Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 68 van 91

...  56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81  ...
[6] De aanvoerder zegt: we hebben tegen jouw uitspraak in feite weer niets in te brengen want ze is op zich volkomen juist. Maar jij, beste vriend, geeft jouw antwoorden duidelijk altijd opzettelijk op zo'n wijze manier dat wij daarin steeds een nieuw aanknopingspunt vinden waarover we bij jou opnieuw raad menen te moeten inwinnen. Zo heb je bij deze wijze uiteenzetting gezegd dat de mens net als al het andere begrensde, een gegeven en niet een zichzelf scheppend iets is. Als dit zeker het geval is, rijst al gauw de vraag wie dan de gever is; want bij het gegevene wordt evenzeer een gever verondersteld als bij een of ander verschijnsel de daarmee overeenstemmende oorzaak. Daarom willen wij graag aan jou over de gever een nadere opheldering vragen.
Hoofdstuk 26: Vervolg van het bezoek bij de stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik vermoed dat er noch een God noch een of andere hemel bestaat en ik vermoed om gegronde redenen dat wij mensen niets anders zijn dan werken van de natuur. Wanneer de grove materie als een huls van de natuurlijke levenskracht wegvalt, blijft de natuurlijke levenskracht nog een tijd lang bestaan. Maar ook zij sterft geleidelijk aan af; de kracht verspreidt zich in de ruimte zoals de kracht van het buskruit buiten de loop van een kanon, en dan is het met de mensen die zoveel hoopten en verwachtten voor eeuwig gedaan. Als u mij goed aankijkt en ziet hoe ik nu reeds de uiteindelijke totale ontbinding en vernietiging nader, zal mijn vermoeden u zelfs in deze stikdonkere nacht nog helderder worden dan op aarde de zon op een heldere middag.
Hoofdstuk 30: Een geestelijk filosoof en een kwezel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Maar de geleerde vreemdeling wendt zich opnieuw tot hem en zegt: ja mijn beste vriend, als het met jou zo is gesteld, dan kom je volgens mij aan de kost zonder te betalen. Begrijp je me? De man zegt: nee, ik begrijp niet wat je bedoelt. De vreemdeling zegt: dat verbaast me nu niet meer. Wat dat `zonder te betalen' betreft, was het reeds bij de oude wijze Romeinen en Grieken gebruikelijk dat men gekken en dwazen overal gratis de kost gaf. Zelfs in deze tijd verleent men mannen zoals jij kosteloos het eervolle gekkendiploma, waarmee ze dan gemakkelijk in een goed ingericht gekkenhuis kunnen worden opgenomen. Dat zal jou toch zeker niet onbekend zijn, want naar ik weet was jij op aarde toch vertrouwd met bestuurlijke en staatkundige zaken. Begrijp je nu wat ik bedoel?
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Zou ik jullie nu ook niet kunnen vragen: waarom is na zo'n scheikundige ontleding de vroegere vorm van het onderzochte voorwerp niet meer te zien? Jullie zeggen: beste vriend, dat is toch heel natuurlijk want door het ontleden van het voorwerp moest toch onvermijdelijk de vroegere grove uiterlijke vorm verloren gaan. Goed, zeg ik, maar wat was de aanleiding of de oorzaak dat de delen, die voorheen een heel bepaalde vorm uitbeeldden, zo moesten worden opgelost? Jullie halen de schouders op en zitten om een deugdelijk antwoord verlegen. Welnu, dan zal ik jullie daar een antwoord op geven. De oorzaak was de geest, die dieper wilde doordringen in het meer inwendige van de materie. Hij heeft die wegen bewandeld en is tot het inwendige van de materie doorgedrongen, maar daardoor is toch duidelijk de oorspronkelijke vorm zo goed als totaal verdwenen.
Hoofdstuk 43: Merkwaardige omgeving en woning van zalige geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Om het nog gemakkelijker te begrijpen moeten jullie goed onthouden dat de van het hoofdindividu afgescheiden verschijningen op tweeërlei manieren tot stand kunnen komen. Ten eerste op de reeds boven meegedeelde manier, ten tweede echter ook door de vastberaden wil van degene die behalve als hoofdindividu nog ergens anders zichtbaar wil optreden. Bij deze tweede manier wordt, als men er dieper over nadenkt, ook het twee- of meervoudig optreden begrijpelijker. Toch kan zoiets op aarde nooit echt duidelijk tot uitdrukking komen, omdat het geestelijke zelfs in de meest gunstige omstandigheden toch onveranderlijk met de materie in conflict is.
Hoofdstuk 93: Het vermogen om op verschillende plaatsen gelijktijdig te kunnen verschijnen. Uitleg - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Wij plaatsten alles in de materie en tenslotte verbeeldden wij ons zelfs dag in dag uit scheppers van Christus te zijn. Op grond van deze hemeltergende aanmatiging, waarbij we dachten over de goddelijke liefde en erbarming macht te kunnen uitoefenen, zondigden wij dat het een ware schande was! Daar een liefdevolle Christus ons materieel niet zoveel zou opbrengen als een streng rechtvaardige en onverbiddelijke, schreven we alles toe aan Zijn allerstrengste rechtvaardigheid in plaats van als zwakke wezens naar Zijn eeuwige liefde en ontferming te verwijzen. En zoals we Hem in het tijdelijke winst- en rentegevend maakten, zo is Hij ook voor ons gevoel tot op dit tijdstip gebleven.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Het oude, gereinigde huis is de geest die in deze wereld door uiterlijke middelen wordt gereinigd; de boze geest is de slechte toestand waarin een mens zich op deze aarde ooit heeft bevonden. Deze werd door uiterlijke middelen helemaal verwijderd. Hij dwaalt nu door dorre woestijnen en steppen, dat wil zeggen, de geest van de mens geneest zijn wonden en vormt littekens, zodat zijn wonden opdrogen en niet meer bloeden. Maar de boze geest keert terug met nog zeven anderen, dat wil zeggen, in absoluut geestelijke toestand worden alle wonden weer zichtbaar en gaan opnieuw met nog veel grotere heftigheid open; en dat is dan de toestand die erger is dan de eerste.
Hoofdstuk 116: In de geestelijke toestand komen alle geheimen aan het licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Komt naderhand het geestelijk slechte weer opzetten, dan gaan deze wonden opnieuw open. Deze tweede toestand zal veel erger zijn dan de eerste, zoals uit de Schrift blijkt, waar gesproken wordt over de zeven uitgedreven geesten. Daar wordt ook wel met uiterlijke middelen het huis gereinigd, waarna de boze vijand door dorre woestijnen en steppen dwaalt, maar aangezien hij daar geen onderkomen vindt, neemt hij nog zeven andere geesten mee die erger zijn dan hijzelf en betrekt dan weer zijn oude, gereinigde huis.
Hoofdstuk 116: In de geestelijke toestand komen alle geheimen aan het licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Wie dus het gedrag van zo'n wellusteling beschouwt, ziet alweer een volmaakt beeld van de hel. Hij hoeft hem maar van zijn materie te ontdoen en hem puur als geest te beschouwen, dan zal hij verbazingwekkende dingen zien. Eerst een in alle opzichten hitsig persoon en daarnaast een woesteling, die zich vol woede op zijn Schepper, evenals op de hele schepping op een schandelijke manier wil wreken vanwege de vermeende onvolmaaktheid van zijn natuur. Meer hoef ik hier niet te zeggen, want wie ogen heeft, kan zelf kijken. In het volgende vrouwelijke beeld zullen we de verschijningsvorm van deze hel nog duidelijker voor ons zien.
Hoofdstuk 113: Nog een beeld van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Weliswaar zal men nu zeggen: dat geeft toch niets; gedachten en onuitvoerbare begeerten zijn tolvrij. Maar ik voeg hier aan toe: inderdaad, voor de blinde van geest die niet in staat is om ook maar een haarbreed verder te kijken dan de materie. Wat zou echter een vader zeggen als zijn geestelijke oog geopend zou worden en hij dan al die wellustelingen voor zich zou zien die zijn dochter op alle mogelijke manieren voor zijn ogen onteren?
Hoofdstuk 113: Nog een beeld van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wie de heerszucht in onze officier nu niet onderkent, moet wel met een zevenvoudige blindheid geslagen zijn. Wat is ook hier weer de oorzaak dat onze officier niet in staat is om dit te realiseren? Evenals hierboven, de materiële, natuurlijke, beperkende omstandigheden. De materie tikt onze held op de vingers en hij moet zich goedschiks of kwaadschiks zijn ondergeschikte officiersrang laten welgevallen. Daarom scheldt hij nogal eens en probeert zijn ondergeschikten zijn heerszucht zo goed mogelijk te laten voelen. Het geringste vergrijp van een ondergeschikte wordt met tirannieke onbarmhartigheid bestraft. Neem bij deze officier de materiële hindernissen weg en jullie hebben het tweede, volmaakte beeld van de fundamentele hel in een niet te overtreffen vorm voor je.
Hoofdstuk 112: Aardse beelden van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Kijk, dat is een beeld van de onderste hel, dat jullie dagelijks onder de mensen kunnen aantreffen onder alle standen, te beginnen bij de gewone marskramer tot aan de grootste speculant. Wat belet hen om zulke zogenaamde loffelijke ideeën te realiseren? Niets anders dan de fatale materie. Nemen we deze echter weg en beschouwen we dan de absolute geest met dezelfde eigenschappen, dan hebben we de onderste hel in topvorm voor ons!
Hoofdstuk 112: Aardse beelden van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk nu, in dit gegeven voorbeeld is het verschil tussen het natuurlijke en het puur geestelijke leven helder uitgelegd, en daaruit blijkt dus dat de geest in het natuurlijke leven zijn ideeën maar langzaam en nooit volkomen kan realiseren, omdat de grove materie waarmee hij is omkleed, hem daarbij hindert, terwijl hij in de puur geestelijke toestand zijn idee meteen gerealiseerd wil hebben. De wil is steeds dezelfde, evenals het idee, alleen de uitvoering daarvan is in het natuurlijke leven beperkt. Deze beperking is het enige verschil tussen beide levens. Verder is er geen enkel verschil voorhanden. Dat dit verschil door de materie komt, hoeft dus nauwelijks te worden vermeld. Aangezien dit nu volkomen helder en duidelijk voor ons is zullen we dadelijk heel wezenlijke beelden, die aan de hel ten grondslag liggen, laten zien.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] In puur geestelijke toestand kan hij dat, want wat hij denkt, is er ook. Maar verbonden met zijn belemmerende lichaam, kan hij dat niet met de uiterlijke materie. Daarom moet hij zijn lichaam als werktuig tot de desbetreffende activiteit aanzetten om op deze manier zijn idee geleidelijk aan te realiseren. Dit heeft de Heer zo ingesteld, opdat de geest zich in dit leven bij alle mogelijke gelegenheden vooral in de allernoodzakelijkste eigenschap van het leven kan oefenen. Deze eigenschap als moeder van de deemoed, heet het goddelijke geduld. Eenieder die een wat rijpere manier van denken heeft, zal begrijpen dat geduld voor het eeuwige leven des te meer noodzakelijk is, omdat dit leven geen einde heeft. Voor het natuurlijke leven is het reeds de basis voor alle goede en grote prestaties, terwijl dit leven slechts een vergankelijk leven is.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Koude is dus die eigenschap van een wezen, waarin het vermogen tot verwarmen absoluut niet meer aanwezig is. Zo kan men zelfs met recht de vorming van het ijs op de noordpool enkel en alleen toeschrijven aan een reactie van de warmte, waarbij zij, bedreigd door de kou, haar materie vastgrijpt, samentrekt en verstevigt, om zodoende de meeste weerstand aan de eigenlijke koude te kunnen bieden.
Hoofdstuk 99: De liefde van God - de oergrondstof van alle schepselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81  ...