De oorzaak van de nevenzonnen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 183 / 229 »»
[1] Nu kwamen ook de andere leerlingen, behalve judas Iskariot, en met hen Lazarus, Nikodemus en de waard Jordan. Toen ze Mij zagen vroegen ze onmiddellijk wat er aan de hand was en wat het te betekenen had.
[2] En onze Lazarus merkte hierbij nog op: 'Heer, het is toch wel hoogst merkwaardig! Er geven nu drie zonnen heel helder licht en toch neem ik een bepaalde onheilspellende somberheid waar in de lucht en nog sterker boven de grond; de toppen van de hoge bergen zien er heel donker uit en bovendien is het ook akelig koud. Drie zonnen zouden toch meer licht en meer warmte moeten geven dan een enkele zon! Hoe komt dat toch?'
[3] De Opper-Egyptenaar zei: 'Vriend Lazarus, wat je over je natuurlijke waarneming zegt is helemaal juist en ik heb veertig jaar geleden bij eenzelfde verschijnsel in Opper-Egypte precies hetzelfde meegemaakt, waarvan ik je de natuurlijke verklaring wel kan geven, maar de dieper liggende geestelijke oorzaak niet, en al helemaal niet nu er twee nevenzonnen zijn!'
[4] Lazarus zei: 'Geef me dan in ieder geval de natuurlijke verklaring!'
[5] De Opper-Egyptenaar zei: 'Kijk, vriend, in de hoogste luchtlaag, die zich op een hoogte van gemiddeld ongeveer tienmaal de Libanon boven de aardbodem uitstrekt, vormt zich op bepaalde tijden en in bepaalde jaren een fijne damp. En omdat deze damp een hogere graad van stabiliteit heeft, komt de grote luchtzee boven de aarde volledig tot rust -hoewel niet overal -, zoals men dat op bepaalde tijden ook wel op de grote wereldzee kan waarnemen, waar dan ook een bepaald deel van het zeeoppervlak een geheel rustige spiegel vormt, terwijl zich eromheen vaak golven vertonen. Als er dan op het grote luchtzeeoppervlak soms ook zo'n gedeeltelijke rust heerst, wordt het beeld van de zon daarop even zuiver teruggekaatst als op een zeer rustige zeespiegel en daardoor zien wij dan, ontstaan door geheel natuurlijke oorzaken, een nevenzon. Als er nu op meerdere plaatsen van het luchtzeeoppervlak een als hierboven beschreven volledige rust heerst, dan zullen er ook evenzoveel nevenzonnen te zien zijn als er zich rustplaatsen op het oppervlak van de luchtzee gevormd hebben; vooropgesteld dat deze zich in een zodanige positie bevinden, dat het door hen opgevangen beeld in een rechte lijn op een corresponderend gebied valt waar eenzelfde rust heerst. Wanneer de positie van deze rustige plaats verandert, verdwijnt voor dit gebied de nevenzon helemaal of is er nog slechts één bijzonder schijnsel te zien. En als de rust op zo'n plaats verandert in een golvende beweging, dan is het met de nevenzon ook helemaal gedaan.
[6] Na zulke verschijnselen, die tot stand komen ten gevolge van de zojuist beschreven fijne damp in de hoogste luchtlaag van de aarde en waaraan het ook te wijten is dat het minder licht en warm wordt, komen al gauw dichtere wolken en daarna zwaardere, zodat het tenslotte ook gaat regenen.
[7] En hiermee heb je met een paar woorden de natuurlijke verklaring van dit verschijnsel; de eigenlijke, puur geestelijke oorzaak kent natuurlijk alleen de Heer en dan degene aan wie Hij het wil openbaren. Ik heb er ook wel een vermoeden van, maar toch is het mij nog lang niet duidelijk -vooral niet datgene wat de toekomst stevig verborgen houdt. Heb je dat begrepen?'
[8] Lazarus zei: 'Ja, mijn zeer achtenswaardige vriend, dat heb ik nu werkelijk goed en duidelijk begrepen en ik kan het niet laten om hier de niet bepaald onbelangrijke opmerking te maken, dat men bij ons joden tot nog toe nog nooit echt iets heeft gedaan met betrekking tot een zuivere beoordeling van de verschijnselen in de grote natuur en een fundamenteel inzicht daarin. Sommige mensen hebben op hun eentje misschien wel het een en ander ontdekt en zijn ook wel achter de oorzaak van menig verschijnsel gekomen, maar zij hielden dat voor zich en deelden dat wijselijk aan niemand mee. Want ten eerste bracht dat goed geld op -met name onder de meer verlichte heidenen - en ten tweede moesten ze dergelijke kennis en wetenschap verborgen houden uit vrees voor de Farizeeën, om niet overal door hen achtervolgd te worden.
[9] Maar ik denk het volgende: Een goede kennis en beoordeling van de duizenden verschillende verschijnselen in de natuur zou de mensen het best afhouden van allerlei bijgeloof met de verderfelijke gevolgen van dien. Het zou daarom ook zeer wenselijk zijn als de mensen voortaan ook in dit opzicht grondig onderricht zouden kunnen krijgen. -Bent U het daar ook mee eens, o Heer en Meester?'
[10] Ik zei: 'Niemand meer dan Ik; want een mens kan de diepere, bovennatuurlijke waarheden immers nooit volledig begrijpen en geheel doorgronden, als hij de bodem niet kent waarop hijzelf als een natuurlijk mens staat en gaat. En precies daarom heb Ikzelf jullie al zoveel uitgelegd op het gebied van de bijzondere verschijnselen in deze natuurlijke wereld hier. Ik heb jullie concreet de vorm van de aarde laten zien en hoe daar dag en nacht ontstaan, Ik heb jullie de oorzaak laten zien van zons en maanverduisteringen en van vallende sterren, en Ik heb jullie de maan en de zon laten zien en alle planeten en de hele eindeloze sterrenhemel.
[11] En Ik heb jullie ook gezegd dat een mens God pas volledig kan liefhebben, als hij Hem in Zijn talloos vele werken ook steeds beter en zuiverder heeft leren kennen. En als Ikzelf jullie dat heb aanbevolen, dan spreekt het immers vanzelf dat Ik het volledig eens ben met jouw goede mening. En als Mozes het voor de ware en zuivere opvoeding van alle joden niet hoogst noodzakelijk gevonden zou hebben, zou hij niet een zesde en zevende boek geschreven hebben over de dingen en verschijnselen in de natuur en bovendien nog een profetisch aanhangsel, dat de oude leer der overeenstemmingen tussen de natuurlijke en de geestelijke wereld behandelt.
[12] Maar reeds in de tijd der koningen is deze belangrijke tak van kennisoverdracht steeds meer verwaarloosd, enerzijds door een deel van de priesters die steeds hebzuchtiger waren geworden en duisterder in de kennis van het ware, en anderzijds ook door de koningen zelf. En toen het rijk reeds onder de eerste nakomelingen van Salomo verdeeld werd, ging deze tak van kennis spoedig dermate verloren dat jullie nu amper meer weten dat er bij de joden, vanaf Mozes tot in de tijd van Samuel, ooit een dergelijke wetenschap intensief beoefend is.
[13] Daarom heb Ik jullie ook al veel uitgelegd, en jullie begrijpen nu al heel wat. Maar het belangrijkste is en blijft het voortdurend streven naar de volledige wedergeboorte van de geest in de ziel; want alleen daardoor wordt de mens pas in alle waarheid en wijsheid ingewijd en heeft hij een volkomen en samenhangend inzicht in alles, van het aardse tot het puur geestelijk hemelse. Door dit licht heeft hij dan ook het eeuwige leven, wat eindeloos meer is dan de wetenschap van alle dingen in de natuur.
[14] Maar wat zou een mens er aan hebben als hij alle dingen en verschijnselen in de natuurlijke wereld van het grootste tot het kleinste geheel nauwkeurig zou kennen en in staat zou zijn deze scherp te beoordelen, maar daarbij nog zover af zou staan van de wedergeboorte van zijn geest in de ziel als deze aarde van de hemel? Zouden die vele wetenschappen hem wel het eeuwige leven kunnen verschaffen?! Vorm daar een oordeel over en zeg Mij dan wat jij daarvan denkt!'
[15] Lazarus zei: 'O Heer en Meester, dan zou het beter zijn als de mens nooit op deze wereld zou zijn geboren! Want een zelfbewust levend wezen, dat kan denken, redeneren en zoveel kan begrijpen en tot stand kan brengen en dat vaak zo'n groot welgevallen heeft aan Uw werken die hem gelukkig maken, zou zonder een bepaald uitzicht te hebben op een eeuwig en volmaakt voortbestaan volgens mij vele duizenden malen ellendiger zijn, dan de miserabelste naakte worm in de allervuilste en stinkendste poel van de hele aarde.
[16] En wie een mens vanaf de wieg zou opvoeden tot een helderder zienswijze, zou de grootste misdaad aan de mensheid begaan. Want die zou de mens dubbel en nog meer op de ellendigste manier doden, want daardoor zou hij van een mens immers het allermiserabelste schepsel maken.
[17] Een dier leeft weliswaar ook; maar het is zich zeker slechts heel vaag bewust van zichzelf, kan niet denken, kent de dood niet, weet de waarde van het leven niet te schatten en kan daarom ook geen vrees voor de dood hebben en is daarom gelukkig.
[18] Maar kijk dan eens naar de mens, die de onschatbare waarde van het leven maar al te goed kent! Als hij zou beseffen dat met de dood van het lichaam alles totaal afgelopen zou zijn, zou hij meteen vertwijfeld zijn, zijn bestaan duizenden malen verwensen en vervloeken en de grootste weldoener der mensheid zou dan degene zijn, die de macht en de kracht zou bezitten om de mensheid op de hele aarde en ook zichzelf te doden en derhalve geheel uit te roeien, -of hij zou de kunst moeten verstaan om alle mensen ineens dermate te versuffen dat ze zich niet meer van zichzelf bewust zijn, wat uiteindelijk hetzelfde zou zijn als wanneer hij ze allemaal gedood zou hebben.
[19] Als de mens verder geen vooruitzicht of zelfs niet eens een gefundeerde hoop op een eeuwig leven zou hebben, zou hij ten eerste God -als hij in Hem zou geloven -zijn leven lang verwensen, in plaats van Hem te loven en te prijzen; Mozes en alle profeten zou hij als de grootste vijanden van de mens vervloeken en degene die ook maar één jota van de wet in acht zou nemen, zou de grootste dwaas zijn!
[20] Uit dit alles blijkt toch wel duidelijk dat het streven van de mens naar de wedergeboorte van zijn geest in zijn ziel -als hij eenmaal de wegen daartoe kent -de allereerste en allerhoogste behoefte is. Want zonder deze wedergeboorte houdt hij, ondanks zijn nog zo heldere wetenschap, volledig op een mens te zijn. Hij is dan niets meer dan een verstandig, veel wetend en daarom des te miserabeler dier in de gedaante van een mens. Heer en Meester, heb ik daar gelijk in of niet?'
«« 183 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.