De Romeinen komen bij de Heer aan

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 103 / 220 »»
[1] Hierop zei Lazarus: 'Heer en Meester! Het is toch werkelijk jammer dat niet ook de zeer weetgierige, rechtschapen Romeinen dit heel bijzondere onderricht hebben kunnen horen! Wat zullen wij tegen hen zeggen als ze ons zullen vragen wat er hier tijdens hun afwezigheid allemaal gebeurd is? Mogen wij hun iets meedelen van de grote les over de vlucht kraanvogels?'
[2] Ik zei: ' Als ik het voor hen goed en noodzakelijk geacht zou hebben, dan zou Ik zeker ook wel de eerste geweest zijn om ervoor te zorgen dat zij erbij waren; maar omdat het voorlopig voor hen nog niet nodig is, maar alleen voor jullie weinigen, om de diepere geheimen van het rijk Gods te kennen, heb Ik het ook als iets bijzonders alleen aan jullie weinigen getoond en onthuld.
[3] Maar de Romeinen hebben, net zoals vóór hen ook de Grieken, hun duistere heidendom en afgodendom afgeleid uit de onbegrepen oude leringen en voorspellingen van de oude Egyptenaren, die deze volkomen juist afleidden uit de overeenstemmingen tussen de zintuiglijke en de geestenwereld, en meer dan de helft van hun priesters houdt zich bezig met de verschijnselen in deze natuurlijke wereld en baseren daar allerlei waarzeggerijen op:. Het 's ochtends vroeg vliegen van verschillende vogels is voor hen daarbij zeer bruikbaar, evenals het bloed en de ingewanden van de voor zonsopgang geslachte dieren, en evenzo de wind, de gang van de wolken, de nachtelijke stand van de sterren en de kleuring van de hemel; ook ontsteken ze 's morgens een vuur en maken daar ook allerlei waarzeggerijen uit op en laten zich daarvoor door jong en oud betalen. Wanneer nu de hier aanwezige Romeinen Mij op die manier over de vlucht kraanvogels hadden horen spreken, dan zouden ze zich direct op ons gestort hebben met ontelbare vragen over heel veel verschijnselen, die zij meegemaakt hebben, en waarvan er na de waarzeggerijen van hun wichelaars ook zo nu en dan ettelijke zijn uitgekomen, en wij zouden dagenlang werk hebben voor wij hen ook maar voor de helft volgens de waarheid tevreden gesteld zouden hebben.
[4] Als zij overeenkomstig Mijn leer zullen leven en handelen, zullen zij door hun geest immers ook in alle andere wijsheid binnengeleid worden; maar als ze ook zouden weten wat Ik nu alleen aan jullie heb toevertrouwd, zouden ze thuis vrijwel niets anders meer doen dan vol haast en gretigheid de verschijnselen van de natuurlijke wereld waarnemen en ze trachten te ontraadselen, maar omdat hun ziel nog niet voldoende met hun geest is verenigd in allerlei dwalingen vervallen, wat voor de ontwikkeling van hun innerlijke leven werkelijk niet gunstig zou zijn. Om die reden moeten jullie wat Ik jullie uitgelegd heb voorlopig voor je houden! -Maar nu zullen ze weldra bij ons zijn, omdat ze van Rafaël gehoord hebben waar wij ons bevinden.'
[5] Ik had dat nog maar net tegen de weinigen gezegd, of daar kwam de hele schare al uit het stadje naar buiten toe, kreeg ons weldra in het oog en kwam naar ons toe.
[6] Rafaël leidde echter volgens Mijn wil de jeugd op een andere, grotere heuvel en hield zich met hen bezig. Toen hij de jongeren de heuvel toonde waar Ik Mij op bevond, vielen ze allemaal op hun knieën en loofden en prezen Mij van gans er harte als de goede, lieve Vader.
[7] En nu arriveerden ook de Romeinen en alle andere leerlingen. Alleen de enkele bekeerde tempeldienaren, van wie de vrouwen en kinderen zich in Bethanië bevonden, waren er niet bij, omdat ze door hun vrouwen en kinderen gezien en bijgevolg opgehouden waren, waar ze niets aan konden doen; want Ikzelf liet dat toe, opdat ze dan de verdere dag door hen met rust gelaten zouden worden. Wij kwamen dan ook pas bij het ochtendmaal met de genoemde tempeldienaren samen.
[8] T oen de Romeinen het eerst op de heuvel naar Mij toe kwamen, begroetten ze Mij heel liefdevol en Agricola zei: 'O Heer en Meester, wat zijn we toch blij, dat we U teruggevonden hebben en dat wij nu zien dat U ons met Uw heilige persoonlijkheid niet hebt verlaten! Daar waren wij allemaal al bang voor geworden aangezien wij U niet in het huis aantroffen en daarna op de gedachte kwamen dat U met de weinige leerlingen misschien al direct voor de hele dag ergens heen was gegaan. Uw achtergebleven leerlingen deelden zelfs onze mening omdat U gisteren om zeer wijze redenen niemand uitsluitsel wilde geven over wat U vandaag wellicht zou ondernemen. Na vele vragen en ten einde raad deelde die heerlijke Rafaël ons mee dat U niet ver weg, en wel hier, was. T oen vertrokken wij dan ook ijlings, haastten ons hierheen en vonden U ook, tot onze troost. En nu zijn wij buitengewoon blij dat wij U, ons alles, gelukkig weer in ons midden hebben!'
[9] Ik zei: 'Zo ben ook Ik blij, dat jullie nog ruim voor zonsopgang hier bij Mij aangekomen zijn; want aan degene die aan Mij vreugde beleeft en Mij liefheeft, beleef ook Ik vreugde en heb ook Ik lief
[10] Maar er zullen tijden komen dat de mensen Mij ook zullen zoeken, maar niet zo vlug en gemakkelijk zullen vinden als nu bij jullie het geval was.
[11] Maar wie Mij ernstig zal zoeken in zijn hart en in zijn handelen overeenkomstig Mijn woord, zal Mij ook vinden en er grote vreugde over voelen, dat hij Mij gevonden heeft. Wie Mij echter eenmaal gevonden zal hebben, zal Mij ook niet meer verliezen! Op bepaalde ogenblikken, om zijn liefde en geduld nog meer te beproeven, zal Ik weliswaar zo nu en dan Mijn gelaat voor hem verbergen, maar hem daarom nog niet verlaten!
[12] Heil echter degenen die Ik veel zal beproeven; want daaraan zullen zij zien dat Ik hen bijzonder liefheb! Want wie veel beproefd wordt en de beproevingen goed zal doorstaan, zal aan gene zijde in Mijn rijk ook over veel en grote dingen gesteld worden; maar wie minder beproefd wordt vanwege zijn zwakheid, zal ook over minder en kleinere dingen gesteld worden.
[13] Maar allemaal zullen jullie ter wille van Mijn naam en de waarheid ook nog vele beproevingen te doorstaan krijgen, en jullie geduld, dat in jullie nog de zwakste geest is, zal de vuurproef niet ontlopen. Maar wanneer dat over jullie zal komen, denk dan aan deze heuvel en dat Ik het jullie van tevoren heb gezegd; maar bedenk ook in je hart dat Ik dan in de geest tot jullie zal komen, jullie zal sterken en zeer krachtig zal helpen! Onthouden jullie dat allemaal ook heel goed! Want in deze dagen en ook in de toekomstige tijden ondergaat het rijk Gods geweld, en zij die het met geweld tot zich trekken, zullen het ook bezitten. In de toekomstige tijden zal het echter zijn, zoals Ik jullie nu door middel van een gelijkenis zal tonen.
«« 103 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.