15542 resultaten - Pagina 674 van 1037
... 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 ...
[23] Ik zeg je echter dat Ik nooit kijk naar de werken van het verstand, als het hart daar afstand van heeft gedaan!Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Oh, Ik zeg jullie allen, dat zal zij mooi niet doen, want zij zal bij zichzelf zeggen: `Gaf je werkelijk iets om mij, dan zou je je handen zeker niet op je rug houden wanneer je bij mij komt, maar je zou met open armen naar mij toesnellen!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Waarlijk, Ik zeg jullie, als er dan een andere minnaar naar dit meisje toe zal komen - ook al heeft zij voordien nog nooit aan hem gedacht -, en zij zal zien hoe hij met open armen op haar toesnelt, haar groet en haar omhelst en haar tegen zijn borst drukt en haar vurig op haar voorhoofd kust en dan met een door liefde geprangd hart tegen haar zegt:
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar er zijn nog grote dingen verborgen; laten wij daarom ook naar Rudomin luisteren en goed in ons opnemen wat hij allemaal in zichzelf gezien en vernomen heeft! Amen.'
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden liet Abedam naar het uiterlijk Thuarim gaan, maar niet innerlijk; en Thuarim bijna geheel verzonken in zijn liefde en dank, liet dus wel naar het uiterlijk de hand van Abedam los, maar juist daarom klemde hij zich in zijn hart des te krampachtiger daaraan vast en ging toen in die levendi ge-moedstoestand enige schreden achteruit en wel net als Sehel rugwaarts, opdat hij maar geen oog af hoefde te wenden van Degene van wie zijn hart nu herkend had, dat Hij heilig, heilig, heilig is en vervuld van de allergrootste vaderliefde.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] En nu trad de zeer grote Rudomin vanuit de kring van zijn broeders naar voren en stond als een hemelzuil, geheel verstijfd door deemoed, liefde en eerbied, voor de hoge Abedam.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze goed geordende vertelling van Rudomin liep Henoch, van binnenuit gedreven, naar Abedam en vroeg heimelijk aan Hem:
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Van een zandkorreltje maakte hij dikwijls een hele wereld en van een mug een olifant of zelfs een mammoet, reden waarom zijn broers en zusters dan ook niet goed met hem overweg konden, omdat hij hen altijd door zijn reusachtig geschreeuw tot zwijgen dwong, - hetgeen mij er dan ook in de loop der tijd toebracht hem als vader te vragen om zijn erfdeel van mij te nemen en naar de middag te vertrekken.
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Hij is dan ook beslist een enigszins merkwaardige mens, hoewel hij door mij verwekt is; daarom verwonderde zijn overdreven vertelling mij nu dan ook en die noopte mij om tegen mijn gewoonte in van tevoren naar U, o lieve Vader, te komen en U om vergeving te vragen, als deze zoon nu ten opzichte van U misschien een dergelijke onhebbelijkheid heeft begaan.'
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Na dat innerlijke dankgebed ging Henoch weer naar zijn vorige plaats, naar Garbiƫl toe.
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen Rudomin dat nu allemaal gehoord had en ieder woord diep in zijn hart gegrift had, dankte hij de hoge Abedam in het diepst van zijn hart, boog toen zijn grote lichaam voorover en ging daarop na een liefdevolle wenk van Abedam naar zijn vorige plaats terug, maar ook rugwaarts om de heilige Vader maar niet uit het oog te verliezen; want het was gedurende de beschrijving van zijn droomgezicht reeds buitengewoon donker geworden, ten eerste door het tijdstip van de avond, maar ten tweede nog meer door het plotseling betrekken van de hemel, - iets wat in een dergelijk gebergte heel gewoon was, waarom niemand er dan ook veel aandacht aan had besteed.
Hoofdstuk 81: De oproep aan Horedon om zijn visioen bekend te maken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Maar desondanks riep Abedam Horedon bij Zich, en wel met de volgende woorden: 'Horedon, als je ogen je nu niet meer goed van dienst zijn, volg dan alleen Mijn stem en vertoon je aan ons; want in de toekomst zul je altijd alleen de stem moeten volgen, omdat je Mij nog zeer dikwijls in jezelf zult horen, maar Mij op de aarde verder niet meer zult zien als de tijd van Mijn huidige aanwezigheid hier is afgelopen!' Horedon verliet weliswaar onmiddellijk zijn plaats en begaf zich naar Abedam, maar omdat Diens stem zich niet voortdurend liet horen dwaalde hij enige tijd tussen de vaderen rond en kon hij niet op de plaats komen waar Abedam zich bevond.
Hoofdstuk 81: De oproep aan Horedon om zijn visioen bekend te maken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Hij ging snel naar de plaats waar h de stem had gehoord; maar omdat hij dan hier, dan daar op iemand stuitte die hij kennelijk moest ontwijken om voorwaarts te kunnen gaan, gebeurde het in een dergelijke stikdonkere nacht maar al te gemakkelijk dat hij weer de juiste richting verloor en zodoende weer op een geheel andere plaats belandde dan waar de hoge Abedam Zich bevond. En dus riep Abedam hem weldra weer.
Hoofdstuk 81: De oproep aan Horedon om zijn visioen bekend te maken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] En Horedon ging meteen weer op de stem af; maar omdat hij weer niet rechtdoor kon gaan, maar opnieuw nu eens voor deze, dan voor een andere groep uitweek, hielp het kijken naar de brandende berg ook niet, zodat hij het doel weer niet bereikte.
Hoofdstuk 81: De oproep aan Horedon om zijn visioen bekend te maken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] 'Vervloekt zij deze duisternis, omdat zij mij hindert op mijn weg naar het heilige doel en Degene die ik zoek en dir mijn hart boven alles bemint, voor mij verhult, zodat ik maar niet bij Hem kan komen!
Hoofdstuk 81: De oproep aan Horedon om zijn visioen bekend te maken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)