[2] Ik zei tegen hem: 'Dat zou Ik ook gedaan hebben, als jij Mij niet achterna gekomen zou zijn; maar omdat jij dit uit liefde voor Mij doet, is dat een ware vreugde voor Mijn hart en daarom nodig Ik ook jou nu uit om met ons de heuvel op te gaan. op deze heuvel stond eens Jozua, de profeet die het volk der Israëlieten het beloofde land binnenleidde, met de ark des verbonds, en door middel van een machtig bazuingeschal vernietigde hij deze stad, die in die tijd groot was en omringd door een nagenoeg onverwoestbare muur en haar machtige inwoners en soldaten, die heidenen waren en boze afgoderij bedreven, overwon en vernietigde hij tot op de laatste man.
[3] Die heuvel gaan wij op - en die ligt niet zo ver hier vandaan, omdat het huidige Jericho zich dichter bij de heuvel bevindt dan het oude, dat meer dan honderd keer zo groot was als het huidige; dat draagt weliswaar de oude naam, maar bezit van het oude Jericho niets anders dan enkele ruïnes. Vanaf die heuvel zal Ik je de ware plaats en de omvang van het oude Jericho laten zien!'
[4] Kado zei: 'O Heer en Meester! Dat is werkelijk teveel van Uw goddelijke genade voor mij, zondige heiden! Maar aangezien U nu eenmaal zo genadig wilt zijn, wil dan ook genadig toestaan dat mijn vader met ons meegaat; want hij is een grote vriend van zulke dingen, die verloren zijn gegaan in de grijze oudheid door de alles vernietigende tijd. Daarom ga ik hem nu direct halen. ,
[5] Ik zei: 'Dat is niet nodig, want kijk, hij komt ons al achterna, en degene die Ik gisteren ziende heb gemaakt, loopt bij hem!'
[6] Kado merkte dat ook direct op en werd heel blij; wij liepen op ons gemak verder en beiden hadden ons dan ook weldra zonder moeite ingehaald.
[7] Een half uur later bevonden wij ons al op de genoemde heuvel, waarvan de voet, begroeid met olijfbomen, eigendom van onze waard was, en waar men vanaf het hoogste punt aan alle kanten een wijd uitzicht had.
[8] Toen wij ons met z'n allen bovenop de heuvel bevonden, waar veel plaats was ging Ik op een klein rotsblok staan dat midden op de heuvel lag en precies een halve manslengte hoog was, en op dit punt, waar alle aanwezigen Mij goed konden zien en horen, zei Ik: 'Luister! Op deze steen, waar Ik nu op sta, stond eens Mijn knecht Jozua! Het is weliswaar voor de mens niet van levensbelang, maar toch doet het geen enkele ziel kwaad als zij thuis is in de geschiedenis van de oudheid, want een ziel die goed thuis is in de geschiedenis van de tijden en volkeren zal niet zo gemakkelijk tot bijgeloof vervallen als een ziel, die geen juiste kennis heeft van de oudheid en daarom alles ofwel naar het rijk der fabelen verwijst die voor haar geen waarheid zijn, ofwel naar het terrein van het bijgeloof, waarvan een mens dan weldra gemakkelijk alles letterlijk aanneemt, wat hij ergens aan bijzonders gehoord heeft.
[9] En kijk, zo vergaat het nu de meeste joden, waarvan sommigen Jozua als een mythische figuur beschouwen en onder elkaar zeggen dat hij in werkelijkheid helemaal nooit bestaan heeft en waarvan weer andere blind -, licht en kleingelovigen de geschiedenis van deze profeet helemaal letterlijk aannemen zoals die in het boek geschreven staat. Maar ook dat is een even grote dwaasheid, waaruit al hele grote twistpunten en allerlei ongeloof, bijgeloof en een groot aantal dwalingen zijn voortgekomen!
[10] Zoals velen van jullie zullen weten heeft Jozua, toen hij de Israëlieten onder voortdurend geleide van de Heer vanuit de woestijn het beloofde land binnenleidde, een groot aantal tekenen en wonderen gedaan; ten eerste is dat feitelijk waar maar ten tweede hebben zijn leiding en daden tevens een geestelijke zin, die nu helaas door geen enkele Jood meer begrepen wordt. Daarom wordt er dan ook overal door de Farizeeën over het handelen en de daden van Jozua zoveel onzinnigs verkondigd en geleerd; het is dan ook niet zo verwonderlijk dat joden die enigszins helderder denken zich herhaaldelijk erg gestoten hebben aan de leer van Mozes en de profeten. Daarom heb Ik jullie nu dan ook naar deze heuvel en juist naar deze plaats gebracht, waarop Jozua bij de verovering van de oude stad Jericho zijn eerste grote wonderdaden verricht heeft, zoals de geest van de Heer hem geboden had.
[11] Kijk! Daar ligt de heuvel Araloth, en de plaats waar we nu staan heet Gilgal, en is dezelfde plaats waar Jozua na het gebod van de Heer de kinderen van Israël voor de tweede maal met stenen messen heeft besneden!
[12] Deze rots, waarop Ik nu sta en voor jullie die oude geschiedenis weer in herinnering roep, bestaat uit de twaalf stenen, die evenzo vele priesters toen het volk met droge voeten de Jordaan overtrok, uit het midden van de Jordaan hierheen gebracht hebben en deze ten teken van de wonderbaarlijke leiding door Gods macht hier geplaatst en samengevoegd hebben op de manier zoals ze er nu nog steeds zijn. Daardoor gaf Jozua het volk symbolisch te kennen dat de twaalf stammen van Israël, voorgesteld door de hier bij elkaar gelegde en samengevoegde twaalf stenen, ook één vast lichaam vormen en zo als een verenigd en machtig volk onder de wetten, de bescherming en de leiding van God als een gericht tegenover alle heidenen moeten staan en ook als een harde rots zijn, waaraan allen zich kunnen stoten die in strijd met Gods wil handelen.
[13] Zie! Precies op dit punt heeft Jozua de ark opgesteld. Door hem zeven maal rond de oude stad Jericho te dragen stortten tijdens de zevende keer ronddragen, op de zevende dag, bij het geweldige geschal van de bazuinen de muren in. Vervolgens drongen de Israëlieten de stad binnen en sloegen op Gods bevel alles met het zwaard neer wat daar leefde, behalve de hoer Rachab, die op Gods bevel samen met haar huis en verwanten ontzien moest worden; want zij redde de spionnen die Jozua naar de stad had gestuurd van de vervolging door de heidense koning, doordat zij hen goed in haar huis verborg!
[14] Op deze heuvel werd ook al het goud en zilver en alle edelstenen, die de Israëlieten uit de verwoeste stad haalden, ter ere van God voor de ark des verbonds neergelegd, en ook deelde Jozua op deze heuvel alle Israëlieten het gebod mee volgens de wil van God, dat de verwoeste stad nooit meer opgebouwd moest worden, en dat degene die dat toch zou doen en het werk zou beginnen aan te pakken, door God daarvoor gestraft zou worden. - En zo weten jullie nu wat deze heuvel te betekenen heeft.
[15] En dezelfde plaats waar eens de ark stond staat nu in levende lijve Degene die als een machtige vorst met een zwaard in de hand naar Jozua toe kwam en tegen hem zei: 'Jozua, trek je schoenen uit, want de plaats waar je staat is heilig!' Toen pas realiseerde Jozua zich wie die machtige vorst was en hij aanbad Hem daarom ook.
[16] Jullie weten nu ook allemaal wie Ik ben, en niemand van jullie aanbidt Mij. jullie zouden dat wel willen doen, maar Ik wil het Zelf niet, omdat Ik jullie op een hoger levensplan stel dan waar Jozua in al zijn macht ooit gestaan heeft en omdat Ik ieder gebed met de lippen verafschuw; want van nu af aan is de liefde tot God en tot de naaste het enige gebed dat Mij aangenaam is, waar ik op let en naar luister!
[17] En zo weten jullie nu in het kort wat dit voor een heuvel is, en nu kunnen wij onze blik naar het westen richten en daar de grote woeste vlakte zien, waar eens de oude heidense stad stond.'
«« 188 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.