[2] Kijk, jij bent ook tuinier en hebt in Rome grote tuinen, waaraan je veel genoegen beleeft. Duizenderlei planten, bloemen en vruchten worden er gekweekt. Het ontbreekt er niet aan allerlei soorten druiven, vijgen, appels, peren, pruimen, kersen, pomeransen, citroenen, limoenen, kastanjes en meloenen van allerlei ras. Om je tuin, die werkelijk heel groot is, steeds opnieuw met van alles te kunnen beplanten, moet je ook altijd een juiste voorraad van allerlei zaden verzamelen, die je op de juiste tijd in de goede aarde van je tuin zaait.
[3] Wel, het zaad is gezaaid en begint tot je vreugde overvloedig en gezond op te komen. Wel, dat is nu allemaal mooi, goed en plezierig om te zien, maar heb je aan elke soort van de duizend en één verschillende zaden die je in je tuingrond gezaaid hebt, ook een eigen soort aarde gegeven? Je zegt: 'De hele uitgestrekte tuin, die niet ver van de plaats af ligt waar de Tiber in de grote Middellandse Zee uitmondt, heeft slechts één en dezelfde soort goede, vruchtbare aarde en iedere vrucht gedijt daar voortreffelijk in.'
[4] Goed, zeg ik, wanneer het echter in de zomer niet regent -zoals dat in Rome vrijwel altijd het geval is -dan moeten je knechten de tuin met de gieter bevochtigen. Heb je dan voor iedere soort vrucht soms ook een eigen soort water? Je zegt weer: 'Nee, ook dat niet, ik laat alle planten, struiken en bomen slechts begieten met één en dezelfde soort water, dat door de waterleidingen in de tuin wordt gebracht!' Weer goed, zeg ik! Dus ook slechts één en dezelfde soort zoet water, omdat zeewater niet erg geschikt is om planten op het vasteland in leven te houden.
[5] Nu weten we dat jouw grote tuin slechts uit één soort grond bestaat en met één en dezelfde soort water wordt begoten. De lucht in je tuin is en blijft ook dezelfde, en het licht en de warmte van de zon blijven ook onveranderlijk en steeds gelijk en kunnen - althans over het hele oppervlak van je tuin -wat betreft sterkte en kracht geen enkel verschil uitmaken, behalve het verschil dat de jaargetijden - maar ook steeds gelijkelijk verdeeld - over de hele tuin veroorzaken.
[6] Wel, als nu alle voorwaarden voor het groeien van de meest verschillende planten, struiken en bomen volkomen gelijk zijn, dan zouden gelijke oorzaken toch ook bij alle planten, struiken en bomen precies dezelfde uitwerking moeten hebben, zowel wat de vorm, alsook de smaak en de geur betreft. En toch, wat een geweldig verschil!
[7] Als je de pit van een citroen fijnkauwt, smaakt hij bitter. Waar haalt de vrucht dan zijn aangename zuurheid vandaan? En hetzelfde geldt voor de hele reeks van wezens. Alles is in zijn soort hemelsbreed verschillend van het andere. Maar, hoe is dat dan te rijmen met één en dezelfde voeding? De wijnstok ziet er anders uit dan een vijgenboom, en wat een verschil is er tussen de vrucht van een wijnstok en die van een vijgenboom! Wederom legde je het zaad van een gewone pompoen en dat van een meloen in de aarde. Het eerste bracht de vrucht van een gewone reuk en smaakloze pompoen te voorschijn, en het meloenzaad beloonde je eervolle moeite met een meer dan honingzoete vrucht, en toch was er overal dezelfde aarde, dezelfde lucht en hetzelfde licht en geheel dezelfde warmte van de zon.
[8] Als je daar nu wat verder over nadenkt, zul j~ jezelf zeker moeten afvragen: 'Hoe kunnen precies dezelfde krachten eigenlijk steeds de meest verschillende resultaten opleveren?' Ik zei je weliswaar dat alle oneindig vele zielesubstanties eerst in de ether, dan in de lucht en in het water aanwezig zijn; maar zelfs het scherpste oog en de allergevoeligste smaak en reukzin kan in géén van de algemene oerelementen ook maar iets vinden van de smaak of geur van enige plant en van haar zoete, zure of bittere vrucht -om over haar vorm en kleur maar niet te spreken. Wel, hoe komt het dan dat vervolgens ieder verschillend zaadje uit dezelfde aarde, hetzelfde water, dezelfde lucht, hetzelfde licht en dezelfde warmte alleen maar die oerstofsubstanties aantrekt en in zichzelf op zijn wijze belichaamt, die het als steeds hetzelfde en onveranderde zaad, al vele duizendmaal duizenden jaren geleden heeft aangetrokken en belichaamd?
[9] Zie, daar duikt zelfs in de organische materie iets zuiver geestelijks op en laat aan de ontwaakte en scherpzinnige waarnemer zien, dat het enkel in zoverre het iets zuiver geestelijks is, werkelijk 'iets' is, en dat datgene wat de zintuigen van de uiterlijke mens als 'iets' zien en beschouwen, eigenlijk helemaal niets is en dat alleen maar datgene wat in de zaadkorrel verborgen ligt, een werkelijk 'iets' is, omdat het iets zuiver geestelijks is. Dit bevindt zich in het voor jouw oog nauwelijks zichtbare, uiterst kleine omhulseltje in het kiemhuisje dat door de hele zaadkorrel omsloten wordt. Dit zuiver geestelijke, dat in het genoemde omhulseltje ligt opgesloten, is een met liefde, licht en wilskracht vervulde gedachte of een idee, die volkomen geïsoleerd is van de talloos vele andere gedachten en ideeën, die ieder op zichzelf net zo afgebakend, afgezonderd en geïsoleerd zijn.'
«« 73 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.