16308 resultaten - Pagina 678 van 1088
... 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 ...
[1] Toen Joël water had geput, vroeg hij beiden hoe ver het nog was naar Nazareth.Hoofdstuk 260: Joël stelt vast dat ze reeds vlak bij hun oude tehuis zijn. Jozef wil met de zijnen in de open lucht overnachten. De zonen van Jozef gaan op zoek naar hout en vuur en belanden weer bij Salome - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Joël bedankte voor de inlichtingen en liep met zijn waterkruik terug naar zijn gezelschap.
Hoofdstuk 260: Joël stelt vast dat ze reeds vlak bij hun oude tehuis zijn. Jozef wil met de zijnen in de open lucht overnachten. De zonen van Jozef gaan op zoek naar hout en vuur en belanden weer bij Salome - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Maar ga nu eerst eens met je broers op zoek naar wat hout en vuur!
Hoofdstuk 260: Joël stelt vast dat ze reeds vlak bij hun oude tehuis zijn. Jozef wil met de zijnen in de open lucht overnachten. De zonen van Jozef gaan op zoek naar hout en vuur en belanden weer bij Salome - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] De vier jongens gingen nu nog eens naar hetzelfde huisje toe, waar zij het tweetal nog op vonden.
Hoofdstuk 260: Joël stelt vast dat ze reeds vlak bij hun oude tehuis zijn. Jozef wil met de zijnen in de open lucht overnachten. De zonen van Jozef gaan op zoek naar hout en vuur en belanden weer bij Salome - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Toen de beide vragenstellers dit hoorden, gaven zij hun dadelijk een flinke partij hout en ook vuur, en de zoons brachten dat naar Jozef.
Hoofdstuk 260: Joël stelt vast dat ze reeds vlak bij hun oude tehuis zijn. Jozef wil met de zijnen in de open lucht overnachten. De zonen van Jozef gaan op zoek naar hout en vuur en belanden weer bij Salome - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Zeg, geachte vriendin, die wonderbaarlijke man hij heette Jozef -is immers naar alle waarschijnlijkheid ook naar Egypte geëmigreerd; dat heb ik althans uit de brief van mijn broer uit Tyrus begrepen.
Hoofdstuk 261: De vermoedens van Salome en Cornelius over de kleine karavaan. Salome door de hernieuwde kennismaking overrompeld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Moeten we eigenlijk niet eens naar die lieden toegaan om ze eens goed te bekijken! Het zou toch kunnen, dat het de bewuste mensen zijn!
Hoofdstuk 261: De vermoedens van Salome en Cornelius over de kleine karavaan. Salome door de hernieuwde kennismaking overrompeld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Mijn personeel moet onmiddellijk opstaan en met ons mee naar hun rustplaats gaan!'
Hoofdstuk 261: De vermoedens van Salome en Cornelius over de kleine karavaan. Salome door de hernieuwde kennismaking overrompeld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Salome riep nu iedereen in huis bij elkaar en heel dat gezelschap trok dus naar de plek, waar Jozef en de zijnen bij een getemperd vuurtje lagen te rusten.
Hoofdstuk 261: De vermoedens van Salome en Cornelius over de kleine karavaan. Salome door de hernieuwde kennismaking overrompeld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] 'Vergun mij nog een ogenblikje rust, beste vriend, dan zal ik naar hen toegaan, en deze heilige familie mededelen dat ik hun hof voor hen heb behouden!'
Hoofdstuk 262: Begroeting van het gezelschap door Cornelius en Salome. De vermoeide reizigers trekken hun oude huis weer binnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Maar Cornelius zei: 'Weet je wat: als jij je nog te zwak voelt, laat mij dan namens jou naar hen toe gaan om hen mede te delen wat je voor hen hebt gedaan!
Hoofdstuk 262: Begroeting van het gezelschap door Cornelius en Salome. De vermoeide reizigers trekken hun oude huis weer binnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] 'Vriend, je hebt gelijk; maar ik ben al weer opgeknapt en ga nu dus onmiddellijk met je mee naar hen toe.'
Hoofdstuk 262: Begroeting van het gezelschap door Cornelius en Salome. De vermoeide reizigers trekken hun oude huis weer binnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Aldus besloten zijnde, gingen ze beiden naar het groepje toe.
Hoofdstuk 262: Begroeting van het gezelschap door Cornelius en Salome. De vermoeide reizigers trekken hun oude huis weer binnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Het is mij gegeven U te herkennen, er is geen twijfel meer mogelijk of U, oude brave man, dezelfde Jozef bent met Uw jeugdige vrouw Maria, die drie jaren geleden naar Egypte bent uitgeweken voor de vervolging door Herodes.
Hoofdstuk 262: Begroeting van het gezelschap door Cornelius en Salome. De vermoeide reizigers trekken hun oude huis weer binnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] O, komt U toch mee, komt U mee naar Uw huis. Want mijn huis is een dergelijke genade onwaardig! ,
Hoofdstuk 262: Begroeting van het gezelschap door Cornelius en Salome. De vermoeide reizigers trekken hun oude huis weer binnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus