[2] Ik zei: 'Wat Mattheus opgeschreven heeft is genoeg; want niet alles is bedoeld voor het volk, en nog minder voor die menselijke zwijnen, waar Ik het zojuist over had. Na Mij zullen jullie echter nog tijd genoeg krijgen om vanuit de geest op te schrijven wat jullie nu van Mij gehoord en gezien hebben.
[3] Want in de verre toekomst zal Ik ook knechten opwekken en door de geest in hun hart zal Ik hun alles dicteren wat er nu gebeurd en geleerd is sinds de tijd dat Ik het leraarschap op Me nam en jullie tot Mijn eerste leerlingen maakte, en ook wat er nog zal volgen en nog heel veel andere dingen; en als Mij dat in de verre toekomst mogelijk is, zal het bij jullie nog des te meer mogelijk zijn om jullie door de geest van je hart alles te dicteren waarvan Ik het nodig acht dat het opgeschreven wordt.
[4] jullie moeten je in het begin echter niet teveel met schrijven bezighouden, maar meer met spreken, zodat de mensen in de eerste plaats horen waar het over gaat!
[5] Als de mensen daarvan eenmaal in kennis zijn gesteld en in Mijn naam gemeenten hebben gevormd, dan kunnen jullie daarna ook wel schrijven aan zulke gemeenten, als jullie in andere plaatsen aan het werk zijn. Maar jullie hoeven geen brief te schrijven aan de gemeente waar jullie preken; maar als jullie die verlaten, kunnen jullie daar ook een schriftelijk aandenken achterlaten.
[6] Maar waarschuw de gemeenten heel nadrukkelijk dat ze dergelijke achtergelaten geschriften niet gaan verafgoden, zoals de Farizeeën en joden doen met de boeken van Mozes en de profeten; want die maken nu diepe buigingen voor de kast in de tempel waarin die boeken bewaard worden, en ze bidden tot de tafelen der wet en denken God daardoor de juiste eer te bewijzen. O wat een blinde dwazen! Wat is er nu meer en beter: de tafelen der wet te aanbidden in de mening God daardoor de juiste eer te betonen, of de wetten die op die tafelen geschreven staan in het dagelijks leven in acht te nemen? Het tweede, wat het enig juiste zou zijn, doet in werkelijkheid geen enkele tempeldienaar en geen enkele jood; maar het eerste, wat waardeloos is, doen ze gewetensvol, omdat het hun zeker minder moeite kost.
[7] Daarom zeg Ik dat nu tegen jullie, opdat jullie ten eerste niet teveel schrijven maar meer spreken, en opdat men in de toekomst niet ook met Mijn nieuwe leer zal doen wat nu de tempeldienaren en aartsjoden met de boeken van Mozes en met de tafelen der wet en de profeten doen, door daar zelfs bepaalde magische werkingen aan toe te schrijven, die die boeken nooit bezeten hebben. Tracht dat dus zeer zorgvuldig te vermijden!
[8] Verder moeten jullie voorlopig ook niet teveel schrijven, om te voorkomen dat de schrijfgeest onder de mensen de eerste tijd al te veel gewekt wordt. Het is beter dat de mensen meer volgens Mijn leer handelen dan dat ze die opschrijven nadat ze hem gehoord hebben; want als de schrijfgeest te vroeg wakker wordt onder de mensen, zullen jullie in korte tijd na Mij talloze geschreven evangeliën zien ontstaan, zelfs onder jullie naam, en jullie zullen er heel druk mee zijn om al dat geschrijf van valse profeten te weerleggen. Spreek daarom liever veel, maar schrijf weinig! Maar wanneer de juiste tijd aanbreekt, dan moet er ook veel geschreven worden! -Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
[9] Nu zei Simon Juda: 'Heer, dan zou het uiteindelijk toch beter zijn als er helemaal niets geschreven werd, óf alles zou echt heel nauwkeurig opgeschreven moeten worden, zodat er dan maar één ware Schrift uit Uw mond zou bestaan, waarvan dan later pas geautoriseerde en volledige kopieën voor andere volkeren gemaakt kunnen worden! Want ik stel mij voor dat bepaalde mensen in de loop van de tijd ook het door ons verkondigde woord wellicht slecht en onjuist zullen opschrijven, en dan kunnen er op die manier immers ook een groot aantal valse evangeliën verschijnen, en de mensen zullen dan later niet meer weten welk evangelie het juiste en ware is, en dat zal dan ook tot allerlei verschillende geloofsrichtingen leiden.'
[10] Ik zei: 'Simon Juda, Ik verwerp jouw visie niet en zeg ook niet die niet wijs zou zijn; maar wat Ik jullie heb aangeraden, is en blijft voorlopig het beste!
[11] Jullie kunnen echter doen, wat je wilt; maar jullie zullen voor de komende tijden niet kunnen verhinderen, dat zich naast het ware en echte evangelie ook een groot aantal pseudo-evangeliën zal ontwikkelen, en het zal voor de latere nakomelingen, die het een of andere evangelie in handen zullen krijgen, steeds moeilijk zijn om vast te stellen of het echt is.
[12] Daarom moet Mijn woord nu door jullie meer met de mond verkondigd worden; dan zullen de echte gelovigen vanzelf wel in zichzelf tot het levende woord vanuit Mij komen, en ze zullen dan niet het een of andere geschreven evangelie hoeven te onderzoeken om te beoordelen of het wel echt en waar is.
[13] Maar als jullie nu onmiddellijk na Mij in plaats van veel te preken, alleen maar veel zouden schrijven, dan zouden jullie geschriften zeker des te eerder door andere mensen overgeschreven worden met allerlei weglatingen of ook toevoegingen, en in dat geval zouden de mensen zich al heel gauw moeten gaan afvragen, of die geschriften wel echt en betrouwbaar van jullie afkomstig zijn. Als jullie echter persoonlijk onderwijzen en je wanneer dat nodig is ook door tekenen als zodanig doen kennen, dan zal niemand vragen of jullie wel Mijn echte leerlingen zijn en of jullie woorden wel helemaal die van Mij zijn.
[14] O ja, wanneer jullie Mij reeds dikwijls verkondigd hebben en velen in Mijn naam gedoopt zullen hebben en al velen daardoor ook tot het innerlijke levende evangelie gekomen zijn, dán, zoals gezegd, kunnen jullie ook schrijven, zodat de nakomelingen in jullie geschriften een getuigenis hebben dat en hoe Ik jullie Heer en Meester was, en hoe jullie Mijn leerlingen geweest zijn. Maar die geschriften van jullie moeten dan ook alleen bij die gemeente bewaard en bewaakt worden, waar door het handelen het innerlijke, levende evangelie tevens van vader op zoon en zo verder zal blijven voortbestaan en jullie zodoende niet als puur geschreven, maar als levend werkzame apostelen tot een waar en eeuwig getuigenis in het hart van de mensen zullen blijven leven.
[15] Waar dat bij een gemeente niet het geval zal zijn, moeten die geschriften ook niet in bewaring gegeven worden; want ze zouden de gemeenteleden van geen enkel nut zijn, omdat hun nakomelingen, die wat de geest van het hart betreft 'dood' zijn, niet meer in staat zouden zijn de echtheid ervan te onderzoeken en een vals geschrift niet meer van binnenuit zouden herkennen, maar dit slechts volgens de meerderheid van stemmen in hun over het algemeen blinde vergadering zouden bepalen, zoals dat nu in de tempel bij de Farizeeën en hogepriesters het geval is. Wat betekenen echter vele stemmen van blinde mensen tegen de ene waarheid? Ik zeg jullie: als één mens, die van binnenuit leeft en vol licht is, de waarheid zegt, waartoe zijn dan ontelbaar vele vergaderingsstemmen nog in staat tegen die éne waarheid?
[16] Er is maar één waarheid, die even goed door één mens als door myriaden engelen uitgesproken en bewezen kan worden. Maar wanneer de wereldse wijsheid zich daartegen verzet, omdat die waarheid niet bevorderlijk is voor haar wereldse voordelen, is dat dan een reden om aan te nemen dat de waarheid minder waar is?
[17] De leugen kan zich in een grote vergadering van mensen door talloze stemmen laten vertegenwoordigen, maar daarom wordt ze toch nooit tot waarheid.
[18] Maken jullie je dus niet druk over wat er beter is, het verkondigde of het geschreven woord; want aan de vrucht is de waarheid heel goed te herkennen! De leugen bouwt haar huizen op los zand, maar de waarheid op rotsen, en daar kan de hel geen veldtocht tegen ondernemen; want zoals de duisternis van de nacht nooit tot daglicht wordt, wordt ook de leugen nooit tot waarheid. En dan kunnen er tienduizend valse evangeliën geschreven worden, maar steeds zal alleen datgene het enige ware zijn en blijven wat zich overeenkomstig Mijn belofte levend in de mens zal openbaren, als hij volgens Mijn woorden zal leven en handelen, -en dat levende evangelie zal ook tot aan het einde van alle tijden de enige toetssteen zijn en blijven, die in staat is om te onderscheiden of een geschreven evangelie echt of vals is.
[19] Aan de vruchten moeten jullie dat dus herkennen; want van distels oogst men geen vijgen en van een doornstruik geen druiven! Daaraan zal men gemakkelijk zien of iemand Mijn leerling is of niet. Mijn leerlingen en ook hun leerlingen zullen elkaar altijd liefhebben, zoals ook Ik jullie altijd liefheb; maar de onechte leerlingen zullen elkaar openlijk of in het geheim zeker haten. Want daarin bestaat de eigenlijke zwarte en slechte vrucht van de leugen, dat ze steeds zichzelf haat, omdat de ene leugen nooit voor de andere wil onderdoen; maar de waarheid zoekt alleen maar voortdurend haars gelijken en bemint ze steeds meer en meer, net zoals ook het ene licht het andere nooit verduistert, maar alleen helderder en helderder maakt en tenslotte tot een verenigd, zeer helder licht leidt.
[20] Het licht heeft dus een grote liefde tot nog meer licht; maar de leugen haat de leugen, omdat ze daarin verraad vreest. Kijk, dat is een belangrijk criterium, waarmee men zelfs met een blinddoek voor de waarheid heel goed van de leugen kan onderscheiden!
[21] Daarom zal men de valse evangeliën ook steeds gemakkelijk van de echte kunnen onderscheiden; want de valse zullen elkaar over en weer steeds vervolgen en haten -maar de echte zullen elkaar als tweelingbroers liefhebben; ze zullen elkaar zoeken en ook snel gemakkelijk vinden.
[22] Ik denk, Mijn beste Simon Juda, dat Ik nu wel duidelijk genoeg tot jullie gesproken heb! Maar maak nu voor jezelf uit, of jij Mij ook goed begrepen hebt!'
[23] Simon Juda zei: 'Heer, deze keer hebt U weer eens uitzonderlijk duidelijk tot ons gesproken, en ik heb U in alle opzichten heel duidelijk begrepen en alle anderen zeker ook. Maar ik heb uit deze glasheldere woorden van U ook begrepen, dat men tegen U absoluut niets kan inbrengen. Maar zo is het ook volkomen juist; want als men dat zou kunnen, zou U niet de Heer en Meester van eeuwigheid zijn! En deze woorden van U moeten ons ook tot een voortdurende richtlijn blijven! Wij danken U allemaal voor deze zo duidelijke les!'
[24] Ik zei: 'Houd daar dan ook maar aan vast, anders vallen jullie voordat je het in de gaten hebt!
«« 79 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.