17481 resultaten - Pagina 668 van 1166
... 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 ...
[4] Als U hen hebt gedood, kunt U maar beter ook mijn hart doden, opdat het niet al wegkwijnend deze onverdraaglijk treurige last torsen moet, waaronder het toch al moet bezwijken, als mij geen licht wordt geschonken over diegenen die door mijn grote dwaasheid afgescheiden en hierheen gedreven zijn naar dit middernachtelijke gebied, waarin zij klaarblijkelijk te gronde zijn gegaan!Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] O Asmahaël, Asmahaël! Waar bent U, Gij machtige? Kom, o kom; want mijn geest, die ikzelf vanuit U ben, heeft nog nooit zo naar U, o heilige, verlangd als nu!
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O talm niet, maar kom meteen tot mij, zwakke oergrijsaard van Uw uitgestrekte aarde en sta mij bij in mijn grote angst en zeer grote treurigheid! Amen."
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Laat deze roep driemaal uitgaan! Wie daarna zal verschijnen, breng die hierheen en op degene die niet zal verschijnen, zal Ik dan pas Mijn stem beproeven en we zullen dan tellen en zien of er nog iemand zal ontbreken; en dat zal dan tot een teken zijn waardoor in de laatste tijd van de komende grote droefenis degenen die zich verlaat hebben zullen worden uitgenodigd in het grote Vaderhuis, waar zij thuis horen!
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar Henoch antwoordde hem: "Volg mijn roep en je zult je er spoedig van kunnen overtuigen vanwaar de roep en de stem tot je oren zijn doorgedrongen!
Hoofdstuk 127: De drie zonen van Adam geven gehoor aan Henochs roep - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Hoewel ook mijn roep een ware roep van boven was, was het echter toch een vreemde stem die hen riep; daarom hebben ook slechts weinigen daaraan gehoor gegeven. Maar wanneer er één roep en een en dezelfde stem van de grote Roepende zal weerklinken dan zal de stem van deze ware roep in de diepten der aarde doordringen; en er zullen nergens meer doden of levenden zijn die niet dadelijk de ware stem van de enig ware Roepende als volledig waar zullen herkennen en ook niemand zal Hem vragen, zoals jullie mij vroegen, maar iedereen zal hoe dan ook Zijn stem volgen.
Hoofdstuk 127: De drie zonen van Adam geven gehoor aan Henochs roep - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Seth, mijn zoon, ziehier je oudste broers en nu mijn oudste kinderen! Help hen op van de aarde en breng ze hierheen aan mijn hart en zeg ook meteen tegen hen: 'De oude vader Adam is geen gebieder meer, maar is nu alleen maar een vader wiens armen zelfs in staat zouden zijn, Kaïn liefkozend tegen zijn borst te drukken, laat staan zijn oudste kinderen en deelgenoten in barre tijden!'
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Seth ging meteen naar hen toe en richtte hen liefdevol op en bracht het woord van Adam over, waarop de drie oude kinderen van vreugde begonnen te wenen. En Jura zei tegen Seth: "0 mijn geliefde broer! Wat ben ik onuitsprekelijk gelukkig, evenals als wij alledrie, dat wij jou en onze zo innig geliefde vader nog een keer mogen zien!
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En Seth leidde hen daarheen en Adam zegende hen en drukte hen toen aan zijn hart en zei helemaal ontroerd: "O mijn kinderen, hoe gelukkig is jullie vader Adam nu!
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar van ontroering kon Adam niets anders zeggen dan: "O Gij, wiens naam mijn tong niet meer durft uit te spreken, Gij zijt meer, ja oneindig maal meer dan alle eeuwigheden bij machte zijn te begrijpen! Daarvoor zij aan U alleen mijn dank, lof, roem, prijs en al mijn eeuwig U aanbiddende liefde! Amen."
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] O Asmahaël, wie kan U in eeuwigheid ooit begrijpen?! In elk van Uw woorden bent U oneindig en Uw ademtocht beweegt werelden, zoals de mijne een onuitsprekelijk kleine hoeveelheid zonnestofjes beweegt over het oppervlak van mijn onmachtige hand. U kijkt de zon en alle lichtende sterren aan en zij sidderen van onbegrijpelijk verheven eerbied en stralen dankbaar op de kleine aarde de heerlijke, hoewel slechts doffe weerschijn van de oneindige mildheid van Uw oog. En Uw oren horen - zoals de mijne een naderende donder horen reeds de begeerten en meest bescheiden wensen van die wazig waarneembare wezens, die misschien pas bij toekomstige nieuwe scheppingen uit U voort zullen komen. En het ademzuchtje van het totaal onzichtbare, kleinste straaldiertje in een meest ver verwijderd universum wordt door U net zo waargenomen als mijn oor nauwelijks het razen van een orkaan verneemt. Maar wat een verschil is er in het horen zelf! Voor U is alles de zuiverste harmonie, - voor mij is alles een verwarde chaos!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Daarom wil ik mijn leven lang niets meer onderzoeken, maar U, 0 mijn God, alleen nog maar beminnen en bij iedere groei in wijsheid in alle liefde en deemoed mijn nietigheid bekennen en zeggen: 'Tot daar en in geen geval verder!' Want iedere hartklop moet ondergeschikt zijn aan Uw wil; want wie is levend vergeleken bij U, omdat U alleen het leven Zelf bent?!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Ik en al mijn door U aan mij geschonken kinderen kunnen nu niets anders doen dan U loven en prijzen! O Heer, neem onze harten als warme woorden vol dank en liefde voor U, genadig op en doe met ons allen naar Uw welgevallen! Amen."
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Een onwaarheid uit Mijn mond is onmogelijk en voor de waarheid ben je in je hart nog niet rijp, zonder die rijpheid zou zij je doden; heb daarom geduld tot je rijp bent en bemin en vrees God, dan zul je in je hart een antwoord krijgen ten aanzien van Degene die je dit nu aanraadt!
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Asmahaël antwoordde: "Adam! Waar is de eerste plaats en waar is de laatste?! - De deemoed komt toch op de eerste plaats! Weet je dan niet, dat waar de Eerste is gaan zitten ook Zijn plaats aan Hem gelijk is?! - Maak je daarom geen zorgen over Mijn plaats, maar geniet nu zonder zorgen! Amen."
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)