[2] Kisjonah en onze Philopold begonnen direct te informeren naar het land waar ze woonden en vroegen hoe men daar kon komen.
[3] De man zei heel vriendelijk: 'Ons land ligt erg ver hier vandaan en je zou het tevergeefs zoeken; want voordat je die meer dan hoge bergen bereikt, moet je over heel veel andere hoge bergen heen vanwege de vier grote rivieren die je achter je moet laten om die bergen te bereiken, die ons werkelijk grote land aan alle kanten zodanig omringen dat niet eens een adelaar boven de nog boven alle wolken uitstekende bergtoppen uit kan komen. je zou ook wel via de laagvlakten dichterbij de bergen van ons land kunnen komen, als de rivieren er niet waren, waar de mensen nog geen bruggen overheen gebouwd hebben, en met name nog niet over de drie laatste. Alleen de Eufraat heeft een soort brug op de plaats waar hij nog smal is, maar de andere rivieren zullen er waarschijnlijk geen hebben. Wij kennen er tenminste geen, ook omdat wij de loop van de rivieren nog nooit al te ver hebben onderzocht. Als je dan bij zo'n rivier komt, moetje die lange tijd bijna tot zijn oorsprong volgen om er daar overheen te kunnen komen, en dat, vrienden, maakt dat de weg naar ons land moeizaam en lang is en veel tijd kost.
[4] En als je eindelijk na veel moeite en ongemakken in de buurt van ons land komt, dan kun je er een jaar of nog veel langer omheen dwalen, terwijl je toch geen ingang vindt. Die kent alleen jehova, en degene aan wie de geest van Jehova het wil openbaren. En zo zijn wij tot nu toe door geen mens ontdekt, hoeveel er op de grote aarde ook mogen zijn -wat wij aan de bescherming van jehova te danken hebben. Maar wijzelf kunnen -als wij dat willen -wel naar de mensen toegaan die in de laagvlakten wonen, wanneer wij willen' en met hen af en toe ruilhandel drijven; maar zij kunnen niet naar ons toekomen, behalve als wijzelf hen naar ons toe zouden brengen, wat wij echter niet doen en ook nooit zullen doen.
[5] Ons land is zodoende ook een geheim op aarde; en U, o Heer en Meester, zult het ook voortaan genadig zodanig beschermen, dat het door geen van alle goddeloze vijanden ooit ontdekt wordt, en wij zullen nooit gaan wankelen in onze aloude trouw.'
[6] Ik zei: 'Bewaar Mijn liefde, dan zal die jullie en jullie land bewaren! Maar opdat jullie ook weten wat voor land jullie bewonen, zal Ik het jullie vertellen -luister dus naar Mij!
[7] Zie, jullie land is het oude Eden, waar Adam en Eva geschapen zijn, maar die het na de zonde moesten verlaten, en tot jullie er kwamen is het ook nog nooit door een mens ontdekt en bewoond! En zo zal het ook in de toekomst door niemand ontdekt worden, als jullie in Mijn liefde volharden!'
[8] Over deze verklaring van Mij ontstond een regelrecht gejuich, en de vier begonnen van louter vreugde te huilen.
[9] Maar Ik kalmeerde hen en zei: 'Beeld je daardoor niets in; want aarde is aarde, en land blijft land! Van nu af aan zal er geen aards Eden meer zijn, maar alleen een Eden in het hart van de mens. Streef daar allen naar en bescherm het tegen de vijand, die 'wereldse gezindheid' heet; want dat is de bron van alle zonden en de ondergang van alle menselijke gelukzaligheid!'
[10] Allen gaven Mij gelijk en prezen de wijsheid Gods in Mij.
«« 115 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.