1. De Heer ontmoet een groep arme bedevaartgangers (ca. 17.8.1861)
2. Het wonder in het huis van de waard
3. De genezing van de zieke Helena
4. De Heer getuigt over Zichzelf
5. De aankomst bij Jericho De Heer in Jericho
6. Het weerzien met Kado
7. De Heer en de zieke koopman uit Sidon (27.8.1861)
8. Een harpspeler zingt voor de Heer
9. De beloning van de zanger
10. De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis
11. De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft
12. De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken
13. De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing
14. Wat de Grieken dachten van het verdwijnen van de acrobaten (3.9.1861)
15. Een rechtszitting in de herberg
16. Het levensverhaal van de rovers
17. De verontwaardiging en goede bedoeling van de waard
18. De religie van de drie rovers
19. Over de leiding van de mensen
20. Nojed vraagt naar de ware godsdienst
21. De omstandigheden in het gezin van Hiponias, de vader van de drie dieven
22. Over de bestemming van de mensen (12.9.1861)
23. Over de noodzaak en het doel van verzoekingen
24. De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer
25. De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19)
26. De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom.
27. De gelijkenis van de toevertrouwde ponden
28. De Heer geneest de zoon van Zacheüs
29. Waarom de bezetenheid van de zoon werd toegelaten (20.9.1861)
30. Over de maat van goed en kwaad
31. Het heidense dorp met de tempel van Mercurius
32. De genezing van het blinde meisje Achaia De Heer in Nahim in Judea
33. Het opwekken van de dode jongeman in Nahim
34. Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer
35. Over het toelaten van nood en ziekte
36. Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861)
37. De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God
38. De zorg van de jongeman
39. Jacobus vraagt naar de geestelijke betekenis van de opwekking van de dode jongeman
40. Over de geestelijke omstandigheden van onze tijd
41. De leerlingen hebben een vraag over het verduisteren van de zuivere leer van Christus
42. De weduwe en haar uit de dood opgewekte zoon getuigen tegenover het volk. (20.10.1861)
43. De tekenen van de geestelijke aanwezigheid van de Heer
44. De juiste verering van de Heer De Heer trekt door Samaria
45. De karavaan van de rovers
46. De bekentenis van de rovers
47. De verandering van de woestijn
48. De Heer zegent de woestijn
49. Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861)
50. De Heer met de Zijnen in een herberg in Samaria
51. De waard vraagt naar de Heer
52. Het wonder met de edelvissen
53. De waard herkent de Heer (31.10.1861)
54. De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg
55. Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal
56. De profetenscholen
57. De ware profeten
58. Het navolgen van de Heer
59. Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria
60. De reden waarom het de bewoners goed gaat
61. De volledige genezing van de bezetene
62. De belofte en de zegen van de Heer voor dorp
63. De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea
64. In de plattelandsherberg (17.11.1861)
65. De Heer maakt Zich bekend aan de waard
66. De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19)
67. Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21)
68. De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861)
69. De waarde van de instellingen van de tempel
70. De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36)
71. De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37)
72. Het rijk Gods
73. De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed
74. De betekenis van het handelen volgens Gods woord
75. Het nachtelijke onweer (7.12.1861)
76. De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen
77. In de beschadigde synagoge
78. De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde
79. De droom van de schriftgeleerde
80. De Farizeeër verklaart de droom
81. De twee tempeldienaren zoeken de Heer
82. Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861)
83. Over de boom des levens en de boom der kennis
84. 'Adam, waar ben je?' -een belangrijke vraag
85. De Heer spreekt over Zijn menswording
86. Over het ware vrezen van God
87. Het oefenen in geloof en vertrouwen
88. Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8)
89. Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn
90. Over de nieuwe tijd (19.12.1861)
91. Het trapsgewijze reinigen van de wetenschap en haar toepassingen
92. De wijsheid van Mozes en Jozua
93. Over de wetenschap der overeenstemmingen
94. De wederkomst van de Heer
95. Het middagmaal
96. Het vertrek naar Kana De Heer in Kana
97. In de herberg te Kana (26.12.1861)
98. De waard en Judas Iskariot
99. De Heer over Judas Iskariot
100. Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand.
101. De oorzaak van de nood op aarde
102. De taak van de menselijke ziel op aarde
103. De weg van de mensen naar het doel
104. De reizigers voor de herberg (5.1.1862)
105. De Indo-joden doen verslag van het doel
106. De droom van het meisje
107. Het meisje herkent de Heer
108. Over de kracht van de geest (13.1.1862)
109. De ware sabbatsheiliging
110. De karavaan uit Perzië in de herberg
111. De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden
112. De opdracht van de Heer aan de Perzen
113. De Heer vertrekt uit Kana De Heer in Kis aan het meer van Galilea
114. De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862)
115. Het land van de Indo-joden
116. Het vreugdemaal bij Kisjonah
117. Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer
118. Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862)
119. De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël
120. De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen
121. De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit
122. De tempeldienaren krijgen Griekse kleren
123. Samaritanen zoeken de Heer (9.2.1862)
124. Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten
125. Juiste kennis van de natuur is belangrijk
126. De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer.
127. Over het eten van allerlei vlees en vruchten
128. De maaltijd bij Kisjonah
129. God vrezen en God liefhebben
130. Gabriëls getuigenis over Maria (19.2.1862)
131. De rijke visvangst
132. De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn
133. De Heer laat de Indo-joden weer naar hun eigen land gaan
134. De Heer vertelt over Zijn verzoeking in de woestijn (Matth. 4:1-11) De Heer in Jesaïra
135. Het vertrek van Kis naar Jesaïra
136. De Heer en de arme visser
137. Avondoverwegingen
138. Over het contact met goede geesten
139. Uitleg van de Heer over de planeet Mars
140. De moedige bootsman (6.3.1862)
141. Het wezen van de wereld aan gene zijde
142. De werkzaamheid van de ziel
143. De werkzaamheid van de geesten
144. De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer
145. De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer
146. De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862)
147. De vissers begroeten de Heer
148. Liefde, zachtmoedigheid en geduld zijn beter dan gerechtvaardigde ijver.
149. De Heer voorspelt Zijn einde in de omgeving van Caesarea Philippi
150. De reis van Kis naar Marcus bij Caesarea Philippi
151. Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad
152. De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862)
153. De Heer en de twee Grieken
154. Het geestelijke zoeken van de Grieken
155. De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer
156. De gedachten van de Grieken over de enig ware God
157. Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God
158. De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten
159. Het beoefenen van de naastenliefde
160. Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862)
161. De belijdenis van de arts
162. Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts
163. De twijfel van de rechter
164. De genezing door het geloof van de bekeerde rechter
165. De genezenen komen bij de Heer
166. De Heer geeft gedragsregels voor de gelovigen
167. De weemoed van de Romein bij het mooie uitzicht (16.4.1862)
168. De wens van de Romein
169. De Romein in gesprek met zijn gestorven vader
170. De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde
171. De leiding van menselijke zielen naar voleinding
172. De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten
173. Het wezen van het rijk Gods
174. Het wezen van Rafaël (26.4.1862)
175. De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël
176. Over bestaan en niet-bestaan
177. De tegenvragen van de arts
178. De noodzaak voor het versluieren van de herinnering
179. Over de wijsheid van de Heer
180. De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht
181. De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang
182. De weg om materiële zielen te redden
183. Het onderricht van Rafaël (12.5.1862)
184. Over het opnemen van de leer van de Heer
185. Over valse en ware profeten
186. De genezing van de zieken uit Joppe
187. De verbazing van de Griek over het heilzame maal
188. De genezenen en hun schippers
189. De genezen visser bewijst de schippers de goddelijkheid van de Heer
190. De arts vraagt naar het manna in de woestijn
191. Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn
192. Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862)
193. De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen
194. In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen
195. De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd
196. De storm en zijn overeenstemmende betekenis
197. Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen
198. De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862)
199. De redding van de overste
200. De plannen van de overste
201. De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor
202. Het gesprek tussen de commandant en de overste
203. De wens van de commandant en de vervulling daarvan
204. De commandant Leander voor de Heer
205. Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862)
206. Het overleg van de soldaten van Herodes
207. De mooie ochtend aan het meer
208. Een gesprek over de trekvogels
209. De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden
210. Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde
211. Rafaël bij de soldaten van Herodes
212. Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862)
213. De Heer bij de soldaten van Herodes
214. De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen