De Heer en de zieke koopman uit Sidon (27.8.1861)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 7 / 214 »»
[1] Enkele vreemdelingen hadden gemerkt dat Ik de leerlingen dat advies had gegeven, en een van hen, die een koopman uit Sidon was, stond op, kwam naar Mij toe en zei: 'Goede vriend, vergeef mij dat ik als vreemdeling de vrijheid heb genomen om u hier aan te spreken! Aan de woorden die u tot uw vriend richtte merkte ik dat u zonder twijfel een arts moet zijn; ik zou u dus een advies willen vragen, namelijk wat ik moet doen en gebruiken om bevrijd te worden van mijn maagklachten, die ik nu al verscheidene jaren heb.'
[2] Ik zei: ' Als je denkt dat ik een arts ben, neem dan ook Mijn raad aan! Eet niet teveel en te vet varkensvlees, zoals je tot nu toe gedaan hebt, en drink niet de hele dag door zoveel sterke wijn, dan zullen je maagklachten wel over gaan! Dat is Mijn advies als arts; als je dat opvolgt, zal het je meer van nut zijn dan jouw aloësap, dat je maag wel leeg maakt, om hem daarna weer des te meer te kunnen vullen. De mens leeft niet om te eten, maar hij eet alleen maar om te leven, en daar is geen volgepropte maag en geen dagelijkse bedwelming van de zenuwen door zo sterk mogelijke wijn voor nodig.'
[3] Toen de vreemdeling dat van Mij gehoord had, zei hij heel verbaasd: 'U hebt mij toch nog nooit eerder gezien! Hoe kunt u zo precies weten hoe ik leef'
[4] Ik zei: 'Werkelijk, Ik zou wel een slechte arts moeten zijn, als Ik bij een zieke niet van zijn voorhoofd zou kunnen aflezen hoe hij leeft en hoe hij aan zijn ziekte is gekomen! Doe wat Ik je aangeraden heb en onthoud je van de wellust, dan zal je maag wel beter worden!'
[5] De vreemdeling bedankte Mij voor deze raad en legde drie goudstukken voor Mij op tafel.
[6] Maar Ik gaf die aan hem terug met de woorden: ' Geef die aan de armen; want Ik heb geen goud of zilver nodig, waar de mensen zo gretig naar verlangen!'
[7] De vreemdeling nam zijn goud weer terug en zei: 'Nu zie ik pas dat u een echte arts bent! Als het beter met mij gaat, zullen de armen het honderdvoudige van mij krijgen!'
[8] Daarmee ging hij weer naar zijn tafel, en op die van ons werd de maaltijd opgediend.
[9] De spijzen bestonden uit zeer goed bereide vissen, drie gebraden lammeren en twintig eveneens gebraden kippen en bovendien verscheidene soorten edel fruit. Wij begonnen dan ook direct te eten en iedereen liet zich de spijzen, het fijne tarwebrood en de wijn goed smaken, en al gauw werd het heel levendig aan onze tafel.
[10] Toen de vreemdelingen merkten dat wij het ons aan onze tafel goed lieten smaken, en omdat zij ook wisten dat het altijd heel duur was om in deze herberg te eten, zei de vreemdeling aan wie Ik zojuist een goed advies voor sein maag had gegeven, min of meer zachtjes tegen zijn metgezellen: 'Ja, nu wordt het mij wel duidelijk waarom die arts de drie goudstukken niet van mij aannam! Gasten als hij en zijn metgezellen, die zo'n dure maaltijd tot zich kunnen nemen, hebben beslist meer schatten dan wij, en dan zijn drie goudstukken natuurlijk te weinig voor zo'n arts, die al meer dan rijk is! Wel, zo'n avondmaaltijd kost in deze herberg minstens vijfhonderd geldstukken! Ja, ja, wie de bekwaamheid heeft om een beroemd arts te zijn, is gelukkiger en rijker dan een koning die, als hij ziek is geworden, bij zo'n arts tegen betaling van grote schatten hulp moet zoeken! Want een koning kan nog zo machtig en rijk zijn, hij kan zichzelf toch niet genezen en van de dood redden, als hij ziek en zwak wordt. Dan laat hij voor veel geld vaak van heel ver de beste arts komen die er is, en als de arts hem geholpen heeft, wordt hij met nog grotere sommen geld beloond. En bij deze arts zal het zeker ook zo zijn dat hij bij koningen en vorsten reeds grote sommen geld heeft verdiend, en daarom kan hij ook heel anders leven dan wij, arme kooplieden uit Sidon en Tyrus.'
[11] Mijn leerlingen hoorden deze opmerking van de kant van de vreemdeling ook, en Jacobus de Oudere wilde hem al in de rede vallen.
[12] Maar Ik zei tegen hem, ook min of meer zachtjes: 'Laat ze maar praten en over ons oordelen, want daar berokkenen ze ons echt geen schade mee! Als jullie in Mijn naam aan de mensen over de hele wereld het evangelie zullen verkondigen, zullen jullie niet ontkomen aan allerlei oordelen die de mensen over jullie vellen. Zijn deze blind en dom, laat de mensen dan maar praten, zolang hun oordeel maar geen kwaad in zich draagt! Als het echter een kwaadaardig karakter heeft, dan kunnen jullie degenen die over jullie oordelen voor een rechter ter verantwoording roepen, óf jullie verlaten die plaats en schudden ook het stof van jullie voeten; dan zal Ik in het verborgene wel de rechter zijn over zo'n plaats en de bewoners ervan! We zullen hen nu dus ook over ons laten praten en ons beoordelen zoals ze willen en begrijpen; want geen mens kan over een kwestie of een omstandigheid een oordeel vellen dan zijn eigen begrip, net zo min als een os een psalm van David kan zingen of een blinde een andere blinde kan leiden! Daarom moeten jullie je voortaan door dergelijke voorvallen absoluut niet meer van de wijs laten brengen!'
[13] Allen gaven Mij gelijk en bedankten Mij voor deze raad.
[14] Maar Apollon zei daarop: 'O Heer en Meester, U hebt weliswaar eeuwig in alles gelijk; maar het is wellastig voor ons dat U door de aanwezigheid van deze vreemdelingen niets bijzonders tegen ons kunt zeggen om Uzelf niet kenbaar te maken, en wij U ook niets buitengewoons kunnen vragen.'
[15] Ik zei:'O vriend, maak je daar maar niet druk om! Voor middernacht zal er nog heel veel buitengewoons gebeuren; want omdat onze dagtaak goed beëindigd is ben Ik in een goede stemming, en jullie moeten dat ook allemaal zijn! Maar laten we nu eten en drinken en ons in onze blijdschap door niemand laten storen!'
[16] Daarop aten en dronken wij heel welgemoed, evenals de vreemdelingen aan de andere tafels.
«« 7 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.