Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 677 van 728

...  665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690  ...
[9] Als echter deze zachte materie door Mij al zo gekwalificeerd is, dat ze optreedt als een voldoende vast steunpunt voor de in haar werkende krachten, hoeveel te meer zal het voor Mij mogelijk zijn in de aarde een vast organisme te plaatsen van zulke kwaliteit, dat de sterkst werkende krachten in het innerlijk van de aarde in miljoenen jaren haar weinig of helemaal niet kunnen schaden.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Dat kunnen jullie al zien aan de huidige positie van de planeten. Want vroeger, vele miljoenen jaren geleden, stond de planeet Mercurius nog op de plaats van jullie aarde, de planeet Venus ongeveer op de plaats van de huidige planeet Mars en jullie aarde ongeveer op de plaats van Jupiter. Reken maar na, hoeveel de zon door haar kracht dichter bij deze planeten is gekomen! En jullie kunnen daar heel gemakkelijk uit opmaken dat de zon, zij het ook na vele duizenden jaren, zich van deze tegenwoordig nog vrij rondzwevende planeten meester zal maken. Daar en dan zullen de hardnekkigste geesten van zulke hemellichamen pas weer hun geordende lot bereiken - soms echter ook weer hun ongeordende lot, als gevolg van hun opnieuw verkregen intelligente vrijheid.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Kijk, zo is dus de orde. Voor jullie begrippen is haar tijdsduur oneindig, maar voor Mijn ogen is zowel het begin als het einde echter duidelijk. - Zoals de zon haar planeten weer oplost, zo kunnen ook centraalzonnen hun nevenzonnen oplossen en kan tenslotte de hoofdcentraalzon hele legers van zonnegebieden en zonnenallen oplossen. - In plaats van de verteerde worden dan weer nieuwe gezet, en wel zodanig, dat de loop van de orde van Mijn dingen zodoende eeuwig nooit onderbroken kan worden. Want bij dit alles moeten jullie aannemen, dat Ik eeuwig nooit meer zal ophouden te scheppen - omdat Ik als God nooit meer kan ophouden te denken. Want de wezens zijn Mijn gedachten.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Oorspronkelijk staat er ‘transzendent werden’, wat wil zeggen: overgaan naar een andere bestaansvorm. De achtergrond hiervan is, dat de lagere, materie-gerichte krachten zich steeds verder van God (en dus, in materiële zin, van de oer-centraalzon) moeten verwijderen om vorm te kunnen aannemen (‘Niemand kan Gods aangezicht zien en leven’). Zoals dat al voor de zon zelf gold, geldt dat ook voor die elementen, die ook op de zon nog te ‘laag’ zijn om daar te kunnen bestaan; die worden dientengevolge naar buiten toe ‘geprojecteerd’ om vervolgens op de planeten (een nog minder volmaakte bestaansvorm) tot een eigen leven te komen. Dit betekent enerzijds natuurlijk een verdere, diepere val in gericht en materie, anderzijds echter schept het de voorwaarden waaronder een wezen de noodzakelijke eigenheid kan ontwikkelen, van waaruit het in vrijheid kan kiezen al dan niet naar God terug te keren.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Neem bijvoorbeeld zuiver staal - één van de meest solide metalen - breek zo'n staaf in twee stukken en je zult op het breukvlak bij sterke vergroting de onregelmatige kristalvorm herkennen die met het blote oog er zeer gelijkvormig zal uitzien; maar door een microscoop bekeken zal dit breukvlak er uitzien alsof men vanaf een hoge berg onder zich allerlei min of meer grote en kleine verhogingen ontdekt. Als zo'n verschil echter al in de kristalvorm van één van de meest vaste metalen kan worden waargenomen, hoeveel groter zal het onderscheid dan zijn bij minder vaste lichamen, waarvan de bouw van de kristallen tussen groot en klein, dicht en minder dicht vaak al met het blote oog waarneembaar zijn; en dus is de hierboven gegeven stelling, dat het zwaartepunt en het meetkundig middelpunt nooit met elkaar kunnen samenvallen, des te meer waar.
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Dit is een soort vlees, bloed en beenderen; toch moet dit dierlijk materiaal - waaruit de aarde bestaat - echter niet worden beschouwd als volkomen gelijk en op dezelfde manier functionerend als dat van een dierlijk lichaam, maar het is geheel kenmerkend, dus slechts een soort aardvlees, aardbloed en aardbeenderen.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Derhalve maakt het dier - evenals de mens - bewegingen en heeft daardoor een meer bepaalde plaats voor zijn levenszwaartepunt, namelijk het hart. Bij de lichamen echter, die niet tot vrije beweging in staat zijn, moet daarom het levenszwaartepunt als het ware in hun inwendige rondreizen om doelmatige reacties teweeg te brengen in alle delen van het lichaam.
Hoofdstuk 3: Positie en veranderlijkheid van het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Uit deze uiteenzetting kan men gemakkelijk opmaken, waarom uit natuurlijke overwegingen het polaire leven gevende zwaartepunt niet gefixeerd, maar veranderlijk moet zijn, net zoals het bloed bij dieren en mensen gelijkenis vertoont met dit zwaartepunt. Met een aan één plaats gebonden bloed en nog meer met een geboeid hart zou zeker geen levend wezen gediend zijn. In het vrij bewegende dierlijke lichaam echter, kan aan het hart wel een meer bepaalde plaats worden aangewezen, omdat de vrije lichaamsbeweging van een dierlijk lichaam en ook van een mens, zelf al vele reacties bewerkstelligt, wat - zoals gemakkelijk te begrijpen is - bij lichamen die niet tot vrij bewegen in staat zijn toch zeker niet het geval kan zijn. Bij deze moeten de noodzakelijke reacties door de steeds veranderende positie van het polaire zwaartepunt worden bewerkstelligd.
Hoofdstuk 3: Positie en veranderlijkheid van het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Ik zeg echter: Dat is helemaal niet treurig; want de materie is de dood, evenals het vlees de zonde is door de dood.
Hoofdstuk 4: Het wezen van de materie en de geesten die haar oergrond vormen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Opdat echter voor de ogen van de mensen de dingen niet te plotseling zullen ontstaan of vergaan, laat Ik dit principe van Mijn wil nooit zo abrupt terugtreden en Ik grijp ook nimmer een punt zo plotseling aan, dat daardoor meteen iets in het leven zou worden geroepen of, in het tegengestelde geval, iets onmiddellijk zou vergaan. Het langzaamst verloopt het proces van het ontstaan en vergaan van grote hemellichamen; waarom dat zo is, kunnen jullie nu al heel gemakkelijk begrijpen. Dat is nu juist ook het geval bij de aarde, namelijk dat haar leven gevende zwaartepunt langzamerhand kleiner wordt, tot ook zij het lot van alle materie zal delen.
Hoofdstuk 4: Het wezen van de materie en de geesten die haar oergrond vormen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[17] Zouden jullie dit vuur echter met je geestelijk oog kunnen bekijken, dan zouden jullie een heel leger van talloze geesten ontdekken dat door Mijn wil hier wordt gehouden en wordt aangezet tot doelmatige, bepaalde handelingen.
Hoofdstuk 4: Het wezen van de materie en de geesten die haar oergrond vormen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Om echter hetgeen hier nu voorafgegaan is beter te begrijpen, zal het noodzakelijk zijn, de inwendige bouw van de aarde in het kort zo goed mogelijk te schilderen, om door dit beeld aanschouwelijk te maken, hoe vanuit dit ene belangrijke zwaartepunt, zowel in de aarde zelf als in de lichamen van dieren, ook talloze andere nevenzwaartepunten in een gelijke beweging gezet worden.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Ook bij het aardelichaam is de buitenkant als het ware de dode schors, waarbinnen zich een reeds meer levende en gevoeliger bast bevindt. Zoals echter de schors van een boom, hoewel dikwijls zeer doorgroefd, toch niet helemaal zo dood is, dat ze niet in staat zou zijn de op haar groeiende mosplantjes genoeg voedsel te geven en zoals ook de huid van de dieren niet zo dood is, dat door haar niet tal loze haren en haartjes en niet zelden ook parasieten voldoende voeding zouden kunnen krijgen, zo is ook de buitenste en slechts in bepaald opzicht dode of eerder ongevoelige aardkorst, niet zo dood dat door haar talloze planten en dieren niet de voor hen noodzakelijke voeding zouden krijgen.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Hier was alleen sprake van een gewichtsverandering, wat zeker ook een belangrijke verandering is, omdat daardoor een dubbelgewicht van deze twee lichamen in een groter veranderd wordt. Laten we echter naar een ander voorbeeld kijken:
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Stel je weer een waterleiding voor, waarbij echter op één punt tien of nog meer buizen elkaar straalvormig doorsnijden. Het water zou zich in dit verenigingspunt van buizen door een sterk wervelende beweging verenigen en daarvandaan in de afvoerbuizen gemengd doorstromen, zodat tenslotte uit elke buis als het ware tien - of veelvoudig gemengd water zou komen.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690  ...