Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 678 van 1112

...  666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691  ...
[7] Ik weet weliswaar van U dat zelfs de deemoed dan ophoudt een eigenlijke deugd te zijn, als men haar slechts om zichzelf in acht neemt, omdat men zich dan vanuit een zeker egoïsme het prettigste voelt in die deemoed, - maar, o Gij goede Vader, U ziet immers in mijn hart dat dat bij mij helemaal niet het geval is, maar dat ik alleen uit liefde en de allergrootste hoogachting voor U deemoedig ben en op grond daarvan ook zeer graag al mijn broeders ten dienste sta, want alleen dat alles is mijn grootste vreugde! Verschoon mij daarom van dit ambt; echter, Uw heilige wil geschiede, zoals altijd, ook nu! Amen.'
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Ik voor mij kan geen kracht noch macht noch gezag gebruiken, maar alleen Uw liefde in mijn hart; want als ik zoals de anderen kracht, macht en gezag zou hebben, wie zou mij dan beschermen tegen het aanzien dat het ambt niet zich meebrengt?!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En de hoge Abedam zei daarop tegen hem: 'Luister, Abedam, je instelling is goed, en waardig zich in Mijn grote welgevallen te verheugen; maar jouw besef van Mijn ordening der dingen staat nog erg ver achter bij jouw zuivere instelling. Want zie, er kan toch immers in de ordening der dingen geen ambt zijn dat niet met de vereiste mate van aanzien verbonden is; want zonder zo'n aanzien zou dat ambt geen ambt zijn, maar slechts een onbeduidende vrijplaats voor tegenspraak, waar iedereen liever voor zijn eigen dwaasheid vecht, dan de wijsheid van zijn broeder te volgen.
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Als echter het ambt gepaard gaat met de vereiste mate van aanzien, die uit de nodige kracht, macht en gezag bestaat, dan zal de overtreder er daardoor immers van afgehouden worden met het ambt en met Mijn ordening te spotten en zal uiteindelijk verplicht worden de regel van het ambt aan te nemen en dan minstens zolang gedwongen worden deze regel na te leven tot hij zich deze orde geheel eigen gemaakt heeft als een richtlijn voor zijn eigen leven, zodat zij hem eigen wordt en vlot en vaardig gehanteerd wordt, alsof ze uit hemzelf voortkomt.
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Er zullen weliswaar in de toekomst wat de wereldse zaken betreft nog heel wat verschillende ambten komen en de mensen zullen zich tot het uiterste afsloven om zo'n ambt op de een of andere manier te bemachtigen; deze ambten zullen dan zeker niet van Mij uitgaan en al hun kracht, macht en gezag zal een voor jullie allen nog onbekende wereldse macht zijn!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En na die woorden richtte Abedam, de bekende, zich op uit zijn verdoving en vroeg aan de hoge Abedam of hij nu iets zeggen mocht.
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Waarop de hoge Abedam tegen hem zei: 'Als dat niet het geval is, dan kun je wel spreken zoals je dat gewend bent; maar begrijp het goed, niet al te fris van de lever, waar de gal zich bevindt maar liever wat meer vanuit het hart gewend waar het leven zich bevindt; begrijp dat goed! Amen.'
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Probeer mij maar te beproeven! Plaats mij in het vuur of stuur mij het water in, of laat mij bliksemstralen najagen of laat, wat U, o Vader, maar wilt en kunt, over mij komen en ik zal het uit liefde tot U geduldig verdragen!
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Nadat dus de hoge Abedam bij Abedam de bekende orde op zaken had gesteld en deze er zich daardoor bewust van was geworden dat hij met al zijn deemoed nog lang niet op het rechte spoor zat en dat de Heer hem nu pas had teruggevoerd op de ware grondslag van de diepste diepte van het leven in liefde, begon hij Abedam ook pas waarachtig te bedanken. En Abedam versterkte hem en wendde Zich toen naar Henoch en zei het volgende tegen hem:
Hoofdstuk 15: Ongehoorzaamheid uit liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En Henoch antwoordde: 'O Abba, wie kan zich van U losmaken zolang hij U werkelijk in levende lijve voor zijn ogen, oren en al zijn zintuigen heeft, temeer wanneer hij U in zijn hart boven alles bemint?
Hoofdstuk 15: Ongehoorzaamheid uit liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Want als Uw allerheiligste woord zich in mijn hart laat horen, dan hebt U, o Abba, ons dat zo gegeven dat onze onzuivere harten het vuur van Uw oneindige heiligheid kunnen verdragen dat uit al Uw woorden als een grote licht en vuurstroom zich in onze van onuitsprekelijke liefde en eerbied bevende harten uitgiet.
Hoofdstuk 15: Ongehoorzaamheid uit liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Meteen na de woorden van Henoch en met Abedams volledige instemming begaf Henoch zich naar de kinderen van het morgenland, die vlak bij Adams grot hun kamp opgeslagen hadden.
Hoofdstuk 16: Henoch brengt Uranion, zijn zes broers en de kinderen uit het morgenland tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Toen hij nu bij hen aankwam en zij hem in het oog kregen, riepen zij van vreugde: 'Kijk, kijk, Henoch komt naar ons toe, de liefdevolle, wijze leraar Henoch, aan wiens woorden zelfs aartsvader Adam zich gewillig onderwierp! Ja, hij is al bij ons gekomen en is al bij ons, onder ons en in ons!'
Hoofdstuk 16: Henoch brengt Uranion, zijn zes broers en de kinderen uit het morgenland tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En Uranion bezon zich enkele ogenblikken en gaf eindelijk ten antwoord: 'Henoch, jouw woorden klinken mysterieus! Als er werkelijk zo'n mens zou bestaan, welk onderscheid zou er dan eigenlijk tussen hem en God zijn?!
Hoofdstuk 16: Henoch brengt Uranion, zijn zes broers en de kinderen uit het morgenland tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Daarop wendde Hij Zich tot de zeven broers: 'Waarom zijn jullie bevreesd verder te gaan? - Zeg het Mij! Misschien weet Ik een middel dat al jullie vrees zeker weg zal nemen!
Hoofdstuk 16: Henoch brengt Uranion, zijn zes broers en de kinderen uit het morgenland tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691  ...