[2] De vrijwel eindeloos grote verscheidenheid, goed en slecht, edel en onedel, is er dus alleen maar vanwege de mens, opdat hij alles kan zien, leert kennen, onderzoekt, uitkiest en doelmatig gebruikt; daaruit kan hij dan ook gaan afleiden dat een zeer wijze, goede en almachtige Schepper dat allemaal zo geschapen en ingericht heeft, en wanneer de mens uit zichzelf zo begint te oordelen, laat deze Schepper werkelijk nooit na Zich nader aan de denkende mens te openbaren, zoals dat nog in alle tijden van de mensen ontegenzeglijk het geval is geweest.
[3] Maar als de mensen teveel verdwalen en verstrikt raken in de verleidelijkheden van de wereld en denken dat ze alleen maar bestaan om als verstandige en denkende wezens zichzelf uit de met alle dingen rijkelijk toegeruste wereld van alle denkbare genietingen te voorzien, en als ze het eigenlijke doel niet ontdekken waarom ze in de wereld geplaatst zijn en wie hen in de wereld heeft geplaatst, dan kan er natuurlijk geen sprake zijn van een echte, hogere openbaring van God en Zijn wil van liefde; die kan pas plaatsvinden, wanneer de mensen door allerlei nood en ellende tenminste in zoverre beginnen na te denken, dat ze vragen: 'Waarom moesten wij eigenlijk in deze ellendige wereld komen, en waarom moeten wij ons eigenlijk zo laten kwellen en martelen tot aan onze zekere dood, die een ellendige afsluiting van onze vertwijfeling is?' - zoals ook jij, Nojed, vroeger op soortgelijke wijze filosofisch hebt geleuterd.
[4] Dan is ook het moment aangebroken waarop God Zich weer opnieuw aan de mensen begint te openbaren, eerst door de mond van gewekte mensen, en door andere tekenen, maar ook door allerlei soorten gericht over die mensen, die door allerlei leugens en bedrog en het onderdrukken van arme en zwakke mensen rijk en machtig, trots en liefdeloos en zeer overmoedig zijn geworden; mensen die zelf aan geen enkele God meer denken en nog minder in hun hart daarin geloven, maar zich alleen maar in alle genietingen van de wereld storten, over de arme mensen heen lopen en hun zelfs niet meer de waarde van een mens, maar nauwelijks die van een gewoon dier toekennen.
[5] Wanneer de maat daarvan onder de mensen op de wereld eenmaal vol zal zijn, komt er ook een groot gericht en daarmee ook een grote, directe openbaring van God aan de mensen, die in hun hart nog het geloof in God en dus ook liefde tot Hem en hun naaste hebben bewaard.
[6] Dan zullen de godloochenaars en trotse bedriegers en onderdrukkers van de aardbodem weggevaagd en de gelovigen en armen opgericht en vanuit de hemelen verlicht worden, zoals dat nu het geval is en later, over bijna 2000 jaar, ook weer het geval zal zijn. De tijd, waarin zoiets kan en ook zeker zal plaatsvinden, is even gemakkelijk te herkennen als in de late winter te zien is dat het voorjaar nadert, als jullie naar de bomen kijken en zien hoe hun knoppen steeds meer zwellen en sappiger worden en hoe het sap, net als de tranen van de mensen, van hup takken en twijgen op de aarde neer druppelt en in zekere zin smeekt om verlossing uit de nood van de winter, waarin zoveel bomen wegkwijnden.
[7] Wanneer dus eenmaal het hart van de arme mensen door het licht van de waarheid vanuit God lichter begint te worden en gaat zwellen, en wanneer bovendien door de onbarmhartige en grenzeloze onderdrukking de aarde vochtig wordt van hun tranen, dan is het grote geestelijke voorjaar heel dichtbij gekomen.
[8] Als jullie drieën en ook jullie, Mijn reeds oudere vrienden, daar goed naar kijken, zullen jullie snel en zonder moeite kunnen ontdekken wat voor tijdstip het nu is, en wie Ik nu eigenlijk ben.'
«« 23 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.