[2] Toen daar op deze wijze voor gezorgd was, riep Ik de nog steeds aanwezige zeventig arbeiders bij Mij (Luc. 10,1) en zei tegen hen: 'Hier is brood en wijn! Neem, eet en drink en sterk je; want hierna zal Ik jullie voor Mij uitzenden naar steden, markten en dorpen om de mensen voor te bereiden op Mijn komst! Maar eerst moeten jullie eten en drinken; straks zullen we verder spreken over deze belangrijke zaak!'
[3] De geroepenen namen brood en wijn en sterkten zich.
[4] Toen zij daarmee klaar waren, dankten zij en één uit hun midden zei: 'Nu, Heer en Meester, zijn we gereed om van U de aanwijzingen te ontvangen die U ons genadig zult willen meedelen! Uw wil geschiede; deze alleen zal voortaan de enige kracht zijn van waaruit wij zullen handelen!'
[5] Ik zei: 'Wel goed dan! Kijk, de oogst is groot, het veld met rijpe vruchten strekt zich over de hele aarde uit; maar er zijn altijd nog maar weinig arbeiders! Vraag daarom aan de Heer van de oogst of Hij vele arbeiders in Zijn oogst wil uitzenden.' (Luc. 10,2)
[6] De spreker zei: 'Ja, Heer, daarom vragen wij U ook; want U alleen bent Heer van de oogst.'
[7] Ik zei: 'Ga dan twee aan twee naar alle plaatsen van het joodse land, en ook naar het land van de Samaritanen!
[8] Ik zend jullie als lammeren onder de wolven, die jullie echter niet hoeven te vrezen; want Mijn kracht zal jullie moed geven tegenover hen. (Luc. 10,3) Draag daarom geen buidel, geen zakken, geen stokken, geen schoenen aan de voeten, en ook zullen jullie geen twee overkleden dragen! Wees ernstig en daarbij toch zachtmoedig! Groet ook niemand op straat verlang echter ook niet dat iemand jullie groet* (* heeft betrekking op het uitgebreide begroetingritueel dat in die tijd als eerbetoon vereist werd.); want jullie zijn immers allemaal gelijke kinderen van één en dezelfde Vader in de hemel! (Luc. 10,4) Slechts één is jullie Heer en Meester, maar jullie zijn allemaal broeders. Laat jullie groet de ware wederzijdse broeder en naastenliefde zijn; wat minder of meer is dan dat, is uit den boze! Men zal kunnen zien dat jullie waarlijk Mijn leerlingen zijn aan het feit dat jullie elkaar wederzijds liefhebt, zoals ook Ik jullie liefheb.
[9] Als jullie in een stad of dorp een huis binnengaan, zeg dan: 'Vrede zij in dit huis!'( Luc.10,5) Als zich daar een kind van de vrede bevindt, dan zal ook jullie vrede op hem rusten; waar het echter niet zo is, zal jullie vrede weer tot jullie terugkeren. (Luc. 10,6) Waar jullie vrede zullen vinden, in dat huis moetje blijven, en eet en drink zonder angst of gewetensbezwaren wat men jullie voor zal zetten! Want als jullie als arbeiders voor Gods rijk in een huis zijn, dan zijn jullie ook, net als iedere ijverige arbeider, jullie loon waard.
[10] Waar twee van jullie ergens in een huis zijn opgenomen, blijf dan ook in datzelfde huis en ga niet vanwege de verzorging van het ene huis naar het andere; want dat is niet passend, want je komt niet als één of andere arbeidsschuwe bedelaar in een plaats of in een huis, maar als een rijk begiftigd overbrenger van Mijn woord en daardoor als de brenger van het ware rijk van God en Zijn eeuwige zegen. (Luc. 10,7)
[11] Zelfs als jullie in een stad komen waar merendeels heidenen wonen en men zou jullie daar in een heidens huis gastvrij opnemen, dan moet je daar ook blijven en eten wat men op tafel zet! Want wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet, maar wat de mond uitgaat dat verontreinigt de mens, -zoals Ik jullie al op de Olijfberg duidelijk heb laten zien waaruit dat bestaat, wat de mond uitgaat en de mensen verontreinigt. (Luc. 10,8)
[12] Als jullie echter in een stad of in een andere plaats komen waar jullie in geen enkel huis onderdak wordt gegeven, ga dan naar buiten in de vrije stegen en op de straten en zeg: 'Ook het stof dat zich in jullie stad aan onze voeten heeft gehecht, schudden wij op jullie terug! Maar weet wel dat door ons het rijk van God dicht bij jullie was!'(Luc. 10, 10-11)
[13] Ik zeg jullie echter, dat het op de dag die Ik jullie op de Olijfberg heb getoond, de stad Sodom draaglijker zal vergaan dan zo'n stad die jullie niet wil aannemen! Wee, Chorazin, wee Betsaïda! Als datgene wat er bij jullie is gebeurd in Tyrus en Sidon gebeurd was, dan zouden zij in zak en as boete hebben gedaan; daarom zal het Tyrus op de dag des oordeels draaglijker vergaan dan jullie! En jij, Kafarnaüm, tot in de hemel verheven, zult in de hel neergestoten worden!' (Luc. 10, 12-15)
[14] Toen zeiden sommige van mijn eerste leerlingen onder elkaar: 'Hoor toch eens hoe Hij nu weer ijvert tegen die steden die Hij reeds eenmaal in Kis bij Kisjonah ook al met zoveel vuur gedreigd heeft! Het is wel waar dat Hij daar, wat de hele plaats betreft, het minste geloof heeft gevonden; maar sommigen hebben hem toch aangenomen en als de ware Zoon van God en bemiddelaar van de joden wel erkend! Wijzelf horen toch ook bij Kafarnaüm! Het is toch merkwaardig wat hij op sommige dagen met Kafarnaüm heeft!'
[15] Ik zei tegen de leerlingen die zich zo verwonderden: 'Wat mokken jullie toch onder elkaar? Wat is Chorazin, wat Betsaïda, en wat Kafarnaüm? Dat zijn zij die Mijn leer niet willen aannemen, en ondanks alle tekenen niet geloven dat Ik de beloofde en nu in deze wereld gekomen Messias ben! Ik heb jullie toch ook al een keer voor Mij uitgezonden naar die steden en andere plaatsen, en hoe zijn jullie in die plaatsen opgenomen? Jullie hebben vuur uit de hemel over hen afgeroepen! Kunnen jullie je er dan nu over verbazen dat Ik bij deze gelegenheid, nu Ik ook weer leerlingen voor Mij uitzend in de wereld der gruwelen, juist dat gezegde weer herhaal, opdat ook zij zullen weten hoe zij zich tegenover zulke mensen moeten gedragen die Ik nu aanduid met de namen van die steden, waar het jullie helemaal niet goed vergaan is?!
[16] Daarom zeg Ik nu tegen jullie allen, en niet alleen tegen deze zeventig: Wie jullie hoort, hoort ook Mij; wie jullie veracht, veracht ook Mij. Wie Mij echter veracht, veracht zeker ook Hem die Mij in deze wereld gezonden heeft; want Ik en Hij zijn één.'
[17] Daarop strekte Ik Mijn handen uit over de zeventig en zei: 'Neem aan de macht van Mijn wil! Als jullie bij allerlei zieken en gebrekkigen zullen komen, leg hun dan de handen op in Mijn naam, dan zal het beter met hen gaan! Als jullie bij mensen komen die door duivels ( onreine geesten in het vlees) bezeten zijn, gebied deze dan ook in Mijn naam, dan zullen zij het lichaam van de geplaagden verlaten en daarheen gaan waarheen jullie willen dat ze gaan!
[18] Ik geef jullie ook macht over de kwade geesten in de lucht, over die in het water en over de boze geesten in de spelonken der aarde. Verder geef Ik jullie macht om op schorpioenen te treden en over slangen te gaan, en ook om iedere vijand van jullie te verdrijven, en niets zal in staat zijn jullie kwaad te doen.
[19] Wees ook niet bang 's nachts onderweg te zijn, en heb geen angst voor stormen, voor bliksem en donder; want ook daarover kunnen jullie gebieden, en het kwaadaardige gedierte van de bossen en de woestijnen zal voor jullie ogen vluchten. En zo toegerust kunnen jullie nu wel van hier weggaan, gekleed zoals je nu bent.
[20] Maar onthoud ook nog het volgende: Voor niets heb Ik jullie dit alles nu gegeven, evenzo moeten jullie het aan de mensen die waardig daarvoor zijn, weer uitdelen; maar aan menselijke zwijnen moet je deze parels niet toewerpen! En sta nu op en ga waarheen de geest jullie zal leiden!'
[21] Daarop dankten alle zeventig Mij voor die grote genadegaven en vertrokken twee aan twee in alle richtingen.
«« 166 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.