17481 resultaten - Pagina 671 van 1166
... 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 ...
[28] En Lamech antwoordde: "0 Emmanuël Abba, ik zou willen zeggen: vervloekt zij het kind dat zijn vader enig leed aandoet! En zoals U weet, heb ik deze vloek nooit verdiend; maar nu, omdat U, onze ware, eeuwige, heilige Vader in ons midden bent, liet mijn hart zich niet meer beteugelen door de te machtige, vrije liefde tot U en zo werd ik vanuit mijn boven alles uitstijgende heilige liefde tot U voor de eerste maal ongehoorzaam aan mijn vader en dat wel in de zekere hoop dat U mij deze fout niet te hoog aan zou rekenen en deze bij mijn vader weer goed maken zou!"Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] En Emmanuël zei wederom tegen Lamech: "Lamech! Wat zou jij nu doen, wanneer Ik je deze fout toch zeer hoog zou aanrekenen, zo zelfs dat je daarom verstoken zou blijven van Mij en Mijn liefde en genade?"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En Lamech werd daarop treurig en antwoordde op een weemoedige toon: "O Emmanuël! Slechts U alleen ziet en kunt rechtvaardig en juist beoordelen hoe het er in ons hart uitziet! Ik kan hebben gefaald; maar ik ben blind en zie mijn fout niet in zij het dan dat ik uit liefde tot U, zoals ik die nu overduidelijk onderga, niet alleen mijn aardse vader Methusalah, maar, zoals gezegd, duizend vaders tezamen met de gehele wereld zou willen verlaten!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] U kunt mij ook bestraffen; dan zal mijn liefde tot U toch in haar kracht in mij niet eerder vergaan dan tot ikzelf voor U zal vergaan, U heilige Vader!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] O Emmanuël, vergeef mij mijn woorden, omdat ik er niets aan doen kan dat mijn nog levend hart mijn tong dwingt zoiets te zeggen! Uw heilige wil geschiede! Amen."
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Sta op, Lamech, je hebt gewonnen; ja Ik zeg je, jij hebt een grote overwinning bevochten! Zie, Mij, jouw God en Vader, heb je overwonnen! Nu eerst bezit je Mij, nu mag en kun je Mij vanuit al je krachten liefhebben; want je hebt met je vader en met Mij om Mij geworsteld en omwille van Mijn liefde wilde je sterven en vergaan. Zie, nu ben Ik jouw pand van overwinning; omarm Mij nu zoveel als je maar wilt!"
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Nu omklemde Lamech Emmanuëls voeten en zei: "0 Emmanuël Abba! Laat mij nu sterven, want mijn liefde is beloond; want mijn hart verlangde niets anders dan dat. Uw heilige wil geschiede! Amen."
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Jou zegen Ik nu, zodat Henoch en allen kunnen zien, hoe getrouw Ik in al Mijn beloften ben.
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[40] Eens zal Ik je een zoon geven; deze zal een redder van het volk worden en de dieren die hij zal aanzien, zullen verschoond blijven van Mijn toorn; en hij zal dit altaar, dat Henoch nu voor Mij gebouwd heeft, weer voor Mij oprichten.
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[42] O jij Mijn Lamech; jij blijft nu bij Mij en Ik bij jou voor eeuwig! Amen."
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Onmiddellijk versperde Emmanuël hem de weg en zei: "Methusalah, je wilt Mij ontvluchten en je verbergen voor Mijn aangezicht; Ik zeg je echter dat je in de hele oneindigheid geen plaats zult vinden die verborgen zou zijn voor Mijn ogen! Ga je naar het einde van de wereld, waarlijk, je zult Mij daar vinden!
Hoofdstuk 140: Emmanuël laakt Methusalahs schijndank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Ook al zou je je laten zinken in de diepte van de zee, denk je soms dat Ik daar dan niet aanwezig zal zijn? O, je vergist je geweldig; zie, ook de schepselen in de zee ontvangen hun voedsel uit Mijn hand!
Hoofdstuk 140: Emmanuël laakt Methusalahs schijndank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O vaderen, verneem in naam van Emmanuël een woord uit mijn mond! Het altaar is nu gereed, het is geheiligd en rein voor God, omdat God Zelf mijn zwakke handen hielp het te bouwen.
Hoofdstuk 141: Henoch wekt de vaderen op tot liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Adam, jij bent bereid en moeder Eva is dat ook, tezamen met jou; want jullie zijn één vlees. Maar waar zijn Seth, Enos, Kenan, Mahalaleël, Jared en jij, mijn zoon Methusalah?
Hoofdstuk 141: Henoch wekt de vaderen op tot liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Waarlijk, als het van mij afhing, zou mijn grootste weldaad voor jullie je slechts tot een vloek zijn in vergelijking met wanneer Emmanuël je maar met één oog aanziet!
Hoofdstuk 141: Henoch wekt de vaderen op tot liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)