Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 675 van 1166

...  663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688  ...
[20] Zie daarom, mijn geliefde vrienden, hoe belangrijk het antwoord op de gestelde vraag is! Daarom ook gaf Ik jullie deze verklaring erbij, opdat je des te gemakkelijker een passend antwoord op deze zo ongemeen belangrijke vraag vinden zult; en antwoord Mij dus om de beurt, - echter, als je dat wilt! Amen."
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] En de bekende Abedam zei meteen tegen Henoch: "Broeder jouw vroeger tot mijn domheid gerichte woorden hebben mijn ogen geopend, zodat ik nu heel goed inzie op welk tijdstip in de nacht ik uit de slaap eeuwige dank aan de heilige, grote Wekker! - ben gewekt en ik weet nu dat ik waarachtig wakker ben en waarom ik dat ben; maar, broeder, deze vraag! - O, mijn allerliefste naamgenoot, deze vraag van jou is niet op onze magere aarde gegroeid! Ik voor mij zie nu reeds zeer duidelijk in dat niet ik de oplossing zal vinden!
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Wakker ben ik wel - aan de Heer alle lof, alle dank, alle eer en alle liefde daarvoor! -, maar in hoeverre er in mijn toestand van nachtelijk wakker zijn ook een hinderlijke slaapdronkenheid aanwezig is, kan ik nauwelijks overzien! Daarom zul jij wel, broeder Henoch, de beantwoording van deze belangrijke vraag op je moeten nemen, als je wilt! Amen."
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] "Mijn zeer geliefden, in jullie harten heerst een grote trouw; in jou, Henoch, licht uit liefde - en in jou, Abedam, liefde uit licht! Beide is goed en strookt met de zin van de goddelijke ordening, en de bron van het leven stroomt onweerstaanbaar vol vreugde naar de grote, eeuwige dag toe.
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Henoch antwoordde daarop nog het volgende: "Ja, zo is het! Zo ondervond ik het diep in mijn geest; alleen heeft mijn tong het niet uit durven spreken. Want ook hier zei mijn geest: 'Laat rusten jouw matte tong; want om iets dergelijks zo uit te spreken dat het zegen zal bewerkstelligen, is voor een machtiger tong voorbehouden!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] O grote Abedam, hoor mij aan in de stilte van mijn hart; want hier klinkt de roep: 'Jehova, hoe groot en heilig moet Uw liefde zijn! Indien U iemand op de dag van morgen genade zult verlenen, dan geeft U, goede, heilige Vader, zonder dat de blinde ontvanger het merkt, de verleende genade reeds op hetzelfde ogenblik waarop die genade werd toegezegd!
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Vandaar ook, o goede, heilige Vader, dat hoe meer ik in mijn hart Uw oneindige goedheid onderzoek, mijn hart bijna geen woorden meer vind om U, o Vader, naar behoren te loven, te prijzen en te aanbidden; en mijn hart wordt voor de machtige liefde tot U te klein en daarom moet tenslotte de liefde, waarvoor er in mijn hart geen plaats meer is in alle delen en ledematen, waarin zij is overgestroomd, U gloeiend omarmen en boven alles liefhebben!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar als ik dan weer aan mijn geest vraag: 'Kan ik dan de goede, heilige Vader niet nog heftiger, niet nog oneindig veel meer liefhebben?', dan klinkt het in mijn geest opnieuw: 'Kan degene wiens hart met liefde is vervuld, liefhebben zoals hij zou willen?! Zie, de liefde is onverzadigbaar en kan dan ook nergens bevrediging vinden dan alleen in de oneindige liefde van de heilige Vader!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O Vader, mijn heilige, lieve Vader, neem de dauwdruppel van mijn liefde aan, alsof die voor U waarde zou hebben! Amen.
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En jij, mijn geliefde broeder Abedam, zeg me: hoe is het nu met jouw hart gesteld, ja met je liefhebbende hart, nu je toch zeker hebt ontdekt welk uur van de nacht het is?"
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En de bekende Abedam antwoordde Henoch: "Geliefde broeder, zie, jij bent in jouw liefde vast nog gelukkiger dan ik omdat je nog kunt spreken met het vuur in je hart! Zie, daarin ben ik toch weer zo ontzettend dom! Wanneer, zoals nu, de liefde mij zo echt aangrijpt, dan uit ik slechts met de grootste moeite van de wereld zoveel woorden als je nu van mij hoort, - maar durf het voorwerp van mijn liefde niet te noemen, want anders is het plotseling gedaan met de bespottelijk slechte kunst van mijn tong!
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar zoveel kan ik je nu nog wel zeggen dat mijn oneindige domheid uiteindelijk toch ontdekt heeft, hetgeen zij vroeger niet wist, hoe laat of welke tijd van de nacht het is, ook al meende zij het te weten. Nu herken ik haarfijn, zeg ik je, het hoeveelste uur het nu is! Maar nu weet jij ook dat wij tot morgen moeten zwijgen! Zie, ik ben al stil!"
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Adam nu merkte al spoedig Seths zoeken en vroeg hem: "Mijn zoon, Abel-Seth, waar zoek je naar of wat valt je op? Of ontdek je hier in huis iets dat je vreemd voorkomt?"
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar je trekt nog altijd een vragend gezicht! Is het dan niet genoeg dat Ik je alles over Mijn kunst meegedeeld heb?!
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Mijn geliefde vaderen en broeders, en ook Jij, mijn boven alles uit hoogst vereerde en innig geliefde naamgenoot! Het is al een oud gezegde onder ons, dat echt domme mensen en kinderen meestal de waarheid spreken; omdat ik stellig met alle recht bij voorkeur tot de eersten behoor en daar van oudsher al toe heb behoord, ben ik immers als geschapen voor een prediker! Op grond hiervan zeg ik tegen jullie allen en beken ik openhartig dat ik de gelukkigste van jullie allemaal ben, dat wil zeggen op mijn lieve naamgenoot na.
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688  ...