Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 676 van 1490

...  664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689  ...
[5] Maar Mozes was wat zijn opvoeding betreft een Egyptenaar en heeft dus ook bij zijn volk, nadat hij het uit de klauwen van de farao gered had, een lijst met voedingsmiddelen ingevoerd, die aan het hof van de farao, waar hij geleefd had en opgevoed was, algemeen gebruikelijk was. Hij heeft die lijst met voedingsmiddelen -onder ons gezegd, mijn beste, wonderbaarlijke vriend -weliswaar een goddelijk tintje gegeven, omdat hijzelf in zeer nauwe verbinding met de Godheid zou hebben gestaan, en hij zei zelfs dat iemand zich ook wat zijn ziel betreft zou verontreinigen, als hij ander voedsel tot zich zou nemen dan hij voorgeschreven had. Dat heeft hij waarschijnlijk gedaan om zijn volk des te bestendiger nuchter te houden; maar toch was hij er daarna in de Arabische woestijn meer dan veertig jaar druk mee, eer hij het volk zover had geschoold dat het alleen bij deze voorgeschreven spijzen bleef.
Hoofdstuk 239: Kritiek op de voedselvoorschriften van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] De waard zei: 'Ja, wonderbaarlijke Meester, dit korte antwoord van U op mijn tamelijk uitgebreide vraag was voor mij begrijpelijker dan het vorige; maar ik moet daarbij ook denken aan een spreuk van de oude wijzen, volgens welke er niets volmaakts onder de zon bestaat, dat al het menselijke ervaren, weten en kennen stukwerk is, en dat degene die het door zijn vlijt zover gebracht heeft dat hij veel weet, tenslotte zal inzien dat een mens, ook al heeft hij alles geleerd, gezien en meegemaakt, pas het meest wijs wordt als hij tot het inzicht is gekomen dat hij eigenlijk helemaal niets weet -want alleen een goddelijke geest weet alles, maar de mens enkel zoveel als deze geest hem in zekere zin als inspiratie wil meedelen.
Hoofdstuk 241: De onvolkomenheid van menselijke kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Wie in deze ene waarheid ingewijd wordt door de geest van liefde in zijn hart vanuit God, zal ook binnen zeer korte tijd meer wijsheid en kennis in zichzelf bezitten dan alle boekenverzamelingen op de hele aarde, waar Ik voor in kan staan. Maar vandaag is het er niet de tijd voor om jou dat gebied verder binnen te leiden; morgen zul je in alles verder ingewijd worden, met name op dit gebied -en als je op dat gebied geheel en al ingewijd bent, zul je weinig andere dingen meer te vragen hebben!'
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Dat bepaalde vruchten goed zijn om te eten, dat in veel kruiden geneeskracht schuilt, dat gras dient voor de dieren die wij graseters noemen, dat hout nuttig is om vuur te maken en ook voor het bouwen van huizen en hutten, dat weten de mensen uit ervaring; maar veel meer dan dat weten de mensen over het algemeen echt niet! Derhalve zie ik de mensen steeds als zeer beklagenswaardige schepselen van een almachtige Godheid, of ze nu in de zeer diepe nacht van hun bijgeloof leven of als uiterst gevierde wijzen op aarde rondwandelen, aangezien ze geen van allen weten waarom ze eigenlijk zonder dat te weten en te willen op deze aarde zijn gezet -en ik denk dat U, die zelf een buitengewoon wijze en wonderbaarlijke Meester bent, mij geen ongelijk zult geven!
Hoofdstuk 241: De onvolkomenheid van menselijke kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Dat was wat deze Farizeeër zei.
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Als jij,Jeruzalemmer, het met deze opvatting van mij eens bent, kun je in ons gezelschap spreken zoals het je belieft; want wij Romeinen zijn voor iedere echte waarheid en wijsheid toegankelijker dan welk ander volk op aarde ook, en bij ons wordt een werkelijk wijs en verstandig mens gelijkelijk gerespecteerd, zonder onderscheid van geloof in transcendentale psychische*, (* Gebieden van de ziel die het bovennatuurlijke betreffen.) sferen .
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Daarop zei de Farizeeër: 'Mijn beste, vriendelijke waard, ik heb al met veel Romeinen gesproken -maar een vrijer en verstandiger Romein dan jij ben ik nog niet tegengekomen! Maar zou jij iets kunnen zeggen over ons geloof, dat in deze tijd sterk bedreigd wordt?
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Geestelijke schatten zijn immers onvergelijkelijk veel meer waard dan materiële; want alle materiële schatten zijn vergankelijk en gaan ooit tot ontbinding over, maar de geestelijke blijven steeds bestaan en brengen goede dingen onder de mensen, en dat goede en ware moet daarom onder de mensen in steeds toenemende mate in stand gehouden worden, zolang deze aarde door mensen bewoond zal blijven.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zou die Galileeër heel erg graag ontmoeten en mijn halve vermogen ervoor over hebben als hij mij de eer zou aandoen deze herberg van mij te bezoeken! En ik ben dan ook van mening dat jullie Jeruzalemmers hetzelfde zouden moeten doen; het zou voor jullie zeker beter zijn als jullie hetzelfde zouden denken en wensen als ik en die wijze Galileeër allervriendelijkst zouden opnemen, naar hem luisteren, maar daarna ook doen wat hij jullie aan goede en ware dingen had gezegd. En ik zeg je, mijn beste vriend: al het goede en ware beloont uiteindelijk zichzelf; het tegendeel straft zich echter ook vanzelf!
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Kijk, dat zijn zo mijn opvattingen, die ik door mijn vele reizen in ons Romeinse keizerrijk vergaard heb! Blijf jij ook bij deze opvatting en dit streven van mij, dan zul je beter varen dan wanneer je aan je starre vervolgingszucht vasthoudt tegenover iedereen die het met jouw opvatting onmogelijk eens kan zijn, omdat die op zichzelf volkomen verkeerd is, en de wijze mannen vervolgt, waar ze ook vandaan komen, zoals ook bijna al jouw metgezellen en collega 's hen vervolgen! - Ben je het met me eens of niet?'
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] De waard zei: 'Daar vergis je je lelijk in! Als geen mens de waarheid meer zoekt, gaat alles wat er op deze aarde bestaat over tot een soort verrotting en ontbinding. ..' - Met deze betekenisvolle woorden breekt het dictaat van de Heer, voorzover het aan Lorber werd gegeven, op 19 juli 1864 af. Jakob Lorber, die al geruime tijd ziekelijk was (zie de voetnoot bij hoofdstuk 150), werd op 23 augustus 1864 door de Heer uit zijn aardse werkzaamheden weggeroepen.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Over deze woorden van de waard was de Farizeeër nu zo verbaasd, dat hij niet in staat was om er ook maar één woord tegenin te brengen; en hij trok zich met enkele nietszeggende woorden terug naar zijn mensen, die in de deur het gesprek ijverig hadden afgeluisterd.
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Na deze woorden van Mij bedankte de waard Mij nogmaals met luide stem voor alle bewezen weldaden. Maar Ik wees hem terecht en zei, dat zijn verborgen dank in zijn hart Mij veel welgevalliger was. Toen zweeg hij en bracht ons naar een andere kamer, opdat wij geen last zouden hebben van de Farizeeën en kooplieden, die reeds een luid gesprek begonnen. Daar brachten wij de nacht dan ook volkomen ongestoord door.
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen wij de volgende ochtend ontwaakten, hoorden we van de waard dat de gisteren nieuw aangekomen gasten -ontevreden dat ze geen direct antwoord van ons konden krijgen op de vraag wie wij waren -geprobeerd hadden de dienaren van het huis uit te horen waar wij vandaan kwamen en wie wij eigenlijk waren. Voornamelijk waren het de drie Farizeeën, die bij die vragen nogal gebiedend optraden, gewend als ze waren om iedereen meteen te zien sterven van ontzag voor hen. Maar de eerste knecht van het huis, ook een Romein die Marcius heette en een vroegere wapenbroeder van de waard was, weerde hun nieuwsgierige vragen op een echt Romeinse manier kort af, zodat ze zich geërgerd terugtrokken en besloten zich over deze brutale knecht bij zijn heer te beklagen.
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Wij gebruikten ons ochtendmaal in de zaal waar wij geslapen hadden, en konden dus precies horen wat er in de kamer ernaast, die ons gisteravond als eerste onderkomen had gediend, besproken werd. Onze waard was zelf naar de drie toegegaan om naar hun wensen te informeren, en één van hen maakte van deze gelegenheid gebruik om lucht te geven aan zijn opgekropte ergernis .
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689  ...