Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 68 van 1088

...  56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81  ...
[19] Na deze goede woorden gaan ze allemaal snel naar huis en brengen in aller ijl ongeveer tweehonderd zieken bij Mij.
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen de zieken, ten dele geleid, ten dele moeizaam op muildieren zittend en ten dele liggend op ziekbedden door mensen gedragen, in een halve kring om Mij heen opgesteld waren, kwamen de oudsten van deze plaats naar Mij toe en vroegen Mij:
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] U heeft nog niet eens naar de zieken gekeken en u was alleen maar met ons bezig, en alle zieken zijn nu beter! O zeg ons toch, hoe dat gebeurde!'
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toch is het nog een geluk, dat Hij naar het schijnt verscheidene leerlingen in Zijn kunst onderwezen heeft! Een leerling wordt wel zelden zo goed als zijn meester; maar met de juiste ijver kan hij toch wel iets van zijn meester geleerd hebben. En dat is dan toch altijd nog wel een heel voornaam iets, dat wij in hoge mate bij u aanwezig achten en daarom geloven wij, dat u --- maar wat is dat nu?! Terwijl wij alle moeite doen om aan te geven dat wij ons geloof baseren op het feit dat u een leerling van Jezus bent, staan ineens alle zieken op! De blinden zien, de lammen lopen, de stommen spreken, de melaatsen zijn rein! En er waren daarbij nog een paar met cholera, en een aantal dat met TBC besmet was, en ze zijn gezond! Ah, zo iets is toch sinds het ontstaan van de wereld nog nooit vertoond! Grote, almachtige God, hoe gebeurde dat? Heeft u ze allemaal genezen?! Of is er soms een engel in dit dal neergedaald en heeft die de zieken allemaal onzichtbaar aangeraakt en zo genezen? Hoe -hoe is dat nu toch gebeurd?
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dan zegt de jonge Matthéus, de apostel die voordien tollenaar in Sibarah was, heimelijk tegen Mij: 'Heer, ik ken hem, het is een buitengewoon onaangenaam en vervelend mens! Die heeft altijd bij mijn tolkantoor onuitstaanbare moeilijkheden veroorzaakt iedere keer dat hij met allerlei koopwaar naar Kapérnaum of naar Nazareth trok. Ik erger me nog steeds aan hem en ik zou veel zin hebben, om hem wat onder handen te nemen.'
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Matthéus doet meteen een stap terug; maar Philopold herkende de tollenaar uit Sibarah en zei tegen hem: 'Nou, nou gierig tolbaasje, hoe komt het dat jij ook hier bent?! Hoe zal het nu met je tolboom gaan, nu je die met je katteogen niet naar alle windstreken kunt bewaken?! Je hoeft heus deze wonderdokter niet tegen mij op te hitsen; hij zal zelf wel weten wat hij moet doen als ik te stug voor hem ben. Maar jullie beiden konden op natuurlijke weg wel eens een harde noot aan mij te kraken hebben; want een stoïcijn is geen touw of draad, dat je maar willekeurig naar believen buigen kunt!
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Philopold zegt: 'Wat is dat nu voor hersenschimmige wartaal?! Moet ik al ergens op een andere, mooiere en naar het schijnt betere wereld als vleselijk mens gewoond en geleefd hebben?! Nee, dat is toch wel een beetje al te sterk! Luister eens, zevende van rechts, die door de Nazareeër 'engel' genoemd wordt, hoe heet je dan, en hoe heet ik!'
Hoofdstuk 213: De reïncarnatie van Philopold. (28.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Kijk toch! Zo hoor ik ze praten en ik zie ze tevens in levende lijve! Ze gaan nu naar de tempel om de zware levensvoorwaarden in de documenten na te lezen; maar zij vinden ze niet. De opperpriester van de tempel zegt hen echter, dat Archiël enige ogenblikken geleden de documenten ten behoeve van Murahel gehaald heeft, maar ze toch direkt terug zal brengen. En ze wachten nu in de tempel en offeren voor mij!
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Na deze woorden wordt Philopold stil, gaat naar de engel en geeft hem de twee rollen weer terug met de opmerking: 'Breng ze daar weer terug, waar ze verwacht worden!'
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dan zegt Philopold: 'Toen ik je de beide rollen teruggaf, verdween wat ik zag, en wat ik me ervan herinner is nauwelijks meer dan dat van een droom waarvan men in wakende toestand wel weet, dat men iets gedroomd heeft, maar dat men zich ondanks alle gepieker niet meer herinneren kan! Ik merk ook dat ik een erg vreemdsoortig schrijfwerktuig in mijn linkerhand houd; maar hoe dat daar gekomen is weet ik nauwelijks; en daarom zou ik willen weten waarom men dan van zo vele droomgezichten uit het bereik van het innerlijke leven maar een zeer zwakke, of meestal helemaal geen herinnering heeft. Waarom is dat zo?'
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De engel zegt: 'Degene, die je zo-even op mij geattendeerd heeft! Ga naar Hem; Hij zal je zeggen wat Hij je reeds gezegd heeft; want als je leeft zoals Hij zegt dat je leven moet, dan is dat al die goddelijke levensorde, die zorgt dat men het kindschap van God bereiken kan!
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarop zegt Philopold: 'Mijn Archiël! Omdat je mij al zo veel wonderbaar goeds gedaan hebt, doe dan nog één ding voor mij, en breng mij bij de Heer; want nu ik Hem heb herkend, ontbreekt mij de moed om opnieuw naar Hem toe te gaan! Als het nu aan mij lag, zou ik het liefst zo vlug mogelijk er vandoor gaan en me zodanig verbergen dat geen mens me ooit kon vinden! Maar omdat ik nu eenmaal hier ben, en allen mij goed kennen, kan ik dat niet doen; want dan zou het lachen over mij het hele dal wel vullen. Wees daarom zo goed en breng mij bij de Heer en wees daar mijn voorspraak!'
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Praat er maar niet meer over', zeg Ik, 'je zult je weldra kunnen overtuigen of er met hem iets is aan te vangen!' En Mij naar de stoïcijn Philopold wendend, zeg Ik: 'Denk je nu echt dat je vooraf met God, je schepper, geen contract afgesloten hebt en niets afweet van alle voorwaarden die je vaak genoeg onder ogen gebracht zijn en waar je op deze planeet niet buiten kunt? Weet dan, dwaas, dat dit al het twintigste hemellichaam is waarop je lichamelijk leeft; 1e totale lichamelijke ouderdom telt al zoveel aardse jaren dat dit pet getal van de fijnste zandkorrels in alle zeeën der aarde verre overtreft! Maar wat een, niet voor een lichamelijk levend mens in te denken, haast eindeloze tijdsduur bestond je al als zuivere geest in een volkomen bestaan en met het helderste zelfbewustzijn in de eindeloze ruimte, waar je in gezelschap van talloze andere geesten buitengewoon genoot van het krachtigste en ongebondenste leven!
Hoofdstuk 213: De reïncarnatie van Philopold. (28.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Na dit antwoord van de engel vat Philopold toch eindelijk moed en gaat heel bedachtzaam naar Mij toe en zegt terwijl hij nog dertig passen van Mij af staat: 'Heer, staat U mij toe, dat ik dichterbij kom? Als U dat niet wilt, dan ga ik weer terug!'
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Ik zeg je: Je bent aangenomen! Want wie komt, wordt aangenomen. Maar ga eerst naar huis en breng je zaken in de door Mij aangegeven orde; kom daarna terug en volg Mij; want je moet niet aan deze wereld gebonden zijn, want je bent niet van beneden uit deze wereld gekomen, maar van boven uit een andere wereld!
Hoofdstuk 216: De laatsten en laagsten van de gehele oneindigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81  ...