Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 674 van 1112

...  662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687  ...
[19] Daarop verdwijnt engel C; de pas ontwaakte treedt zijn natuurlijke sfeer binnen en is op die manier als het ware onder zijn bekenden van de wereld en herinnert zich nauwelijks meer wat er met hem is gebeurd. Daar leeft hij nu -maar onwerkelijk­ zoals op de wereld, hij gaat voort te doen wat hij op de wereld deed en bekommert zich noch om de hemel noch om de hel en nog minder om Mij, de Heer. Want dat zijn voor hem allemaal belachelijke vaagheden, even onwerke­lijk als droombeelden, en iedereen die hem daaraan herinnert wordt uit zijn gezelschap verwijderd.
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[20] Kijk, aan dit eerste voorbeeld kunnen jullie nu al zien in wat voor 'water' onze grote, beroemde man gevallen is. De volgende voorbeelden zullen dit onderwerp nog duidelijker belichten.
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[14] Daarop ademt A op de ogen van de ontwaakte; de ont­waakte opent ze, kijkt heel verbaasd om zich heen en ziet nie­mand, behalve engel C. Hij vraagt hem: 'Wie ben jij? En waar ben ik? En wat is er met mij gebeurd?'
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Nu zegt A tegen B: 'Broeder, ik denk dat het voor hem nu wel volbracht is. Aan deze doornhaag zullen hier op aarde wel geen druiven meer tevoorschijn komen. Zie hoe de ziel zich kromt en kronkelt en geen uitweg vindt, en hoe verkommerd de arme geest in haar eruit ziet! Grijp dus met je hand in de al starre ingewanden en bevrijd deze jammerlijke, ellendige ziel uit haar nacht, dan zal ik in naam van de Heer mijn adem op haar blazen en haar wekken voor deze wereld. En jij, broeder C, leid haar dan langs de wegen van de Heer naar haar plaats van bestemming, overeenkomstig de vrijheid van haar liefde. Het geschiede!'
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] In een soort doffe, pijnlijke verwarring ziet hij -aangezien hij heimelijk een atheïst is -nu eens de eeuwige vernietiging van zijn bestaan voor zich, dan weer voelt hij de vermeende pijnen van de ontbinding. Daarom heeft hij dan ook testa­mentair vastgelegd dat hij gebalsemd moet worden, en –opdat hij nooit meer in zijn graf zal ontwaken -moeten hart en inwendige organen van zijn lichaam gescheiden worden; en opdat voor deze verwijderde delen de tijd niet te lang zal duren, moeten ze bijgezet worden op plaatsen die regelmatig door mensen bezocht worden.
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[19] 'Waar zijn jullie toch, jullie mooie sterren, waar ik zoveel van hield? Schamen jullie je soms voor mij, dat jullie je lieflij­ke aangezicht voor mij verbergen? 0, schaam je niet voor mij! Jullie wacht immers hetzelfde lot dat mij nu getroffen heeft. ook jullie zullen sterven, zoals ik nu gestorven ben! Maar koester daarom geen wrok tegenover de zwakke Schepper, zoals ik gedaan heb. Want kijk, hij was beslist van goede wil, maar had te weinig wijsheid en kracht, en daarom zijn al zijn werken zo broos en vergankelijk. Hij zou er weliswaar beter aan gedaan hebben als hij nooit iets had geschapen waarvoor hij zich tegenover ons, zijn wijze schepselen, alleen maar moet schamen; want in een onvolmaakt werk zie je niet de hand van een volmaakte meester! Laten we dus geen wrok meer koeste­ren tegen die arme stakker van een Schepper, die er op de duur nog moeite mee zal hebben om bij de totale vergankelijkheid van al zijn werken zichzelf in stand te houden.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[17] Deze vermaning had bij onze astronoom echter heel weinig effect, want hij viel daarop alleen maar des te heftiger uit en zei op opgewonden toon: 'Weg, weg met jullie hulp! Weg met dit ellendige, vervloekte leven! Als de mens niet eeuwig leven kan, is het leven de grootste en meest schandalige bedriegerij en zijn alleen de dood en het niet-zijn de waarheid! Een wijze moet zich schamen voor zo'n afschuwelijk leven, dat slechts van vandaag tot morgen duurt! Ik wil dus ook niet meer leven! Ik heb nu duizend keer meer een hekel aan dit miserabele leven dan aan de ellendigste dood; geef mij dus vergif, geef mij een sterk vergif, zodat ik zo snel mogelijk van dit afschuwelij­ke leven af ben! Vervloekt zij zo'n leven, zo'n muggenleven, en eeuwige schande zij de oerkracht of godheid of wat voor een miserabele geest het misschien ook is, die de verheven mens geen leven kon of wilde geven dat zich ook qua duur met dat van de sterren zou kunnen meten! Weg daarom met dit leven, weg met deze bedriegerij van een godheid! Als die de mens geen beter leven kan geven, dan wordt zij ervoor bedankt en mag ze het zelf houden! Het ga jullie goed, mijn beste vrien­den, ik sterf, ik wil sterven, ja, ik moet sterven; want nu zou ik als verheven mensengeest nooit meer de schande van zo'n fopleven kunnen verdragen!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Maar tijdens dit denken aan zijn vernietiging sluipt nu ook zijn katholieke geloof naar binnen met zijn strenge dreigingen met de hel, waar deze man evenwel in stilte om gelachen heeft, toen hij nog in de waan verkeerde dat hij nog honderd jaar te leven had. Maar nu keren zij als gevluchte furiën terug en pijnigen vreselijk het gemoed van onze stervende, die zich van menig grote schuld bewust is. Noch de communie noch het oliesel noch de ononderbroken gebeden en de vele missen en het luide klokgelui kunnen zijn gemoed tot kalmte bren­gen. Steeds vreselijker en steeds eeuwiger ziet zijn ziel de vlam van de poel van het verderf oplaaien­
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Kijk, de daden en handelingen van deze man van de wereld waren van dien aard en werden zodanig uitgevoerd dat de echo ervan als van een sissende meteoor overal op aarde werd vernomen, zodat zij de blikken van alle mensen op zich ves­tigden. Vanwege de sterke weerklank ervan, die op alle plaat­sen op aarde merkbaar was, werden alle daden uitgebreid pro en contra besproken en beschreven, en wel op zoveel papier dat men daarmee heel Europa had kunnen bedekken. En nu ligt deze grote man, deze filantroop, deze vurige verdediger van politieke en kerkelijke belangen van zijn natie, uitgestrekt op zijn bed, vol vertwijfeling en vrees vanwege het naderbij gekomen laatste uur, waarvan hij ook niet de minste hoop kan hebben het te ontlopen.
Hoofdstuk 2: De overgang van een beroemd man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[9] Zo is het in het hiernamaals ook gesteld met de aardse adel en met de geringen van deze wereld. Zij zullen zich in het slik van de zee van de onverbiddelijke eeuwigheid nog lange tijd beschouwen als datgene wat ze op de wereld waren. De keizer zal daar nog menen dat hij keizer is en de bedelaar -met zijn aanspraak op vergelding -dat hij een bedelaar is. Maar deson­danks zullen beiden in de grote werkelijkheid hetzelfde lot delen in het slik van de eeuwigheid. Alleen zou de arme mis­schien wat eerder dan de keizer of een andere grote der aarde tot gisting kunnen komen en zou zijn wezen dus ook eerder gevuld kunnen worden met de ware, innerlijke blaasjes van deemoed, die hem vervolgens uit het slik omhoog trekken en opheffen in het eeuwige licht en leven.
Hoofdstuk 1: Inleiding door de heer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Kijk, wat voor onderscheid maakt het water, als er een groot of een arm en onaanzienlijk mens in valt? Luister, beiden ver­drinken op precies dezelfde manier! Of welk onderscheid maakt het vuur? Wel, het verteert een keizer even goed als een bedelaar!
Hoofdstuk 1: Inleiding door de heer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] De toestand van de overgegane zielen, die de wereld achter zich hebben gelaten en niet meer over stoffelijke zintuigen beschikken, kan inderdaad ogenschijnlijk als een 'rusten' en 'slapen' aangeduid worden. Hun gedachten-, gevoels­ en drift­leven komt volledig overeen met het fantasieleven van onze dromen. Zoals onze ziel tijdens onze aardse, nachtelijke dro­men met haar fantasie de meest uiteenlopende innerlijke en vaak zeer levendige droombelevingen en droombeelden schept, kan en doet zij dat ook in deze nieuwe toestand aan gene zijde, waarin zij van haar lichamelijk omhulsel bevrijd is.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Ik wil ze liever niet nader omschrijven; slechts zoveel zeg Ik jullie, dat in Hanoch zelfs in de laatste meest verdorven tijden de algemeen bekende hoeren zich veel ingetogener en eerzamer kleedden en de vrouwelijke vormen van hun lichaam verreweg meen verborgen hielden dan heden ten dage een vrouw van de zedigste soort!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Had toen zo'n hoer iets met een man, dan was zij zelfs op het moment dat zij zich geheel weggaf, zodanig versluierd en bedekt dat de wellustige man van haar niets meer te zien kreeg dan alleen datgene waarvoor hij tot haan kwam.
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maan tegenwoordig begint een tienjarig meisje zich reeds bewust te wonden van haar in het oog springende bekoorlijkheid, beziet zich keer op keer in zo'n verduivelde spiegel, - en als zij dan steeds meer volwassen wondt en ook maar enige welving aan haan lijf ontdekt, dan zou zij het liefst al bijna halfnaakt rondlopen, als het maar enigszins in de mode was en de stadswachten zoiets zouden dulden.
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687  ...