Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 678 van 1490

...  666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691  ...
[15] Daarom antwoordde Ik hem: 'Vriend, waarom erger je je over deze man, omdat hij de waarheid heeft gesproken? Het zou beter voor je zijn als je in jezelf trachtte te doorgronden of niet ook jóuw ziel verdord is en nog bevrucht zou kunnen worden. Maar als je wilt weten waar de Galileeër het laatst een groot wonder heeft gedaan, reis dan voorbij de Nebo naar de stad Afek, waar hij die gehele tot nu toe woeste streek in vruchtbaar land heeft veranderd, zoals de inwoners daar jullie drieën haarfijn zullen vertellen! Onderzoek goed of dat wonder echt is en of er geen bedrog aan ten grondslag ligt, en let daarna op hetgeen jullie harten jullie zullen influisteren! Breng verslag uit in Jeruzalem over wat jullie hebben gehoord en gezien, of houd het voor jezelf, geheel zoals jullie dat zullen aanvoelen!
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Dan zal ook hun een licht opgaan over wie Ik geweest was, vooral als ze te horen krijgen dat Ik langs deze weg gekomen ben, en dan zouden ze vanuit zichzelf meer duidelijkheid krijgen. Natuurlijk zal er nog geruime tijd verlopen voor ze tot volledig inzicht zullen komen, omdat ze zeer spoedig door Jeruzalem verder gezonden zullen worden en hun zielen zich aldus in rust en bespiegeling kunnen reinigen en het gestrooide zaad niet in de modder aldaar zal verstikken.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Wij spraken nog over verscheidene dingen van de tempel en zijn dienaren, alsook over het lot van de tempel, toen Mucius samen met de koopman terugkwam en ons meedeelde dat de Farizeeën reeds met hun mensen in oostelijke richting op weg waren gegaan, en dat ook de overige kooplieden hun muildieren en kamelen al hadden bepakt en vertrokken waren. De waard zei dat deze koopman hen had laten vertrekken en van plan was nog verder met Mij te spreken.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Helemaal beduusd zei de koopman: 'Heer, hoe kent u deze naam, die ik alleen in mijn jeugd droeg? Ik ben Griek van geboorte en werd Phoikas genoemd. Maar omdat ik vroeg wees werd, nam een barmhartige jood uit Tyrus mij bij zich op, en later nam hij mij zelfs aan als zijn zoon, omdat hij zonder kinderen bleef. Ik werd jood, ontving ook de besnijdenis en werd Agamelom genoemd. Nooit heeft de naam Phoikas sinds tientallen jaren in mijn oren geklonken, en ik was hem zelf bijna vergeten - en nu noemt u mij zo?'
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Ik zei tegen de waard: 'Mijn beste Mucius, juist deze drie vragen, die jij stelt, omvatten in zich de gehele wijsheid van alle hemelen en de redenen voor Mijn leraarschap op deze aarde. Hoeveel daar door Mij ook al over is gesproken, toch kan die basisleer nooit vaak genoeg steeds weer herhaald worden, opdat het geestelijke hart van de mens die eeuwige waarheden volledig in zich opneemt, goed in zichzelf verteert en in zichzelf geheel in vlees en bloed zal omzetten. Ik zal jouw vragen daarom uitvoerig beantwoorden, in eerste instantie ter wille van jou en Phoikas, omdat jullie Mijn leer nog niet kennen, en in tweede instantie ter wille van de Mijnen, die al langere tijd bij Mij zijn, maar toch nog niet in alle waarheid zijn doorgedrongen. - Luister dus goed!
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] (De Heer:) 'Al deze diersoorten, die zo talrijk zijn om een optimale verscheidenheid in karakteraanleg mogelijk te maken, staan echter onder een vaststaande wet, die ervoor zorgt dat ze zich in die ene bepaalde richting namelijk die van de hoogst mogelijke intelligentie -kunnen ontwikkelen, dat wil zeggen, ze zijn niet in staat anders te handelen dan de begrenzing van hun zielenvorm toelaat. Als je bijvoorbeeld een vogel heel duidelijk aangeeft dat het toch beter zou zijn om geen open nest, maar bijvoorbeeld een gevlochten huis te bouwen -dan zal hij toch bij zijn nest blijven! En jullie kunnen er zeker van zijn dat sinds het ontstaan van de verschillende soorten op aarde iedere soort haar woningen altijd zo heeft gebouwd als het nu nog gebeurt. Dat komt door de in zekere zin beperkte horizon (de vorm van de ziel), die niet verruimd kan worden, precies zoals een kind nog niet de moeilijke hogere rekenkunde zou kunnen leren, als het de beginselen nog niet heeft begrepen.
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] (De Heer:) 'Mijn leerling Johannes heeft je al gezegd en Ik bevestig het jou, dat in de twee geboden: 'Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf' de tien geboden van Mozes vervat zijn en al het overige wat de mens moet doen om de in hem wonende geestvonk te wekken en steeds meer één te laten worden met zijn ziel. Want alleen in de juiste levenswandel in Gods ogen en in de juiste daden van liefde voor jullie naasten vinden jullie de ware voldoening, innerlijke vrede en de juiste overwinning op jullie hartstochten en de dood. In wie eenmaal de overtuiging wakker is geworden die het hem onmogelijk maakt tegen die geboden te zondigen, bespeurt reeds op deze aarde de ware hemel; want hij is onaantastbaar geworden voor alle aanvallen van het kwaad, daardoor een echte heerser in zichzelf en vanuit zichzelf een heerser over de natuur.
Hoofdstuk 11: Over de innerlijke opwekking en over het voortleven na de dood - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Ik vertelde de bewoners dat het voor Mij weliswaar heel gemakkelijk was om net als dat in het leven geroepen bos ook rondom hun woonhuizen plotseling een groot aantal bomen en hoge struiken neer te zetten, maar dat het beter voor hen was als hier een meer natuurlijke weg ingeslagen zou worden om dat doel te bereiken. Hun dorp lag namelijk niet bepaald afgelegen, en bij de vele Romeinen en niet-joden, die over de weg reisden, zou het bijgeloof te zeer in de hand gewerkt worden, omdat die zo'n wonder aan hun goden zouden toeschrijven en de bewoners veel nadeel zouden bezorgen. Maar vanaf het komende voorjaar zouden alle planten, bomen en struiken een sterk opvallende groei vertonen, zodat ze binnen twee jaar in weelderige overvloed zouden pronken en zodoende het dorp koelte en goede, zuivere lucht zouden verschaffen. Als de bewoners echter uit winstbejag dat beschermende naaldbos zouden gaan kappen, zou ook de vroegere, dikwijls ondraaglijke toestand weer intreden, met name midden in de zomer, en uiteindelijk het bewonen van deze streek onmogelijk maken.
Hoofdstuk 13: De Heer zegent het dorp - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Mucius was na deze woorden van Mij zo ontroerd, dat hij niet in staat was ook. maar één woord te zeggen. Hij wilde aan Mijn voeten neerknielen, maar Ik tilde hem.liefdevol op, omarmde en zegende hem, waarna hij zich geheel gesterkt en in .zijn innerlijk diep bewogen naar Mijn leerlingen begaf, die hem allemaal liefdevol de hand drukten, zonder dat daarbij een woord werd gesproken; want waar de geest in het hart zich doet gelden, is de mond niet in staat om in woorden uit te drukken wat de ziel voelt.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Ik zei tegen Phoikas: 'Mij verheugt deze gezindheid van jou des te meer, omdat al je streven er tot nu toe alleen op gericht was aardse schatten te vergaren, waar het jou nu dan ook bepaald niet aan ontbreekt. Maar omdat je vroegere leefwijze je nu, nadat de geest in jou ontwaakt is, armzalig en weerzinwekkend voorkomt -wat immers ook niet anders kan zijn, aangezien die alleen uit de materie voortsproot -staatje toch niets in de weg om die geheel en al op te geven.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Hij vroeg Mij ook wat hij met zijn metgezellen moest doen, als die terugkeerden uit Petra, wat over niet al te lange tijd zou gebeuren. Ik zei hem dat hij niets moest doen, omdat zij weliswaar niet onredelijk gezind waren, maar dat zij hun gedachten nog veel teveel op het gewin van deze wereld richtten en daarom nog geen bodem hadden om Mijn geest en Mijn leer op te nemen. Ze zouden hem als een zonderling beschouwen, wat hij zich echter rustig kon laten welgevallen omdat hij daar geen schade van zou ondervinden. Later op hun verdere reizen zouden zij hem steeds opzoeken en dan ook op de juiste tijd door hem onderricht worden.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Nadat we door de voorde waren gegaan, richtten we ons recht naar het noorden via een zijpad, dat door een heel aangenaam heuvellandschap leidde. Dat gebeurde, omdat Ik de omgeving van Jericho wilde vermijden, en omdat Mijn leerlingen tijdens deze tocht, die eenzaam was en arm aan buitengewone gebeurtenissen, tot een hoger innerlijk niveau van voleinding moesten opklimmen.
Hoofdstuk 15: De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Toen maakten de zielen zich los van de lichamen van de slapenden, en zij schaarden zich om Mij heen en in hen gloeide een helder stralende vonk, die deze nog erg verontreinigde zielen licht en levenswarmte schonk.
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Ik ken mijn schuld en zie mezelf ontdaan van mijn lichtglans, en ik gun je ook die paar van de mijnen, die zich daar tot jou wenden. Maar het zal nooit in de Almacht opkomen om haar schepping te vernietigen, die eigenlijk mijn werk is, die ik haar in feite bezorgd heb en die ik ook liefheb, evenals Zij; want de schepping is uit mij. Laat de strijd verder bestaan; want pas door deze strijd ontstaat het leven. De verschrikking van de dood is mijn werk, en daardoor houd ik mijn schepselen bij mij, en ze blijven bij mij, opdat mijn eigenschappen in hen kunnen leven. Het is dus goed zoals het is! -Wat wil je dus nog van mij?'
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Nota bene. Velen zullen zich hier afvragen waarom Ik eigenlijk de zielen van Mijn leerlingen uit hun lichamen riep, om hen zo getuige te laten zijn van deze gebeurtenis. Dat vond plaats om twee redenen.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691  ...