[2] De vrouw die zich met haar man onder hen bevond, zei echter diep getroffen: 'O, hoe goed en rechtvaardig is de Heer toch! Wie Hem waarachtig herkend heeft, moet Hem toch boven alles liefhebben! O, als de tempeldienaren daar beneden beseften wie Hij was, dan zouden zij Hem zeker ook boven alles liefhebben en Zijn wijze geboden opvolgen! Maar de duivel in eigen persoon zal dat bij hen nooit toelaten, omdat zij zijn trouwste dienaren en knechten zijn en daarom geen genade van de Heer meer waard zijn. O, eenmaal in de hel zullen zij daar zeker eeuwig spijt van krijgen en zeggen: 'O, waarom hebben we ons zo door de duivel laten verblinden! ' Maar daar zal dat berouw hen zeker niet meer helpen! O Heer , wij danken U, dat U ons arme, onmondige mensen het rijk van Uw genade hebt geopenbaard en het aan de wijzen van deze wereld hebt onthouden!'
[3] Ik zei: 'Je hebt wel goed gesproken naar jouw eigen inzicht; maar bedenk daarbij wel dat er in de hel geen berouw bestaat ter verbetering van een hellegeest dat gebaseerd is op het feit dat hij wezenlijk berouw heeft over het kwaad dat hij op aarde gedaan heeft. Want zou een geest in de hel werkelijk tot zo'n berouw komen, dan zou er voor hem ook verbetering en verlossing mogelijk zijn; maar een kwade geest -dus een duivel - kan nooit in de goede zin berouw in zich op laten komen, maar alleen berouw dat net als hijzelf van oorsprong kwaad is, en het berouwt hem alleen maar dat hij nog niet onuitsprekelijk veel meer van het ergste kwaad in de wereld heeft aangericht.
[4] Dat er bij zo'n ziel geen verbetering en dus ook geen verlossing optreedt, is voor ieder mens met een beetje verstand wel duidelijk.
[5] Zoals bij een hemelse engel alles door en door goed is, is bij een duivel alles door en door slecht. Hoe innerlijker een engel denkt en wil, des te meer lijkt hij op God en is hij vrijer en machtiger, en hoe innerlijker een duivel denkt en wil, des te meer is hij ongelijk aan God, en is hij onvrijer en onmachtiger; want het aartsboze in hem remt al zijn kracht, en is zijn gericht en zijn ware dood.
[6] Ja, beste vrouw, als de duivel van binnen uit in staat zou zijn om waarachtig berouw te hebben, zou hij geen duivel zijn, en bevond hij zich niet in de hel. Daarom kan een duivel ook nooit van binnen uit, dus uit zichzelf, zijn leven beteren, maar door inwerking van buitenaf is dat na verloop van onvoorstelbaar lange tijd nog wel mogelijk; deze inwerkingen moeten echter altijd volkomen overeenstemmen met het innerlijk van de duivel, dat -zoals gezegd -door en door slecht is. Op die manier verstikt het kwaad dat van buitenaf op de duivel inwerkt het innerlijk boze, en slechts daardoor kan het in zijn aartsboze geest geleidelijk aan wat lichter en dus ook wat beter worden.
[7] Daarom schijnen de kwellingen van de hellegeesten altijd van buitenaf te komen, zoals dat bij erg slechte mensen ook al op deze aarde pleegt te gebeuren. Als bij een aartsslecht mens lessen, vermaningen en wijze voorschriften niet meer baten, en hij zich alleen maar steeds meer wil verzetten tegen de wetten der orde, kan hij innerlijk, uit zichzelf, onmogelijk meer verbeterd worden. Dan komt hij in handen van scherpe en onverbiddelijke rechters, die de misdadiger zeer pijnlijke uitwendige straffen opleggen.
[8] Als de boosdoener erg veel moet lijden, komt hij toch langzamerhand meer tot inkeer en begint wat rijper over de oorzaak van zijn lijden na te denken, beseft zijn onmacht en tevens de onverbiddelijkheid van de gerichten; -ja, hij begint tenslotte in te zien, dat alleen hij de reden en de oorzaak van zijn kwellingen is, en wel door zijn slechte daden, die hij uit vrije wil en met boosaardig genoegen tegen de wetten van de algemene orde begaan heeft. Omdat hij nu echter ziet dat juist zijn slechte daden thans zijn kwelgeesten zijn, begint hij die tenslotte in zichzelf te verafschuwen, en wenst ze nooit begaan te hebben. En kijk, dat is dan al een stap naar een mogelijke verbetering!
[9] Maar dan mogen de uiterlijke straffen nog lang niet beƫindigd worden, want de boosdoener begon zijn kwade daden alleen maar te verafschuwen, omdat zij kwade vruchten afwerpen. Hij moet dan eerst door onderricht van buitenaf in zichzelf beginnen te beseffen dat zijn slechte daden op zich echt slecht zijn en ook alleen om deze reden verafschuwd moeten worden, en niet omdat zij voor de boosdoener noodzakelijkerwijs kwade gevolgen hebben.
[10] Als de boosdoener dat inziet en het kwaad om het kwaad zelf begint te verafschuwen en het goede vanwege het goede gaat verkiezen, dan ondergaat hij zijn straf geduldiger en verdraagt alles, omdat hij zijn lijden volkomen rechtvaardig vindt en als een weldaad beschouwt waardoor zijn leven verbeterd wordt. Pas als de misdadiger op dit punt is aangekomen en zijn innerlijk werkelijk steeds beter wordt, is de tijd gekomen om de uiterlijke straffen in dezelfde mate te doen afnemen, als waarin het innerlijk van de vroegere misdadiger naar waarheid verbeterd is.
[11] Als wereldse rechters dat zouden begrijpen, konden zij ook menige aartsmisdadiger nog omvormen tot een goed mens; maar zij staan bij grote misdadigers meteen klaar met de doodstraf en maken de totaal onverbeterlijke misdadigers daardoor juist tot volledige duivels in de geestenwereld. Dat moet in het vervolg bij jullie echter niet meer voorkomen!
[12] Moeten jullie al oordelen, vel dan, zoals Ik het jullie nu verteld heb, een juist oordeel tot ware en zeker mogelijke verbetering van de zondaar, maar niet om hem nog duivelser te maken!'
«« 93 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.