De weg om materiële zielen te redden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 182 / 214 »»
[1] (De Heer:) 'Als een ziel echter de zuivere leer heeft gekregen, de waarheid ook wel begrijpt en bij zichzelf denkt: ' Aha, nu weet ik wat ik met recht voor mijn heil moet doen; maar voordat ik daar helemaal mee aan het werk ga, wil ik toch ook een poosje genieten van de bekoorlijkheden en aangename dingen van deze wereld, omdat ze mij geboden worden. Want nu ik de wegen naar de geestelijke voleinding precies ken, zal het er wel niet echt op aankomen wanneer ik die in volle ernst wil gaan bewandelen; en als ik die weg opga, zal ik ook zeker vooruitkomen!' - Kijk, vriend, dan begint de ziel de bekoringen en aangename dingen van de wereld te proeven en vervolgens ook met volle teugen te gemeten; daardoor geeft ze aan de materie van haar vlees een flink overwicht, dat slechts heel moeilijk of vaak helemaal niet meer met haar heldere inzicht in de dingen van de geest overwonnen kan worden.
[2] Omdat zo'n ziel aanvankelijk tegen beter weten in handelt, zakt ze langzamerhand steeds verder in de materie weg en wordt ook de oorspronkelijke, puur geestelijke verlichting steeds matter. De ziel raakt in allerlei twijfels en vindt het in haar materiële traagheid helemaal niet meer zo de moeite waard om zich op te richten. en tenminste voor de korte tijd van een paar dagen of weken een ernstige, zichzelf verloochenende poging te doen om zich ervan te overtuigen. of er toch iets waar is van de vanuit de hemelen geopenbaarde leer ter verkrijging van het innerlijke, ware leven.
[3] Ja, vriend, als zo'n ziel, tegen beter weten in eenmaal traag is geworden en mensen om zich heen ziet, die zichzelf door van meet af aan hun best te doen tot de innerlijke levensvoleinding hebben gebracht, dan heeft dat toch geen sterke lilvloed op haar en brengt dat geen eigen werkzaamheid in haar teweeg. Als ze goed geluimd is laat ze zich wel door die gewekte medemensen de wonderen van het geestelijke in de mens vertellen, en af en toe wordt in haar. ook de wens wakker om zelf te zijn wat die volmaakte mensen zijn maar direct daarna werken de reeds genoten en nog te genieten bekoringen van deze wereld zo krachtig op haar in, dat ze die niet kan weerstaan en daarbij denkt: 'Nou ja, ik doe toch niet iets slechts, als ik niet onmiddellijk volledig omkeer! Eerst wil ik in deze wereld nog het een en ander zien en proberen, en dan zal Ik toch nog wel tijd genoeg overhouden om in de voetstappen van die volmaakten te treden.'
[4] Kijk, op die manier denken, besluiten, simuleren en berekenen de nakomelingen van zulke in zichzelf lauw en traag geworden mensen nog meer, en ze worden helemaal duister en slecht in hun geest, als men hen er alleen maar aan herinnert wat zij als mensen moeten doen om de innerlijke levensvoleinding te verkrijgen.
[5] En zo groeit en woekert dan als gevolg van hun steeds wakkerder wordende wereldse genotzucht en toenemende traagheid van de ene generatie van de mensen op de andere het onkruid van de nacht der zielen zodanig, dat Mij mets anders overblijft dan zulke mensen met allerlei plagen en gerichten te bezoeken, om hun het nietige en slechte van hun wereldse strevingen aan den lijve te laten ondervinden.
[6] Pas als ze door allerlei bittere ervaringen zover gebracht zijn, dat ze zelf werkelijk weerzin beginnen te krijgen tegen de wereld en haar ijdele verlokkingen, is het weer tijd om hun, zoals nu, door nieuwe openbaringen uit de hemelen de wegen naar het licht des levens te tonen, die velen dan met grote inzet. zullen bewandelen; maar nog veel meer mensen, die te diep weggezakt zijn in de nacht van het gericht en de dood der wereld, zullen toch blijven waar ze zijn en al degenen die hen willen wekken tot het leven van de geest, net zo lang vervolgen tot de over hen toegelaten gerichten hen van de aarde zullen wegvagen, zoals stormen het kaf verwaaien.
[7] Ja, vriend, van Mijn kant is de verhouding tussen geest, ziel en lichaam bij ieder mens volmaakt nauwkeurig' afgewogen; alleen heeft de waanwijsheid van de mensen, die oude erfzonde, de goede verhouding tot een slechte verhouding gemaakt.
[8] Neem nu eens de oude sage over jullie Prometeus en zijn zelfgeschapen dochter Pandora! Wie is die Pandora eigenlijk?
[9] Kijk, dat is een beeld dat staat voor de waanwijsheid en de nieuwsgierigheid en wereldse genotzucht van de mens, waardoor hij aan de harde materie geketend wordt. Ook al komt er van tijd tot tijd een adelaar uit de hemelen naar hem toe die hem krachtig waarschuwt dat hij zich van de materie los moet maken, dan levert dat weinig op; want nauwelijks is de adelaar een poosje weg, of daar is in de ziel van zo'n mens de lever, die het symbool van zijn wereldse lusten is, alweer helemaal aangegroeid, en de hemelse adelaar kan weer opnieuw beginnen die te gaan eten. -Begrijp je dit goede beeld?
[10] Kijk bovendien eens naar wat Mozes zelf in een duidelijk beeld over het eerste mensenpaar vertelt, dan zul je daarin precies hetzelfde vinden!
[11] En als dat zo is, dan komt het niet door Mij dat de mensen slechter zijn geworden doordat Ik in de ziel een kleine voorkeur voor de wereld heb gelegd, maar haar aan de andere kant tegelijkertijd een volledig licht uit de hemelen schonk, waarmee ze met weinig moeite die kleine voorliefde voor de wereld kan overwinnen. Begrijp je die dingen, vriend?'
[12] Na deze les van Mij, waar ook alle anderen heel aandachtig naar hadden geluisterd, bedankten de Romein alsook alle anderen Mij, behalve die ene, die Mijn verklaring niet beviel.
«« 182 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.