[2] 'U, Heer, heeft echter toegelaten dat Uw volk het huis van Jacob heeft losgelaten; want Uw volkeren zijn nu erger dan de vreemdelingen uit het Oosten! Zij bedrijven nu ook toverij zoals de Filistijnen, en van de kinderen van de vreemdelingen nemen zij er veel als hun eigen aan. Hun land is vol zilver en goud, en aan hun schatten komt geen einde; en hun land is ook vol paarden en aan hun wagens komt geen einde. Ook is hun land vol afgoden, en zij, de mensen, aanbidden het werk van hun handen, dat hun vingers gemaakt hebben. Daarvoor buigt het volk en daarvoor verdeemoedigt zich de edelman. Dat zult U, Heer, hun niet vergeven. Trouweloos volk, ga dan naar de rotsen van de bergen en verberg je in de aarde uit vrees voor de Heer en voor Zijn heerlijke majesteit!'(Jes.2, 6-10)
[3] Deze vijf verzen horen bij elkaar, omdat zij de miserabele toestand van de kerk of Gods huis op aarde aantonen, en dat zowel bij de joden die er vóór deze tijd waren als bij degenen die na ons zullen komen.
[4] De traagheid in de uitvoering van Gods geboden is echter de reden waarom Ik toelaat dat Mijn volk Jacobs huis op de berg des Heren verlaat en precies nadoet wat de ruwste en meest luie volkeren doen, die in de oostelijke landen als de wilde dieren huizen.
[5] En wat nu de Farizeeën doen en de joden eveneens, dat zullen ook onze nakomelingen doen: Ze zullen veel dagen instellen die zij een bijzondere kracht en invloed toedichten, en wie daar tegenin gaat, zullen zij te vuur en te zwaard vervolgen. Zij zullen ook wichelaars worden, voor geld de mensen geluk en ongeluk voorspellen en zich daarvoor buitengewoon laten eren en betalen; want zulk nutteloos werk brengt uiteindelijk toch meer op dan de ploegschaar en de sikkel.
[6] Om hun inkomen te vergroten dat zij door hun nutteloze werk verwerven, zullen zij, zoals nu de Farizeeën, hun zendelingen door de hele wereld uitzenden en de vreemdelingen tot hun kinderen maken. Die waren als duistere heidenen al nergens goed voor; maar wanneer zij dan het echte wereldse filisterdom gaan aanhangen, zullen zij nog honderdmaal erger worden dan zij al waren! Daardoor zal hun duistere land gevuld worden met zilver en goud, en hun honger naar de schatten van deze wereld zal geen einde nemen en geen doel hebben en evenmin hun heerszucht en oorlogszucht, -wat de profeet in het beeld van de paarden en de ontelbare wagens uitdrukt. Maar ook het territorium waarover zij heersen zal vol afgodsbeelden en tempels zijn, zoals Salomo de wijze daar ook reeds. mee begonnen is, ondanks de persoonlijke waarschuwing van God; hij liet rondom Jeruzalem voor zijn vreemde vrouwen afgodentempels oprichten. Voor die afgodsbeelden zullen de blinde dwazen zich buigen en het werk van hun eigen handen en vingers aanbidden in de domme mening, God daarmee welgevallig te zijn. En wie 'dat niet zal doen, zal op leven en dood vervolgd worden. Want veel koningen zullen om hun troon meer glans te geven de onzin van de wereldse filistijnen steunen en de vrienden van het licht en de levende waarheid, waar er altijd maar weinig van zijn, te vuur en te zwaard vervolgen.
[7] En zie, dan zal de Heer komen en die volkeren straffen, die in Zijn naam zoveel mensen verleid hebben!
[8] Dan zal opeens van alle kanten het ware, levende licht opduiken, en de vrienden van de nacht zullen voor altijd verslagen worden. Zij zullen weliswaar naar de rotsen vluchten (naar de groten en machtigen der aarde) en zich begraven onder hun onvruchtbare grond, uit vrees voor de waarheid en de majesteit van de Heer; maar dat zal hen weinig helpen.
[9] Want nu spreekt de profeet weer verder en zegt luid: 'Want alle hoge ogen (heerserstrots) zullen verdeemoedigd worden, en alle hoge heren zullen zich moeten buigen; want in die tijd zal alleen de Heer hoog zijn en vervolgens eeuwig voor altijd en altijd 1). Want de dag (licht) van de Heer Zebaoth zal over al het hoogmoedige en hoge en vooral werelds verhevene gaan om het te vernederen 2) ; zo ook over alle trotse ceders van de Libanon (priesters) en over alle eiken in Basan (voornaamste steunpilaren van het afgodenpriesterdom in alle tijden) 3) ; over alle hoge bergen (regenten) en over alle verheven heuvels (alle hovelingen) 4); over alle hoge torens (veldheren) en over alle sterke muren (legers) 5); ook over alle schepen op zee (zij, die aan het staatsroer zitten) en over al de naar aardse normen belangrijke arbeid (de grote nationale industrie) 6). En dat zal gebeuren om alles te laten bukken wat hoog is bij de mensen, en alle hooggeplaatste mensen zeer te verdeemoedigen, opdat in die tijd alleen de Heer hoog zal zijn. 7) Met de afgoden zal het in die tijd helemaal afgelopen zijn. 8) ja, dan zal men ook nog wel in de rotsspelonken gaan en in de ravijnen van de aarde (verborgen plaatsen van de mammon) , en wel uit angst voor de Heer en voor Zijn heerlijke majesteit (het licht van de eeuwige waarheid), wanneer Hij Zich gereedmaakt om de aarde te verschrikken (straffen). 9)ja, in die tijd zal een ieder zijn zilveren en gouden afgodsbeelden wegwerpen in de gaten van de mollen en vleermuizen 10) -welke afgodsbeelden hij voor zichzelf liet maken om te aanbidden -, om des te gemakkelijker weg te kunnen kruipen in de rotsspleten en ravijnen uit vrees voor de Heer en voor Zijn heerlijke majesteit, wanneer Hij Zich zal gereedmaken om de aarde te verschrikken 11) ; maar dat zal niemand iets baten. Laat daarom af van de mens, die adem in de neus heeft (adem in de neus beduidt de wereldse hoogmoed) ; want je weet niet hoe hoog hij werelds gezien kan zijn 12)!'* (*]es.2,11; 2)2,12; 3)2,13; 4)2,14; 5)2,15; 6)2,16; )}2,17; 8)2,18; 9)2,19; 10)2,20; 11)2,21; 12}2,22.)
[10] Wel, hier heb je nu de hele, goed begrijpelijke uitleg van het tweede, zeer opmerkelijke hoofdstuk van de profeet Jesaja! De laatste verzen kan je vanzelf verklaren als je de betekenis van de eerste goed begrepen hebt.
[11] Maar Ik zeg jullie dat het werkelijk binnen korte tijd gebeuren zal en dan na ongeveer negentienhonderd jaar opnieuw geheel en al; want als de mens volledige wilsvrijheid gelaten zal worden, dan bestaat er in Mijn raadsbesluit geen ander middel om van tijd tot tijd met vrucht de menselijke traagheid te lijf te gaan dan alleen maar dit ene, want die traagheid is de wortel van alle zonden en ondeugden! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?
[12] In jezelf zal dat je nu wel minder vreugde verschaffen, -maar de toekomstige volkeren een des te grotere, wanneer hun opnieuw deze boodschap gegeven wordt in hun grote ellende en in de tijd waarin het ene volk zich tegen het andere zal verheffen om het te vernietigen. -Maar daarover zal het volgende hoofdstuk ons nog meer licht verschaffen!
[13] Maar zeg Me nu eens hoe jullie deze erg belangrijke zaak opgevat hebben! Ik zeg 'erg belangrijk', omdat Ik jullie als Mijn toekomstige volgelingen vooral op het hart wil drukken jezelf en al je leerlingen voor traagheid te behoeden. Spreken jullie dus nu maar over de geest die je in Jesaja bent tegengekomen; daarna gaan we zonder moeite over naar het derde hoofdstuk!'
[14] De leerlingen en ook de andere aanwezigen zeiden eenstemmig: 'Heer, wat U beveelt, wilt en toelaat is beslist goed, wijs en rechtvaardig; want U als Schepper en Meester van de mensen en alle van dingen in de wereld weet immers het allerbeste wat voor de mensen het beste is. Als zilver, goud, edelstenen en prachtige parels volkomen nadelig voor Uw mensen zouden zijn, dan had U zulke kwade zaken niet geschapen!
[15] Wie, behalve U, weet of de mensen zonder die prikkelende zaken niet nog veel trager geworden zouden zijn dan zij met al deze ontelbare prikkels al zijn en mettertijd nog meer zullen worden? Als echter heel velen uit te grote liefde voor deze prikkels ware duivels onder de mensen worden, omdat zij zich door de valse glans van het goud hebben laten verblinden, dan heeft U immers een oneindige hoeveelheid tuchtmiddelen die U ten dienste staan, en dus zijn wij van mening dat aan het einde van de tijden van de wereld alles volgens Uw geheime, eeuwige raadsbesluit nog goed zal aflopen. .
[16] Wij, als Uw uitverkoren leerlingen, zullen zeker onze uiterste best doen om de mensen naar Uw raadsbesluit op de juiste wijze werkzaam te doen zijn en hen daarvoor te bezielen en aan te sporen. Of zij daar in het verdere verloop van de tijd bij hun nakomelingen ook zo op zullen letten is natuurlijk wel een heel belangrijke andere vraag! Maar dan zult U Zelf alles wel zo laten gebeuren als het voor het bestwil van de mensen het meest geschikt is, hetzij oorlogen, epidemieën, dure tijden, hongersnood of vrede, gezondheid en gezegende vruchtbare jaren en tijden! En hiermee hebben wij nu onze mening tegenover U, o Heer, openlijk uitgesproken en wij vragen U om verder te gaan met de uitleg van de profeet.'
[17] Ik zei: 'Dit keer ben Ik helemaal tevreden met wat jullie gezegd hebben, en omdat jullie de uitleg van het tweede hoofdstuk van de profeet goed begrepen hebben, kunnen we nu dan ook zonder meer overgaan tot het derde hoofdstuk. Luister dus naar Mij!'
«« 174 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.