[2] Ik zei: ' Als dat jullie volkomen ernst is, blijf dan maar hier, dan zal het nog heel anders geregeld worden! Ik zal Mijn jeugdig uitziende dienaar opdracht geven om alles voor jullie te regelen en jullie families naar Bethanië naar het huis van Lazarus te brengen en al jullie schatten hierheen; hij zal dat heel snel uitstekend in orde brengen. - Zijn jullie het daar mee eens?'
[3] De Farizeeën zeiden: 'Ja, Heer, als dat mogelijk is, dan zou ons dat wel heel goed uitkomen!'
[4] Ik zei: 'Bij God zijn alle dingen mogelijk! En waartoe Mijn dienaar in staat is, heeft hij jullie al eerder laten zien. Maar ga zelf met hem praten!'
[5] De Farizeeën zeiden: 'O Heer en Meester, spreekt U liever met hem, dan zal alles veel beter geregeld zijn dan wanneer wij hem mogelijkerwijs een onhandige, onverstandige raad zouden geven!'
[6] Ik zei: 'Nu goed dan, omdat je dat in je hart inziet en wenst, zal Ik dat ook doen.'
[7] Ik riep nu Rafaël en gaf hem innerlijk een aanwijzing alles uit te voeren.
[8] Rafaël vroeg aan de Farizeeën binnen welke tijd zij het gedaan wilden hebben.
[9] En de Farizeeën zeiden: 'O beste dienaar van Jehova, dat laten we helemaal aan jou over! Als het echter voor vanavond zou kunnen gebeuren, zou dat ons natuurlijk erg goed uitkomen; want morgen is het sabbat, waarop men niets kan en mag regelen.'
[10] Rafaël zei: 'Wat zouden jullie er van zeggen als ik jullie zaak nu al nauwgezet geregeld had?'
[11] De Farizeeën zeiden: 'Hoe zou dat kunnen? Je bent immers geen moment afwezig geweest! En hoe zouden onze families nu al in Bethanië kunnen zijn? Ze hebben meer dan een uur nodig om door de grote stad te lopen en vanaf de stad neemt de weg voor mensen die geen sterke benen hebben ook ruim twee uur in beslag, volgens Romeinse tijd! Zoiets kan dus wel als zuiver onmogelijk beschouwd worden!'
[12] Rafaël zei: 'Ik heb echter al een paar uur geleden geweten dat dit zou gebeuren, en ik heb jullie families reeds met juiste aanwijzingen geleid, en zij bevinden zich nu al ongeveer een halfuur gezond en wel in Bethanië; jullie schatten bevinden zich reeds in handen van hen die jullie zelf op aanraden van de Heer daarvoor aangewezen hebben, en zodoende is alles al geregeld.
[13] Om je daar zelf echter voor een deel van te overtuigen, kun je met mij naar de hut gaan en kun je het gedeelte in ogenschouw nemen waar Nikodemus voor gaat zorgen!'
[14] Daarop gingen de beide Farizeeën en de twee levieten met Rafaël naar de hut en vonden de hun welbekende schatten in goede orde op een daar aanwezige tafel.
[15] Toen zij dat zagen, sloegen zij hun handen van verbazing ineen en zeiden (de Farizeeën en Levieten): 'Ja, ja, hier heerst Gods kracht! Dat zijn dingen die geen mens kan doen! Maar, aanvallige dienaar van de enige ware, almachtige God, zeg ons eens op welke manier jou dat mogelijk was?'
[16] Rafaël zei: 'Op precies dezelfde manier als ik jullie al eerder heel duidelijk en goed heb laten zien! Want mijn gedachte, verenigd met mijn wil, die weer helemaal Gods wil is, is gelijk te stellen met mijzelf; ik kan daardoor overal werkend aanwezig zijn. Wie dat kan, is god gelijkend volmaakt in zijn innerlijke leven.
[17] Zo is God ook, persoonlijk als wezen in persoon slechts Eén, nu hier in de persoon van de Heer volkomen aanwezig, en bevindt Zich verder nergens in de hele oneindigheid. Maar Hij is door Zijn wil en door Zijn kristalheldere gedachten toch in de hele oneindigheid volledig werkzaam vertegenwoordigd. Als dat niet zo was, was er geen aarde, geen maan, geen zon en waren er geen sterren en dus ook geen andere schepselen daarop en daarin. Want alle hemellichamen en hun schepselen zijn van de alfa tot de omega Zijn door Zijn wil vast en onveranderlijk vastgehouden gedachten en ideeën, die hij in de mens tot zelfstandige wezens omvormt, en wel zo, dat zij in alles volledig aan Hem gelijk zullen zijn, -wat natuurlijk een werk van Zijn liefde en Zijn eeuwige wijsheid is. Nu heb ik jullie verteld hoe de zaken staan, en gaan we hier weg!'
[18] Daarop kwamen alle vijf weer naar beneden, en een Farizeeër ging naar Nikodemus en deelde hem mee wat er zich in de hut bevond.
[19] Maar Nikodemus antwoordde hem: 'Vriend, ik heb het al gehoord, en volgens de raad van de Heer zal alles zeker op de beste manier gebeuren! Maar laten we nu allemaal weer rustig zijn; want de Heer gaat nogmaals iets doen wat Hem binnen Zijn orde voor vandaag noodzakelijk schijnt!'
«« 164 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.