In de beschadigde synagoge

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 77 / 214 »»
[1] Toen kwam de schriftgeleerde naar Mij toe en zei: 'Meester, waarom hebt U ook onze woningen niet zo beschermd als deze hier?'
[2] Ik zei: 'Waarom hebben jullie dan niet net zo geloofd als deze ene hier?'
[3] De schriftgeleerde zei: 'Wij konden onszelf toch niet tot geloof dwingen! Bij een volkomen geloof hoort een gedegener overtuiging dan wij van U konden hebben. In deze tijd, waar het wemelt van allerlei tovenaars en wonderdoeners, is het moeilijk - en met name voor een oude schriftgeleerde -om tussen de vele op elkaar lijkende verschijnselen de waarheid te ontdekken en die dan zonder twijfel als zodanig aan te nemen en zonder twijfel te geloven!'
[4] Ik zei: 'Wie heeft dan deze metgezel van jullie tot geloof gedwongen, en hoe heeft hij tussen de vele valse verschijnselen de waarheid ontdekt? Kijk dat zit hem niet in het verstand van de mens, maar in zijn betere en meer oprechte hart!
[5] jullie hebben er al heel lang geen gewetenskwestie meer van gemaakt om de mensen op alle mogelijke manieren te beliegen en te bedriegen tot jullie uiterlijke wereldse voordeel; alleen hij heeft dat niet gedaan, omdat hijzelf nog enige waarde hechtte aan Gods geboden en ze niet zo verdraaide als jullie ze hebben verdraaid.
[6] jullie hadden in je hart geen geloof en daarom ook geen levenswaarheid meer, en daar komt het door dat jullie Mij niet konden herkennen en niet in Mij konden gaan geloven; want waar geen waarheid en geen leven is, kan zelfs de helderste waarheid en het leven daarvan niet opgenomen worden en een blijvende woning krijgen.
[7] Waar echter nog enige waarheid en het leven daarvan in het hart van een mens woont, krijgt ook een hogere waarheid gemakkelijk ruimte, die dan het levende geloof en de kracht daarvan voortbrengt. En dat was bij deze metgezel van jullie het geval, en daarom heb Ik het ook laten gebeuren zoals hij geloofde. Dat is de reden van jullie ongeloof en hardheid van jullie hart, die jullie even blind maakt en houdt als jullie soortgenoten overal in het hele land der Joden. Nu heb Ik gesproken en zal Ik weer naar de herberg gaan.'
[8] Op deze woorden van Mij wist de schriftgeleerde met zijn aanhangers niets te antwoorden; en begeleid door de bekeerde Farizeeër, de waard en de genezen opperknecht begaf Ik Mij direct naar de herberg, waar alle leerlingen nog aan tafel zaten en met elkaar over Mijn leringen en daden spraken.
[9] De andere Farizeeën en de schriftgeleerde doorzochten met behulp van de lichten de synagoge met verscheidene bedienden van de waard, om te zien wat er allemaal door de brand was verwoest. Ze hadden dat ook de volgende dag kunnen doen; maar aangezien ze veel goud, zilver en nog andere schatten bezaten, die goed in de synagoge verstopt waren in verschillende hoeken en gaten in de muur, wilden ze zich ervan overtuigen in hoeverre het vuur ook die verborgen schatten al dan niet gespaard had. Toen ze de hoeken en gaten in de muren ijverig doorzocht hadden en toch nog het een en ander onbeschadigd aantroffen, begonnen ze zich iets beter te voelen; maar toch plaatsten ze er tegen een goede beloning een wacht, bestaande uit enkele knechten van de waard, opdat niemand iets van hen zou stelen en hen nog armer zou maken dan ze nu meenden te zijn.
[10] Intussen waren wij met elkaar in gesprek over veel dingen, die hier niet weergegeven hoeven te worden, omdat ze op de plaatsen waar ze zijn voorgekomen, toch al meer dan voldoende uiteengezet en verklaard zijn.
[11] In het bijzonder werd door Mijn leerlingen onze reis van Jericho tot in deze plaats duidelijk en in het kort verteld, waarbij de Farizeeër, de waard, zijn knecht en zijn vrouwen enkele van zijn volwassen kinderen zich buitengewoon verbaasden en de Farizeeër herhaaldelijk luid uitriep: 'Nee, dat is eindeloos veel meer dan nodig is om zelfs stenen ziende te maken! En mijn metgezellen blijven nog blind en proberen hun armzalige wereldse schatten veilig te stellen, terwijl de hoogste en eeuwig onvergankelijke schatten van het leven hier in de grootste overvloed op tafel komen. Maar wat kan iemand van ons doen, als de Heer des levens zo dikwijls tevergeefs de grootste tekenen doet en de mensen lessen geeft die alleen maar uit het hart en de mond van God kunnen komen? Helaas leef ik temidden van wolven en moet ik met hen meehuilen, om niet door hen verscheurd te worden. Maar van nu af aan zullen ze mij niet meer aan het huilen krijgen; want nu weet ik wel wat ik zal doen!'
[12] Terwijl onze Farizeeër nog dergelijke uitroepen deed, kwam ook de schriftgeleerde, die wilde gaan vertellen dat het vuur nog een flinke hoeveelheid schatten niet had beschadigd.
[13] Maar de Farizeeër stond direct tegen hem op en zei: 'Ik verzoekje hier op deze heilige plaats te zwijgen over het verdoemenswaardigste vuil van de wereld! Dat vuil heeft de mensen tot duivels gemaakt en hun zielen in de poel van de eeuwige dood gestort. Maar hier onder ons verblijft de Heer des levens, die alle macht over alles in de hemel en op aarde bezit, en Hij is gekomen om ons van het oude juk van de hel en de eeuwige dood te verlossen door Zijn liefde, genade en meer dan grote erbarmen, - en jij tracht het vuil van de hel in veiligheid te brengen, opdat je dan nog blinder, verstokter en doder zult zijn in je ziel dan je nu al bent! Hier staan de poorten van de hemel wijd open, en jij en je andere metgezellen spannen je in om de hel in stand te houden voor jullie zelf. O, wat moeten de blindheid van jullie zielen en de verstoktheid van jullie harten groot zijn!
[14] Vraag jezelf eens af! Wie kan Degene wel zijn, aan wie winden, stormen, bliksems, vuur en alle andere elementen en krachten van de natuur gehoorzamen? Ik heb Hem herkend en ben daardoor nu meer dan gelukkig; waarom herken jij Hem nog niet, die jou met de lichtste ademtocht van Zijn almachtige wil kan vernietigen of naar de hel kan verstoten? Omdat jij met lichaam en ziel aan het slechte vuil van de wereld hangt en dood en blind bent in je hart!'
«« 77 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.