alleen in het geloof in een waarachtig God, en vooral in de liefde tot Hem, en ook in de hoop dat de beloften die God hem gegeven heeft volledig in vervulling zullen gaan.
[6] Wie dus door het vaste en levende geloof, door de liefde tot God en de naaste en door de onwankelbare hoop, alle slechte hartstochten van zijn lichaam kan bestrijden, en zodoende meester is geworden over zichzelf, die zal dan ook weldra heer over de hele zichtbare natuur worden, en dan bevindt hij zich, omdat hij volkomen heer over zichzelf is geworden, ook reeds in de eerste graad van de waarachtige innerlijke levensvervolmaking hoewel het hem nog meermalen niet ontbreken zal aan allerlei verzoekingen, die hem zullen prikkelen tot het begaan van de een of andere lichte zonde.
[7] Als hij er nu ook in slaagt met al zijn zintuigen een standvastig verbond te sluiten, om zich van alle aardse prikkels af te keren en zich alleen maar naar het puur geestelijke toe te keren, dan is dat al een zeker teken vol levenslicht, dat de innerlijke geest uit God de ziel helemaal doordrongen heeft, en dan bevindt de mens zich in de tweede graad van de innerlijke, ware levensvervolmaking.
[8] In deze graad heeft de mens ook zo'n sterkte en levensvrijheid gekregen dat hij, omdat hij in zijn ziel helemaal vervuld is van Gods wil en volgens deze kan handelen, nooit meer enige zonde kan begaan; want omdat hij zelf rein is geworden, is voor hem ook alles rein.
[9] Maar hoewel de mens dan al een volmaakt heer over de gehele natuur is en in zichzelf de volledige overtuiging heeft dat hij onmogelijk meer kan zondigen, omdat al zijn doen en laten geleid wordt door de ware wijsheid uit God, dan blijft hij daardoor toch alleen maar in de tweede graad van de innerlijke levensvervolmaking.
[10] Maar er is nog een derde en allerhoogste graad van innerlijke levensvervolmaking
[11] Waaruit bestaat die dan, en hoe kan de mens die bereiken?
[12] Die bestaat daaruit, dat de volmaakte mens, goed wetend dat hij nu als een machtig heer van de hele natuur zonder zonde kan doen wat hij maar wil, toch zijn wilskracht en macht deemoedig en zachtmoedig in toom houdt, en bij alles wat hij doet en laat uit pure liefde tot God wacht tot hij rechtstreeks van God daarvoor een opdracht krijgt, -wat juist voor de volmaakte heer van de natuur ook nog een heel moeilijke opgave is, omdat hij in zijn volkomen wijsheid altijd beseft dat hij volgens de in hem zelf wonende wil uit God alleen maar juist kan handelen.
[13] Maar een nog dieper gaande geest beseft ook dat tussen de speciale wil van God in hem en de meest vrije en eindeloos algemene wil in God nog een groot onderscheid bestaat, waardoor hij zijn speciale wil helemaal ondergeschikt maakt aan de algemene goddelijke wil en alleen maar uit eigen kracht iets doet, wanneer hij direct door de enige, eigen wil in God opdracht daartoe krijgt. Wie dat doet, heeft in zichzelf de meest innerlijke en allerhoogste levensvervolmaking bereikt, dat is de levensvervolmaking in de derde graad.
[14] Wie die bereikt, is ook volledig één met God en bezit net als God de hoogste macht en kracht over alles in de hemel en op aarde, en niemand kan hem die ooit meer ontnemen omdat hij volkomen één is met God.
[15] Maar deze hoogste levensvervolmaking, waarin de aartsengelen zich bevinden, kan niemand bereiken voordat hij de eerste en tweede graad van levensvervolmaking bereikt heeft.
[16] Iedere aartsengel heeft de macht al datgene ogenblikkelijk tot stand te brengen, wat God onbeperkt Zelf tot stand kan brengen; maar toch doet geen aartsengel iets helemaal uit zichzelf, maar pas wanneer hij daarvoor van God Zelfde opdracht krijgt. Daarom vragen zelfs de hoogste aartsengelen als zij vooral bij de mensen van deze aarde een bepaald gebrek zien, of God hun wil opdragen dit of dat te doen.
[17] Kijk naar deze jongeman! Hij bevindt zich geheel in de derde graad van innerlijke levensvervolmaking, en wat hij wil is reeds zo goed als een volbrachte daad; maar toch doet hij uit zichzelf en voor zichzelf niets, maar alleen wat Ik wil. Als Ik hem echter zeg: 'Handel nu puur uit jezelf, en naar eigen goeddunken, dan zal hij ook laten zien wat in hem is en daarnaar handelen.'
[18] De Farizeeën zeiden: 'Dus die jongeman is al gelijk aan een aartsengel; want Uw innerlijk is immers de volledige zuivere geest van God?'
[19] Ik zei: 'Ja, ja, zalig degene die dat in zijn hart gelooft!'
«« 155 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.