Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 675 van 1112

...  663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688  ...
[10] 'Dat sommige taferelen hier qua beeld en woorden weerge­geven zijn zoals ze in de geestenwereld werkelijk plaatsvinden, gebeurt om de lezer inzicht te geven in het feit dat de mens na het afleggen van zijn aardse lichaam precies dezelfde mens blijft met zijn taalgebruik, zijn meningen, gewoonten, zeden en gebruiken, neigingen en hartstochten. Dat geldt ook voor zijn daaruit voortvloeiende spraak en zijn handelwijze, zoals die in zijn aardse leven plaatsvonden. En dit blijft allemaal zo, zolang hij niet de volledige wedergeboorte in de geest heeft bereikt. Daarom heet deze toestand na de overgang de 'natuurlijk-geestelijke toestand', terwijl een volledig wederge­boren ziel zich in de 'zuiver geestelijke toestand' bevindt. De weergave van de omgeving laat altijd zien hoe de geesten innerlijk hoofdzakelijk geaard zijn' .
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[11] Waarlijk, waanlijk, zeg Ik, een vrouwspersoon uit deze tijd is slechter dan zo'n honderdduizend van de ergste duivels uit de onderste hel! Die vluchten immens voor Mijn naam, maan zulk een vrouwspersoon lacht slechts om Mij en Mijn naam en buigt zich niet in het minst voor Mij en nog veel minder voor Mijn naam, waarvoor zich toch alle hemelen, alle werelden en alle hellen vol eerbied moeten buigen!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Meen je dat dergelijke schepselen later in de hel komen, in de onderste? Dan vergis je je! Hoe slecht en boosaardig en uitermate verschrikkelijk het er daar ook uit mag zien en het daar werkelijk ook is, toch zou dat oord nog veel te goed zijn voor dergelijke wezens; want alle satans en duivelen aldaar vluchten toch voor Mijn naam en moeten zich zelfs voor iedere daarheen gezonden strafengel op de grond wenpen. Zouden die wereldse figuren dat ook doen?
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Jij, o Ghemela, rust aan Mijn hart; maan zij hebben door Mij te verachten, zich zover van Mij verwijderd dat Mijn eindeloos ven reikende hand hen toch nimmer kan bereiken. Zie, zij zijn in een tweede oneindigheid van Mij afgeweken, ja, in de oneindigheid van Mijn allerbittenste toom!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Zolang jullie je harten naar Mij gekeend zullen hebben, zal Ik met Mijn liefde zegenend bij jullie allen zijn en bij ieder in het bijzonden naar de mate van zijn liefde tot Mij en van daaruit tot zijn broeder; en die met een vlammend hart zullen Mij zelfs niet zelden te zien krijgen, in het bijzonder wanneer zij hun harten rein gehouden hebben vanaf de aanvang van hun bestaan en zich niet zo licht hebben laten overrompelen door de wereld!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Wanneer je echter in je hart van de belofte af zult wijken, dan zullen jullie naargelang dat afwijken ook je kracht geleidelijk aan verliezen, en jullie zullen dan steeds meer van Mij vervreemd raken en Mijn oren zullen zich voor jullie mond sluiten!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden riep de hoge Abedam Lamech bij Zich, stelde hem aan Ghemela voor en vroeg haar:
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En terstond ging door Ghemela's borst een zachte stroom; zij werd van haar angst bevrijd, richtte zich op, kreeg moed en vroeg meteen aan Lamech:
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Ben jij daartoe in staat? Want zie, ik wil niets anders dan alleen mijn Jehova liefhebben - en vanuit Hem pas al het andere, voorzover dat Zijn liefde en erbarming in zich draagt en mij kan dienen als wegwijzer naar Hem! -Wil je mij nu antwoorden op deze vraag van mijn hart?'
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] En Lamech wierp zich aan Abedams borst en zei snikkend: 'O, mijn allerheiligste, door mij boven alles geliefde Abba Emmanuël Abedam!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'O Abba Abedam! U ziet en zag al van eeuwigheid her in mijn hart, dat het zich reeds van kindsbeen met niets anders dan alleen met U bezighield en dat het graag over niets anders dan slechts over U en Uw eindeloze wonderen onvermoeid praatte; voor de vaderen vaak tot vervelens toe. Ja, in mijn bijzonder grote vreugde zong en sprong ik zelfs vaak vanuit alle kracht van mijn stem en lichaam, als ik de naam Jehova maar hoorde noemen.
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En Abedam antwoordde hem: 'Luister, Mijn geliefde Lamech, het is mij het meest welgevallig, indien iemand de grootte van Mijn erbarming en genade werkelijk in en aan zichzelf gewaarwordt, zodat zijn hart voor altijd voor Mij ontbrandt; zo hevig zelfs, dat hij zich niet in staat voelt om Mij voor de grootte van de door Mij aan hem bewezen weldaad te danken en om zijn dank uit te drukken voor de hoogste en zuiverste liefdesvlammen die hij in zijn hart voor Mij voelt en die hem geheel vervullen, zie, dat is de dank die Mij het meest welgevallig is!
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En zoals het met de dank in woorden is, is het ook het geval met de dank in daden. Wie zou denken dat hij Mij dankbaarheid kan betonen door zijn handelingen, al zouden zij volkomen overeenstemmen met Mijn wil, zie, ook die vergist zich erg; want wat voor dienst kan iemand dan doen die Ik nodig zou hebben, alsof Ik die zonder hem niet teweeg zou kunnen brengen'?!
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Toen nu Lamech haar hemels schone gezicht had gezien, stokte bijna zijn adem en hij wendde zich dadelijk weer tot Abedam en zei terwijl zijn hart ten diepste geroerd was:
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[33] En nu liet Lamech zich voor deze opdracht niet tweemaal manen, maar gehoorzaamde rein van geest, boog voorover naar Ghemela en sprak de volgende woorden tot haar:
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688  ...