Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 674 van 1166

...  662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687  ...
[3] En de onbekende Abedam antwoordde de bekende: "Luister, Mijn geliefde vriend, zeg Me eens, waarvoor dient die haast als men zich reeds ter plaatse bevindt!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En daarmee was Abedam, de bekende, volkomen tevreden en zei tegen Abedam, de vreemdeling: "Mijn geliefde vriend, ik geloof dat je met het gezag van jouw wijze woord, dat bovendien vervuld is van een lieflijke klank, mij in het vuur zou kunnen leiden en ik zou je in alle diepten van de zee en in alle wateren van de aarde volgen!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Waarlijk, mijn innig geliefde vriend, niet alleen jouw gedaante, maar ook jouw woorden hebben een buitengewoon sterke overeenkomst met die van de Vader - je weet wel wie ik bedoel -; alleen komt jouw lichaam mij veel krachtiger voor dan dat van de Vader. Want de gestalte van de Vader zag er toch beduidend veel zwakker en kleiner uit, dat wil zeggen - je moet het goed begrijpen - wat zijn persoon betreft; hier kan natuurlijk geen sprake zijn van de geestelijke gedaante van de Vader, want die is eeuwig vervuld van oneindige macht en kracht!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Ja, ja, je hebt gelijk: zo was het ook! Maar wat denk je, Mijn lieve vriend, wat de kleinere en zwakkere gestalte betreft?! Zie, Ik ben Mijnerzijds de volgende mening toegedaan: indien, zoals je ook zult weten, deze Vader in een enigszins vreemde gedaante voor Zijn kinderen verscheen om hen daarmee aan te duiden hoe het met hun harten was gesteld, dan zou immers ook heel gemakkelijk de betekenis van Zijn toenmalige zwakkere gestalte mede in aanmerking genomen kunnen worden!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Zie, hoeveel malen jij nu weer wijzer bent dan ik! Waarlijk, deze door jou aangesneden, hoogst belangrijke omstandigheid zou zo goed als zeker aan mijn hart zijn ontglipt!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Ik moet je al van tevoren zeggen: als ik het zo eens bij mijzelf overweeg, dan geloof ik dat als Adam, Henoch en alle overigen je over iets horen spreken, zij waarlijk grote ogen op zullen zetten en hun oren geweldig zullen spitsen! Want volgens mijn beoordeling, waarachtig, wanneer men jou hoort spreken, zou men oprecht geloven dat je door je ontmoeting met de Vader geheel en al bent gewekt of anders - begrijp me goed! - de Vader Zelf bent; begrijp me, lieve vriend, dat ik zoiets maar ter vergelijking zeg!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Ik van mijn kant ben zeer gelukkig en moet je openlijk bekennen: als ik nu aan mijn liefde vraag: 'Van wie houd je meer, - van de Vader of van deze vriend?', dan antwoordt zij mij: 'Alles wat ik heb, heb ik weliswaar van de Vader, - maar dat wat ik aan de Vader en deze vriend geef is geheel aan elkaar gelijk en daartussen is geen onderscheid!'
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Nu, mijn innig geliefde vriend, zie, Henoch heeft voor het altaar en voor de vaderen gebogen; zijn toespraak is ten einde! Als je wilt, dan zou ik je graag willen voorstellen!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] In het kort, ik zeg jou, die mij toch voordien bij mijn afscheid van hier als een gewekte groette, mijn gewektheid was tegenover zijn onbegrijpelijk duidelijke en verheven, ja hoogste wijsheid de zuiverste blindheid, domheid en het meest nietige wat jezelf maar aan nutteloze dwaasheid uit kunt kramen!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En Abedam, de vreemdeling, vroeg terstond aan Henoch: "Geliefde Henoch, zie het is avond geworden! Jullie staan op het punt vanaf deze zo buitengewoon geheiligde plaats de terugweg te aanvaarden; mogen Ik en Mijn naamgenoot niet ook met jullie meegaan naar de hoogte, bij jullie overnachten en dan morgen met je de sabbat van de Heer vieren? Want zie, toen Ik had vernomen wat zich hier allemaal afgespeeld had, kwam er een groot verlangen in Mij op om de gewekte, levende kinderen van de grote, heilige Vader te zien en dan ook uit hun levende harten levende woorden te vernemen!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] En Henoch antwoordde: "0 vriend en mijn nieuwe, nog onbekende broeder! Voor gasten van jouw slag hebben wij op de hoogte woningen in overvloed. Niet alleen maar vandaag en morgen, maar voor alle tijden der tijden en eeuwigheden der eeuwigheden zul je in ons midden wonen!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Abedam, de bekende, antwoordde Henoch: "Geliefde broeder in Abba Emmanuël! Dat ik nog geenszins tot de gewekten gerekend kan worden, dat bespeur ik maar al te helder in mijzelf, - en heel openhartig gezegd, deze helderheid lijkt en is ook de helderste van mijn gehele leven.
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Maar, zoals het de grote onnozelheid van mijn leven toeschijnt zachtjes onder ons gezegd -, dan heeft deze ook onze geliefde vader Adam reeds te pakken!"
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] O mijn geliefde broeder Abedam, zie, wat de Heer doet is altijd wijs en welgedaan!
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] "Mijn zeer geliefde vrienden! Waarlijk niet één woord van jullie gesprek is Mijn oren ontgaan! En jij, Abedam, bent wakker omdat je de nacht in jezelf bemerkte en nog opmerkt; en jij Henoch, bent helder wakker omdat je de tijd waarop de Vader jullie gewekt heeft gewaar werd en ook weet waarom, - en je met grote stelligheid een voorgevoel hebt van de grote komende dag!
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687  ...