De genezen visser bewijst de schippers de goddelijkheid van de Heer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 189 / 214 »»
[1] Daarop zei de genezen visser, die uit Cyprus kwam: 'Hoewel ik van geboorte een heiden ben, ken ik Mozes en de profeten toch even goed als jij.
[2] Staat er niet bij de profeet Jesaja*(Jesaja 40:3 en 11) 'Een stem van de prediker roept in de woestijn: Bereid de weg voor de Heer, effen op de velden een baan voor onze God!'? En verder staat er: 'De Heer zal als een herder Zijn kudde weiden; Hij zal de lammeren in Zijn armen verzamelen en hen aan Zijn borst dragen en de ooien leiden.'
[3] Wij wonen weliswaar in Joppe, maar toch hebben we uit de mond van de twee leerlingen goed gehoord wat er in Jeruzalem allemaal is voorgevallen.
[4] De stem van de prediker in de woestijn -was Johannes de Doper, die op de velden van jullie blindheid voor God een baan effende, maar die door de naijver van de tempeldienaren, die Herodes aan hun kant wisten te krijgen, in de gevangenis terecht kwam en spoedig daarna onthoofd werd.
[5] Deze prediker in de woestijn herkende in die Heiland uit Nazareth de Heer, en zijn getuigenis heeft velen de ogen geopend. Waarom zijn de Farizeeën dan blind en verstokt van hart gebleven? Zij hebben Mozes en de profeten toch ook?
[6] Als de profeet spreekt: 'De Heer zal Zijn kudde ( ons mensen namelijk) weiden als een herder' -en dat gebeurt nu ongetwijfeld voor onze ogen -is deze Herder, wiens persoonlijke komst op deze aarde alle profeten, te beginnen bij Mozes, getrouwen duidelijk juist voor deze tijd hebben aangekondigd, dan niet een en dezelfde Heer en God, die aan Mozes op de Sinaï de geboden gaf.
[7] Als wij ons nu gelovig als lammeren om Hem heen scharen en Hij ons met alle liefde van Zijn goddelijke hart leidt, zoals een goede herder dat met de ooien doet -wat wij maar te duidelijk en helder zien aan Zijn leer en Zijn daden -geloven wij dan soms, ook al zijn wij meer heiden dan Jood, in een andere, vreemde God dan alleen in Degene in wie we volgens het gebod van Mozes als enige moeten geloven? En doen wij er verkeerd aan, als wij Hem danken voor de aan ons bewezen genade en Hem alleen de eer geven?
[8] Waarlijk, het strekt jullie niet erg tot eer als wij als gewezen heidenen het licht, dat tot jullie is gekomen, eerder naar volle waarheid herkennen dan jullie, die volgens jullie Schrift een voor dat licht uitverkoren volk zijn!'
[9] Op deze woorden van de visser zeiden de schippers verder niets meer; want ze zagen in dat de visser bedrevener was in de Schrift dan zij, en ze wilden niet aan een woordenstrijd met hem beginnen. Maar tegelijkertijd begonnen ze onder elkaar na te denken en te zeggen, dat de visser uiteindelijk toch wel eens gelijk zou kunnen hebben, en daarbij werden sommigen van hen geloviger dan ze voorheen waren. Spoedig daarna maakten ze hun schepen los en voeren terug naar Tiberias, met de belofte dat ze de veertig genezen inwoners van Joppe hier over een paar dagen zouden ophalen, als zij dat wilden.
[10] Maar dezen (de genezenen) zeiden:'Wij danken jullie nu voor je goede wil; maar wij zullen een andere weg naar huis nemen!'
[11] Hierop voeren de schippers definitief weg.
«« 189 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.